Hoofdstuk 35

529 19 36
                                    

Met grote ogen keek ik recht in een loop van het geweer dat één van de vredesbewakers op me gericht hield, maar de hand van de president gaf met een tikje op de arm van de vredesbewaker aan dat hij mij niet moest beschieten. "Beetje... links." Ving ik nog net op tussen al het geroezemoes door.

Beetje links...

Een beetje naar links.

Een beetje naar links was precies de plek waar Callum stond.

De vredesbewakers stonden op nog geen twintig meter afstand van ons, dus veel tijd om te reageren was er niet als er al geschoten werd.

Maar ik had te veel te verliezen om niets te doen, dus ik deed het enigste wat ik nog relatief snel en makkelijk kon doen. Me voor Callum werpen voor hij geraakt werd om iets wat mijn fout was.

Maar net toen ik de oranje gloed waarnam uit de lopen van de geweren  die nog vervaarlijk onze kant op wees.

Momenten waarop adrenaline door mijn lichaam heen schiet lijkt alles veel langzamer te gaan en zag ik het aankomen wat er op het punt stond te gebeuren.

Vanuit de loop schoot met een klein wolkje rook van de ontsteking de kogel naar voren en ik had inmiddels al wel geaccepteerd dat ik mijn pas gehuwde man zal verdedigen.

Hopelijk zal mijn dood hun vrijheid betekenen, al betwijfelde ik dat ter zeerste.

Ik had me erbij neergelegd, dit was mijn lotsbestemming, al vanaf het begin van de 81e hongerspelen. De kogel die als eerste af geschoten was kwam steeds dichterbij en ik had me er mentaal op voorbereid.

Maar waar ik me niet op voor had bereid was dat mijn zicht op de kogel opeens geblokkeerd werd door een ander lichaam dat zich midden in de baan van het snelle object wierp.

Het geluid van het schot weerklonk in mijn oren, maar ik voelde de pijn van de kogel niet.

De persoon voor me had de kogel voor me opgevangen en deed moeite om te blijven staan terwijl die diens hand tegen diens zij aan drukte waar de kogel hem geraakt had.

Want het was een man, zijn korte blonde haar was in een waas aan me voorbij geschoten voor hij zich als levend schild voor me had geworpen.

"Bartolome!" De naam van de jongen schoot als in een gil van mijn lippen af, maar de jongen leunde zwaar op de rand van de omheining die neergezet was en wat de personen van de eerste rij scheidde van het altaar waar Callum en ik zonet ons ja-woord aan elkaar hadden gegeven.

"H-het gaat wel, in de arena heb ik wel ergere dingen meegemaakt dan een kogel in mijn zij."

Bartolome...

Een kreet maakte mijn blik los van de jongen waar ik heen wilde rennen en ik zag hoe iemand vanuit het publiek op een vredesbewaker dook en die tegen de grond aan drukte.

Tot mijn verbazing was die man een Capitool inwoner.

"Aurora!" Callum trok zachtjes aan mijn arm. "Laten we maken dat we wegkomen voor ze nog een keer gaan schieten." Maar ik kon niet weg, ik kon al deze mensen niet achterlaten en overlaten aan hun lot.

Dit is mijn schuld, allemaal mijn schuld.

Ik had direct door moeten hebben dat het Blaine niet was die tegenover me stond. Ik had daar direct een punt van moeten maken zodat ik nog steeds met Blaine zou zijn gaan trouwen.

Ik had iedereen daarmee veilig gesteld, maar nu was er een grote kans dat ik iedereen diens dood ingelokt had. En dat was allemaal mijn schuld.

"Aura!" Het zachte stemmetje van Enya schudde me geheel wakker en met een klomp om mijn hart schoot mijn hoofd richting mijn kleine zusje die op het uiteinde van de eerste rij zat.

The 81st Hunger Games (Dutch) × Voltooid ×Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu