DEEL 14: Het teken/symbool...

41 2 7
                                    


P.o.v.: ???

Als je wilt dat ik je help zeg het maar. “Ehh maar hoe weet ik dan of jij te vertrouwen bent?“ Dat kun je niet weten Zita, dat moet je voelen. ”Oké dan, je mag me wel helpen.” Zeker? “Ja.”

Zodra Zita dat zegt wacht ik nog even om er zeker van te zijn dat ze niet twijfelt. Maar dat lijkt ze niet te doen. Ik maak een snelle beweging met m'n hand naar haar rechter pols en pak die vast. Ik concentreer me volledig op haar pols die ik vastklem met m'n hand. Dan begint het moment waarvan ik hoopte dat, dat niet ging komen. Ze begint te draaien en te schreeuwen. Gelukkig kan alleen ik haar nu verstaan anders staan hier binnen no time een aantal mensen. Dan begint ze ook nog eens te schoppen, maar ik besluit het maar te negeren en ik concentreer me weer op de pols. Langzaam maar zeker begin ik harder ik haar pols te knijpen, daardoor krijgt ze een branderig gevoel. Langzaam lijkt ze minder tegen te stribbelen. Dan herinner ik me nog iets wat ik moet zeggen voor m'n eigen veiligheid. Iedereen die weet wie wij zijn denkt dat we dood zijn. En dat willen we graag zo houden. Dus spreek ik zacht maar ook net hard genoeg dat ze het hoort en met een drijgende ondertoon de zinnen uit.

Vertel dit tegen niemand! Anders kom ik je halen!

Dan wacht ik nog enkele seconden om te zorgen dat mijn woorden goed zijn doorgedrongen. Met mijn vrije hand maak ik een vuist en sla daarmee tegen Zita's slaap. Ik laat haar pols los en ze valt op de grond. Ik pak een soort van armband en knoop die om haar pols. De rode en een beetje verbrande huid verdwijnt langzaam en trekt weg richting het midden van het bandje daar vormt zich nu langzaam een teken. Dat teken of symbool zal ze dan de rest van haar leven bij zich dragen. We zullen haar gaan herken aan dat teken. Ik zelf heb ook z'n teken in de vorm van een vlam.

Het teken van Zita wordt nu ook steeds duidelijker. Na een tijdje is hij klaar ik pak een papiertje en teken het na. Zodat we weten wie er bij welk teken of symbool hoort. Het wordt tijd dat ik ga. Ik til Zita op en leg haar op het bed, en leg een deken over haar heen. Ik doe het raam open en ga naar buiten. Waarna ik hem ook weer sluit. Op naar huis.

P.o.v.: Musa

Ik wordt wakker door het daglicht dat door het raam naar binnen valt. Ik stap uit mijn bed en loop naar het raam. Het is al best laat dus besluit ik om me te gaan omkleden. Zodra ik mezelf heb omgekleed pak ik alvast mijn spullen in. Zita zal waarschijnlijk al lang klaar zijn. Ik had niet zoveel uitgepakt dus ben ik snel klaar met het inpakken van mijn spullen. Ik besluit om dan nog maar even naar Zita's kamer te gaan om daarna weer verder te kunnen reizen. ~Klop klop~ Geen reactie. Zita ik ben het Musa, mag ik binnen komen? “Ik kom al.” Oké, dan wacht ik hier op je. Even later. “Gaan we?” Ja, is goed. Welke kant gaan we nu op? “Richting het Noordwesten?” Is goed. Kom dan gaan we even een kaart halen zodat we weten waar we nu precies zijn en waar we naartoe moeten. “Ja ik ga mee.”

“Hallo kan ik wat voor jullie doen?” Ja, wij zouden graag een kaart van de omgeving willen kopen. Is dat mogelijk? “Jazeker dat dat mogelijk is. Eens kijken… Ah, hier zijn ze. Welke willen jullie?” Hoeveel kost deze? *wijst een kaart aan* “Dit is een nogal oude kaart dus voor 1 zilverstuk kopen.” Zita zullen we deze doen? “Hè, o ja is goed.” Oké we kopen hem. Hier één zilverstuk. “Alstublieft hier hebben jullie de kaart.” Bedankt, doei. “Doei.” Zita kom je dan gaan we weer verder. “Ja ik kom.” *eenmaal uit het dorpje* “Ehh, Musa?” Ja wat is er? “Het is vanavond toch volle maan?” Ja, volgens mij wel ja. “Nou was het niet dat ze hier bij volle maan… ehh.” Zita keek ineens bang om zich heen. Wat is er hier dan bij volle maan? “Wolven.”


Rara wat gaat er gebeuren? En gaan ze dit overleven? Je zult het lezen in het volgende deel.

DOEI!!!

De reis door The Kingdom Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu