DEEL 51: Dood?

13 2 0
                                    


P.o.v.: Zita

We sprongen naar beneden en zodra mijn voeten de grond raakte rolde ik door en sta ik snel weer op. Ik laat mijn ogen van kleur veranderen en kijk Eclypsa recht aan. 'Jullie hebben mij hier al lang genoeg vast gehouden. Nu ben ik daar wel een beetje klaar mee.' zeg ik op een kalme toon. 'Dat was voor je eigen veiligheid! Maar nu heb je een grote fout gemaakt!' roept Eclypsa terwijl ze een aantal spells op me afvuurt. Ik kruis mijn armen en het schild komt tevoorschijn. Mijn ademhaling versnelt weer en ik laat het schild verdwijnen. Er ontstaat een vuurbal in mijn handen en die gooi ik richting Eclypsa. Ik hoor haar schreeuwen, meteen draai ik me om en begin ik te rennen. Mike volgt me. 'Kijk uit!' roept Mike. Ik draai me om en probeer mijn armen nog te kruisen, maar het is te laat. Een grote lichtbol komt met een harde klap tegen me aan. Door de klap wordt ik enkele meters naar achteren geslingerd. Ik schreeuw het uit van de pijn en alle lucht is uit mijn longen geslagen. Met een harde klap kom ik op de grond neer en het wordt zwart.

P.o.v.: Mike

Ik zie hoe Myr Eclypsa een lichtbal naar Zita toe gooit, die een paar meter verderop loopt. 'Kijk uit!' roep ik naar haar, ze draait zich om maar is te laat. Met een harde klap treft de lichtbal haar vol op haar borst. Ze schreeuwd het uit van de pijn. Ik ren naar haar toe terwijl ze met een harde klap op de grond komt. Ik laat me naast haar vallen. 'Zita!... Wordt wakker... zeg iets!..

Alsjeblieft!' roep ik, maar ik krijg geen antwoord. Dan kijk ik nog eens goed naar haar. Haar lichaam licht in een vreemde houding en bij haar hoofd is het gras opvallend rood. Tranen komen in mijn ogen. Ik pak haar pols vast, hopend op iets van een hartslag. Boem.... Boem.... Boem.... Ik kan mijn geluk niet op. 'Ze leeft!' zeg ik blij, maar mijn blijheid smelt als sneeuw voor de zon. Ze leeft, dat wel, maar voor hoelang nog? Ik pak een mes en snij de mouw van mijn dunne shirt los. Ik snijd het in reepjes en probeer daarna zo goed als het mogelijk is de wond bij haar slaap schoon te maken. Ze kreunt pijnlijk terwijl ik daar bezig mee ben. Als ik tevreden ben met de wond doe ik er een verband omheen. Oké en nu? Voorzichtig raak ik haar buik aan met mijn hand, waarna ik hem meteen weer terugtrek doordat ze het uitschreeuwd van de pijn. Wat moet ik doen? denk ik wanhopig. Als ze hier blijft komt Entropia haar binnen de kortste keren halen, dus die optie valt al af. Ik durf haar eigenlijk ook niet goed te verplaatsen vanwege het feit dat ze op sterven ligt. Dan dringt het tot me door. 

Ik ben haar enige hoop.

'Arg!' schreeuw ik uit frustratie. Ik wordt er gek van als ik niet weet wat ik moet doen. Oké Mike rustig nu. Ik adem even diep in. Dan weet ik wat ik moet doen. Het is een riskante keuze maar het is de enige oplossing die ik zo snel kan bedenken. Er zijn veel dingen die mis kunnen gaan, maar ik moet het gewoon proberen. Voorzichtig wurm ik mijn armen onder haar lichaam. 'Oké hier gaan we dan.' spreek ik mezelf toe. Met uiterste inspanningen til ik haar op. Dan begin ik te lopen. 'Koning Cemal!' roep ik hard, in de hoop dat hij het hoort. Er komt geen antwoord terug en ik roep nog een paar keer. Ik wil opgeven, maar dat kan ik niet. Ik roep nog één keer. 'Koning Cemal!' 'Mike?!' Hoor ik een bekende stem vragend schreeuwen. 'Hier! Kom helpen!' roep ik terug waarna ik Zita voorzichtig op de grond leg. Ze kreunt zachtjes van de pijn. 'Het komt goed, hou vol.' zeg ik zachtjes terwijl ik nog een reepje stof om haar pols bind met haar armband. 'Het is beter als ze die voorlopig nog niet zien.' fluister ik in haar oor. 'Waar ben je?' roept weer iemand anders. Ik sta op en ga voor Zita staan. 'Mike!' wordt er geroepen van boven. Ik kijk omhoog en zie Cemal aankomen met zijn Wand. Hij landt voor me op de grond en kijkt me onderzoekend aan. 'Waarom moest ik je komen helpen als er niets aan de hand is?' vraagt hij terwijl met elk woord bozer gaat praten. Ik kijk hem even aan en doe daarna een stapje opzij. 'Ik heb ook geen hulp nodig maar zij wel.' zeg ik. 

Als hij haar ziet kijkt hij geschokt. Dan draait hij zich om en roept de dokters, die altijd meegaan naar gevechten, bij zich en wijst naar Zita. De dokters beginnen en ik hurk naast haar en pak haar hand beet met het stuk stof om haar pols. Er wordt een hand op mijn schouder gelegd en ik draai me rustig om. 'Mike... I-ik wil je even spreken.' zegt Koning Cemal fluisterend bij mijn oor. Ik knik en draai me nog even om naar een van de dokters. 'Laat deze erom zitten, oké.' zeg ik als ik naar haar pols wijs. Ze knikken en ik weet dat ik ze kan vertrouwen. Ik laat haar hand los en loop achter Cemal aan. Als we buiten gehoorsafstand zijn begint hij met praten. 'Ik moet je denk ik iets vertellen.' begint hij twijfelend. Ik kijk hem vragend aan. Hij zucht even en vraagt dan: 'Wat is er met dat meisje gebeurd?' Ik kijk hem strak aan. Zijn blik staat bezorgt en hoopvol. Een zucht verlaat mijn mond voordat ik antwoord. 'Ze heeft me geholpen met ontsnappen, maar is nadat we buiten de muur waren geraakt door een van de krachten van Myr Eclypsa.' zeg ik terwijl ik steeds zachter ga praten. Het is even stil voordat Koning Cemal verder gaat. 'Kom, dan gaan we terug.' hij draait zich om en loopt terug naar de rest van de groep. Na een paar seconden volg ik hem terug naar de groep. Ondertussen vraag ik mezelf af waarom hij zo schrok toen hij Zita zag en dan niet te spreken over zijn gehakkel toen hij zei dat hij me wilde spreken. Ik weet niet of mijn gedachtens kloppen, maar volgens mij kent hij haar beter dan je in eerste instantie zal denken.


Heeft Mike gelijk of niet? Wat denken jullie? 

Als je vragen hebt over het verhaal, stel ze. Ook als je iets niet helemaal snapt in het verhaal. Ik heb namelijk af en toe de nijging om dingen onduidelijk te schrijven. 


De reis door The Kingdom Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu