Hoofdstuk 5

50 5 0
                                    

 ‘Nou Jace, wat is jouw naam?’

‘Hahaha, ik ben Jace Sebastian Hayde. Wat is die van jouw?’

‘Alexis Chloé Edith Hoffman, moest je dit nou echt vragen? Waar ben je geboren?’

‘Ik ben op de Chapel-road geboren nummer 174 in Daleytown. Jij?’

‘Ook in Daleytown, maar een ander adres. Kings-road nummer 153. Nu mag jij een vraag stellen.’

‘Gemenerd! Oké ik stel wel een vraag. Hoe hebben wij elkaar ontmoet?’

‘Oh, die is moeilijk. Wacht, niet zeggen ik denk dat ik het weet. Was het toevallig hier onder deze eikenboom in het Yvoir-park? Ja, dat is zo. We waren toen acht jaar toch?’

‘Dat je dat onthouden hebt! Maar het klopt wat je zegt, behalve de leeftijd. Jij was nog maar zeven, ik was al acht. Nu moet jij een vraag stellen.’

‘Wie mag je echt niet?’

‘Een of andere Alexis. Hahahaha grapje! Wie mag ik niet? Goede vraag. Iedereen heeft wel een moment dat ik hem niet mag. Telt dat?’

‘Nee, dat telt niet. Je moet een echt antwoord geven!’

‘Dat was een echt antwoord. Dan wordt het waarschijnlijk Thijs.’

‘Thijs? Hoezo dat?’

‘Hij kijkt mij altijd met zo’n doordringende blik aan alsof ik niks weet en hij wel. Ik word soms gewoon gestoord van hem. Hij en mijn moeder hebben misschien wat, misschien ook niet. Hij is altijd haar steun en toeverlaat, maar dat wil ik ook zijn. Niet altijd, maar als er iets is gaat ze gelijk naar Thijs. Ik vind het zo irritant, maar ik zeg er niks van. Jayde is gelukkig als hij erbij is dus moet ik blij zijn voor haar.’

‘Je moet zelf ook gelukkig zijn, Jace. Maar laten we dit onderwerp afsluiten. Stel maar een vraag Jace.’

‘Denk jij dat ze gaan bellen?’

‘Laat het rusten Jace, maar ik geef wel antwoord. Ik denk het eerlijk gezegd niet. Alles klinkt zo onwaarschijnlijk, maar we zien het vanzelf. Nu moet ik een vraag stellen, toch? Van wie wordt jij gelukkig?’

‘Dat antwoord weet je al, Alexis. Ik word gelukkig van jou, Alexis. Je ziet wat ik doe en wat ik niet doe en toch blijf je bij mij.’

‘Natuurlijk blijf ik bij je. Zolang wij elkaar nodig hebben en van mij mag dat eeuwig zijn.’

‘Daar ben ik het helemaal mee eens!’

Toen we dat zeiden waren we dichter bij elkaar gaan zitten. We keken elkaar aan en Alexis keek snel weer weg. Ik bleef kijken en na een tijdje keek ze weer terug. Toen gebeurde het. Het was een magisch moment, alleen er kwam net iets tussen. Op het moment dat we dichter naar elkaar toe bewogen ging de telefoon. Ik wilde niet opnemen dus ik bleef zo zitten. 

‘Jace, moet je die niet opnemen?’

‘Eigenlijk wel, maar dat wil ik niet.’

‘Neem maar op, anders doe ik het.’

Met moeite boog ik weer naar achter en pakte mijn mobiel uit mijn zak. Ik keek op het beeldscherm en de telefoon vertelde mij wie het was. Mijn theorie klopte voor een deel, het was Jayde. Ik liet het aan Alexis zien dat ik gelijk had. Ik besloot op te nemen en mijn stem klonk vanaf het begin al te schel. Ik hoopte dat ze het niet zou merken, maar je wist het nooit zeker.

‘Met Jace Hayde, met wie spreek ik?’

‘Hé Jace, ik ben het.’

‘Jayde? Waarom bel je?’

‘Ik wilde even je stem horen. Je zag er zo geschrokken uit dat ik even wilde weten of alles goed ging.’

‘Alles gaat goed met me, Jayde.’

‘Waar ben je trouwens?’

‘Dat heb ik je toch verteld? Ik ging toch naar dat eetcafé op de hoek.’

‘Zit je daar nog steeds? Dan zit je daar al meer dan een uur.’

‘Ik ga daar nu weg en loop richting het park. Waarom?’

‘Ik wil dat je voorzichtig doet en dat je niks gevaarlijks doet.’

‘Jayde, waarom doe je opeens zo? Is er iets gebeurd wat je mij niet verteld? Je doet zo geheimzinnig.’

‘Het is beter dat we er later over praten. Doe gewoon normaal en val niet op. Jace, doe dat alsjeblieft voor mij. Lieg niet en zeker niet tegen mij.’

‘Je doet heel raar, Jayde. Maar voor deze ene keer luister ik naar je zonder dat ik weet waarom. Ik probeer al normaal te doen, maar je weet dat ik dat niet kan doen. Oh, wacht. Dat weet je helemaal niet. Je bent namelijk nooit buiten om mij te zien. Je stuurt vast iemand op mij af om mij in de gaten te houden.’

Stilte aan de andere kant van de lijn. 

‘Jayde? Waarom zo stil? Was het de waarheid?’

‘Jace. Ik vertel je één ding en meer hoef je niet te weten. Je vraagt ook niet verder en gaat gewoon verder met je leven. Ga je akkoord?’

‘Ja hoor.’

‘Ik doe dit voor jouw eigen veiligheid. Ik hou van je.’

‘Jayde? Jayde, wacht!’

Maar ik was al te laat. Gelijk nadat ze zei dat ze van mij hield had ze opgehangen.

Ik bleef nog een tijdje stil en begon pas te praten toen Alexis mij heen en weer schudde. Ik keek haar aan en mijn ogen stelde zich in op haar ogen. 

‘Wat? Sorry ik hoorde je niet.’

‘Ik vroeg je of het ging Jace. Je ziet eruit als een spook die net nog een keer is dood gegaan.’

‘Je beschrijft precies hoe ik mij voel. Heb je het gesprek gehoord?’

‘Het grootste gedeelte, alleen het laatste stuk heb ik gemist. Niet wat jij zei, dat was duidelijk te horen, maar je moeder viel weg.’

‘Oh oké. Wil je weten wat ze heeft gezegd?’

‘Alleen als jij het wilt vertellen. Als jij hulp nodig hebt, ik ben er altijd voor je.’

‘Ik moet eerst even mijn gedachte op een rijtje zien te krijgen. Bedankt voor al je steun en ik ben blij dat wij elkaar hebben ontmoet onder deze boom.’

‘Die gedachte delen we beide. Ik moet wel naar huis toe. Ik heb mijn ouders beloofd mee te gaan naar mijn oma. Zie ik je morgen op school? Ga je wel op tijd naar huis? Blijf hier niet te lang hangen hé.’

‘Oké. Ik denk dat ik morgen wel naar school ga. Ik moet waarschijnlijk van mijn moeder. Als ik niet wil dwingt ze mij wel. Ik blijf hier nog even zitten en ga dan maar eens naar huis.’

‘Dat stel ik erg op prijs, Jace. Ik zie je morgen. Zie je later!’

Ik keek haar na terwijl ze wegrende. Ik voelde me echt slecht. Ik had tegen mijn moeder gelogen en nu ook nog tegen Alexis. Ik was namelijk helemaal niet van plan om naar huis te gaan. Ik bleef nog even zitten om er zeker van te zijn dat Alexis echt weg was. Na een paar minuten sprong ik omhoog en rende weg. Ik rende naar een plek. Een plek waar ik mij thuis voelde. 

Alles of nietsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu