Hoofdstuk 2

1.1K 33 1
                                    

,,NEE!”

Mijn schreeuw kwam een paar seconden nadat Pardee zijn naam had getrokken en het papiertje weer netjes had opgevouwen en in een speciale plastic zakje had verzegeld.

Verschrikt keek ik toe hoe Callum met nog steeds een onthutste paniekerige uitdrukking op zijn gezicht tussen de andere achttienjarige jongens vandaan liep.

Hier en daar werd hij op zijn schouder getikt ter ondersteuning en medeleven, maar daar bleef het bij, er werd niets gezegd.

Aan het eind van de rij werd hij opgewacht door drie vredesbewakers, alsof ze bang waren dat hij zou proberen om weg te lopen.

Ik zakte door mijn benen heen en kon niets anders doen dan voor me uitstaren en vol afgrijzen toekijken hoe mijn pijnlijke nachtmerrie werkelijkheid werd.

Een vredesbewaker pakte me bij mijn arm en trok me ferm overeind en hield me met dwang vast, bijna alsof hij me wilde martelen door toe te moeten zien hoe Callum ook zijn dood tegemoet kwam lopen, onder begeleiding van twee gehelmde vredebewakers.

Mijn eerste traan kwam toen hij het trappetje op kwam lopen en onze ogen elkaar ontmoetten en zag dat hij ook huilde.

Lekker zooitje tributen zijn wij.

Geen van ons vertoonde momenteel ook maar enige standvastigheid, nee wij zakten al bijna in elkaar voordat we ook al maar het district uit waren.

Door mijn prikkende tranen heen zag ik dat Pardee hem via zijn arm verder het podium op trok zodat hij beter te zien was voor het publiek en de camera’s.

Pardee nam hem hartelijk in ontvangst zonder ook maar enige aandacht te schenken aan mijn toestand en begon weer met het protocol riedeltje.

,,is er iemand bij de jongens aanwezig die zich voor deze knappe jongen wilt inruilen.”

Zei ze met haar piepstemmetje door de microfoon heen.

Hier en daar hoorde ik gemompel.

Alsjeblieft, laat iemand zich in plaats van Callum aanmelden, alsjeblieft.

Seconden verstreken, maar net zoals bij mij kwam er niemand naar voren.

,,dames en heren, de jongenstribute uit district 7 is… Callum Chidester.”

Callum werd losgelaten en ik hervond de kracht in mijn lichaam.

Met een vernieuwde kracht trok ik me los van mijn even onthutste vredesbewakers en rende in volle vaart naar hem toe.

Hij ving me op in zijn armen en hij omklemde me alsof dit al onze laatste bewuste minuut is die we samen doorbrengen.

Samen huilden we, waarschijnlijk allebei om elkaars lot.

Mijn oren vingen meelijwekkende geluiden op, mensen huilden, mensen riepen onze namen en ik was blij dat we altijd troost konden vinden uit onze vrienden.

Maar niet zoveel troost dat ze zich daadwerkelijk voor ons zouden opofferen.

De twee beste vrienden die samen de arena in moesten om uiteindelijk misschien zelfs wel elkaar te moeten vermoorden, wat een verhaal kon het Capitool daarvan maken.

Ik kon de spelmakers al bijna horen denken en overleggen.

Wat kunnen en zullen de inwoners hier van smullen.

Mensen liepen op en af, maar ik besteedde er totaal geen aandacht aan.

Ik liet niemand bij hem in de buurt komen, geen vredesbewaker,Temika niet, Pardee niet, zelfs onze eigen Burgemeester Dodson, de vader van Freye niet.

The 81st Hunger Games (Dutch) × Voltooid ×Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu