P.o.v.: Zita"Wakker worden Luna." Hoezo Luna? denk ik bij mezelf. Oo ja, ik ben Luna, vergeten… “Luna wordt nou wakker.” ‘Jaha, ik ben al wakker.’ snauw ik. Ik zucht even en kom dan overeind. Ik wrijf even door mijn ogen en kijk even om me heen. ‘Waarom moest ik nou wakker worden? Het is nog donker.’ vraag ik. “Omdat we er bijna zijn. Maar jullie hebben toch een wapen?” vraagt degenen die mij eerder had gewekt. ‘Ehh… Ja hoezo?’ antwoord ik aarzelend. Waarom wilt hij dat weten? denk ik bij mezelf. Het antwoord daarop liet niet lang meer op zich wachten. “We worden gevolgd en het is door het donker moeilijk te zien of dat het vijandelijk is of niet.” Ik knik. ‘Dus als we worden aangevallen moeten wij meevechten.’ Hij knikt en antwoord dan. “We kunnen jullie niet dwingen, maar als jullie dat zouden willen zouden wij dat erg fijn vinden.” Ik denk er even over na, en knik dan nogmaals. ‘Er is misschien één probleempje, we zijn niet gewend om op een schip te vechten.’ of om überhaupt te vechten. Denk ik er verbitterd achteraan. “O, maar dat komt wel goed. Zolang je maar kunt vechten.” zegt hij. Dat is dus juist het hele probleem, denk ik bij mezelf. Waarom gebeurd dit nou elke keer. Net als je denkt dat je veilig bent gebeurd er zoiets. Ik zucht en kijk uit over de zee, om te zien of ik het schip kan vinden. Ergens achter ons lijkt er wel iets te zijn maar heel erg duidelijk is het niet. Mussa die blijkbaar ook al wakker was komt naast me staan. “Misschien is het gewoon maar een handelsschip en is er niks aan de hand. Anders zijn we er toch al bijna.” zegt Musa op een geruststellende toon tegen mij. Ik knik en kijk weer uit over de donkere zee.
Als het eindelijk licht genoeg is zien we dat het gelukkig, maar gewoon een handelsschip is. Net als dat van ons. “Zie je wel niks om je zorgen over te maken.” zegt Musa. ‘Ja oké, je hebt gelijk. Maar toch had het ook een ander schip kunnen zijn.’ zeg ik om toch nog een beetje gelijk te kunnen krijgen. “Nou eigenlijk niet want als het een ander schip was met slechte bedoelingen hadden ze wel al eerder aangevallen. En bovendien zijn zulke schepen vaak sneller dan een handelsschip.” zegt Musa dan weer. Ik denk even na over wat hij net gezegd heeft. ‘Oké je hebt gelijk.’ zeg ik half lachend. Musa begint ook te lachen. De Atlaanen die om ons heen staan kijken ons raar aan maar het maakt me niks uit. “Land in zicht! We zijn er! We zijn bijna bij Atla!” wordt er ineens geroepen vanuit de mast. De atlaanen beginnen luid te juichen en te schreeuwen. Blij juig ik mee. ‘We hebben het gehaald.’ zeg ik blij tegen Musa. Na een tijdje kunnen we het land zien. Ik loop even naar Light shadow toe terwijl ik weer bijna val. Als ik dan eindelijk zonder te vallen bij de hokken kom, hinnikt ze naar me. 'Hoi Shadow, dadelijk mag je er uit.' Shadow gooit blij haar hoofd omhoog en hinnikt. Ik haal een appel uit mijn zak en geef die aan haar. Snel eet ze die op en duwt haar neus dan bij mijn zakken. In de hoop daar nog een appel aan te treffen. ‘Gekkie.’ zeg ik zachtjes tegen haar. Ik aai haar nog een keer over haar neus en loop dan naar de voorkant van het schip. Daar ga ik zitten kijken naar het steeds dichterbij komende eiland van Atla. Ik voel een hand op mijn schouder. "Gaat het?" vraagt een lieve stem. Ik draai me om en kijk recht in de ogen van die ene jonge. 'Ja, het gaat wel. Hoezo?' vraag ik weer aan hem. "Nee, gewoon een vraagje. Mijn naam is Tim." zegt hij dan tegen mij. 'Ik heet Luna.' zeg ik dan weer. Hij knikt. "Dat wist ik al." Hij kijkt me glimlachend aan. Ik glimlach klein terug. "Tim kom even helpen." roept dan iemand die net twee roeispanen tevoorschijn haald. Tim zucht. "Ja ik kom er al aan." zegt hij. Met zichtbare tegenzin draait hij zich om en loopt weg. Ik kijk hem nog even na en draai me dan weer om. Het strand komt steeds dichterbij en ik sta op om m'n spullen in te pakken. Net als ik klaar ben gaat er een schok door de boot heen en is het schuren van zand op hout duidelijk te horen. Er springen twee mensen van boord en zetten een strand anker in het zand. Ik pak mijn spullen op en loop samen met Musa naar de voorsteven. Ik voel weer een hand op mijn schouder. “Welkom in Atla.” zegt Tim.
JE LEEST
De reis door The Kingdom
FanfictionDit verhaal gaat over Zita. Zij gaat op zoek naar haar "verborgen" talenten. Het verhaal begint in Mura waarna ze door reist naar nog vele andere Kingdoms. De meeste dingen die in dit verhaal voorkomen zijn ook gebeurd in The Kingdom. Bij sommige Ki...