DEEL 30: Tyksa

32 1 2
                                    


P.o.v.: Zita 

Als we weer zijn uitgelachen lopen we verder. Musa loopt naast me als het pad breed genoeg is en anders loop ik achter hem. "Zullen we anders hier ons kamp opslaan? Het begint al te schemeren." 'Ja is goed.' We stoppen en slaan ons kamp op, of ja kamp twee kleine tentjes maar goed. Als we klaar zijn is het al bijna donker. 'Ik loop nog even een stukje rond, over ongeveer een kwartiertje ben ik weer terug.' "Oké als je maar uitkijkt." 'Doe ik zeker.' terwijl ik dat zeg klop ik op m'n zwaard. Ik draai me om en loop weg. Ik snap niet hoe mensen bang kunnen zijn in het donker. Ik voel me er gewoon thuis. Ik haal weer een paar keer diep adem, en loop dan verder. Achter me hoor ik hoe een tak breekt. Als door een adder gebeten draai ik me om en trek ik m'n zwaard. Het gedaante dat nu voor me staat steekt ter overgave zijn of haar armen omhoog. 'Wie ben jij?' "Rustig maar Zita, ik ben het maar." De stem klinkt inderdaad bekend, een mannenstem. Hij doet zijn capuchon af. 'Erik? Wat doe jij hier?' "Ik heb net een nieuwe kape gekocht, hoezo?" 'Nee niks. Maar hoe gaat het met je?' "Wel goed, met jou." 'Ook wel goed.' "Mooi zo." 'Maar ik moet denk ik wel weer verder. Musa wacht.' "Oké, dan spreek ik je later nog wel doei." 'Doei.' Hij zwaait nog even en draait zich dan om en loopt weg. Ik draai me ook om en duik dan de bosjes in terug naar Musa. Ik ga expres niet via het pad terug ik heb namelijk echt geen zin in Erik. 'Auw! Gvd!' Ik loop vol met mijn hoofd tegen een dikkere tak aan. Snel loop ik weer verder, gebukt deze keer. Al gauw kom ik terug bij Musa. 'Ben ik weer.' "Fijn dat je weer terug bent. Zullen we dan maar gaan slapen?" 'Ja, is goed. Er is toch niemand in de buurt.' Ik pak m'n spullen en kruip mijn "tent" in. "Truste." 'Truste.' Ik denk na over alle dingen die ik heb meegemaakt en dat is eigenlijk best wel veel. Ik draai me nog eens om, zodra ik merk hoe moe ik ben sluit ik m'n ogen en val al snel in een diepe slaap. 

P.o.v.: Faleoss 

'Zullen we anders hier ons kamp maar opslaan? We zullen Tyksa toch niet meer bereiken voor het donker, ook zijn we hier relatief veilig.' en ik heb geen zin om in de schemer het kamp op te zetten, voeg ik er in m'n hoofd aan toe. Sommige knikken instemmend en andere antwoorden. "We zullen het inderdaad niet meer halen voor het donker, tenzij we in volle galop gaan en onze paarden compleet afmatten." Sommige knikken weer hevig. 'Nou af stappen dan maar.' Ik slinger m'n been over het zadel en stap af. Snel zetten we onze tenten op en begint een van ons met het klaarmaken van het eten. Als dat klaar is gaan we eten. Zodra dat op is zoekt iedereen zijn of haar tent op. 

P.o.v.: Erik 

Ik weet niet waarom ze net zo deed, maar fijn vind ik het niet. Ik heb de plicht om haar te helpen, met het ontwikkelen van haar krachten. Ik ben haar stil gevolgd en zit nu op een veilige afstand van haar tent. Ik moet haar spreken over een opkomende nieuwe kracht. "Truste." "Truste." ik besluit om nog even te wachten tot ze slapen. Gelukkig heb ik meer krachten dan alleen vuur. Als ik mijn symbool tegen dat van haar aanhoudt kan ik haar geest voor een gedeelte betreden. Zo kan ik als iemand van ons slaapt of het bewustzijn is verloren toch contact met iemand maken en diegene bijvoorbeeld steunen. Ik ben tot nu toe de derde met deze kracht en daar ben ik trots op. Ik merk dat m'n gedachten verder afdwalen en schud ze van me af. Snel kijk ik naar de stand van de sterren, voor zover die hier zichtbaar zijn, om te zien hoelaat het is. Ongeveer negen uur, tijd om te gaan. Rustig loop ik naar de tent waar ik Zita in zag gaan. Buiten de tent blijf ik even luisteren, haar ademhaling is rustig en regelmatig ze slaapt. Voorzichtig maak ik haar tent open en ga ik naar binnen. Ze ligt op haar rechterzij met haar rug zowat tegen het tentdoek aan, genoeg ruimte dus voor mij. Ik ga voorzichtig naast haar liggen en zie tot mijn opluchting dat haar rechterarm niet onder het deken ligt. Voorzichtig til ik haar pols op en leg m'n eigen pols zo onder die van haar dat onze symbolen elkaar goed aanraken. Ik concentreer me volledig op haar en tast Zita's slapende geest af. Op zoek naar het deel van haar geest dat ik nodig heb om haar dromen te beïnvloeden. Na een paar minuten vind ik wat ik zoek en dring ik binnen in haar droom. Haar droom gaat over vanalles en nog wat, maar besluit om het te negeren en ga aan de slag. 

'Zita, je zult snel nog sterker worden en sneller kunnen reageren op alles om je heen. Je reactie vermogen zal langzaam maar zeker verbeteren, totdat het zijn toppunt heeft bereikt. Wees altijd op je hoeden voor onverwachte dingen. Wees alert! Je zult het vanzelf merken.' 

Ik ben net klaar met het brengen van de boodschap als Zita haar hand terugtrekt en zich omdraait. Onze symbolen raken elkaar daardoor niet meer aan en wordt ik als het ware uit haar geest gegooit. Ik haal m'n schouders op, voor hoever dat op je buik liggend gaat, en kruip weer naar buiten. Daarna sluit ik de tent weer. 'Welterusten, Zita.' Ik draai me om en loop weg. 

Alweer hoofdstuk 30... Alleen de kaft is nog niet helemaal af, maar als die af is zal ik hem gelijk veranderen. En lijkt het jullie leuk om een Q&A te doen? Let me know.

DOEI!!!

De reis door The Kingdom Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu