DEEL 27: Oefenen

13 1 0
                                    


P.o.v.: Drunkendutchmen

Ik begin met het uitleggen van de basisdingen zoals hoe ze het zwaard vast moeten houden en hoe je die dan weer het beste kan bewegen. Af en toe verbeter ik hun houding en de bewegingen die ze maken. Na een tijdje las ik een pauze in en zet ik drie oefenpoppen klaar. Als ze weer zijn uitgerust laat ik, met behulp van de poppen, zien waar je iemand het beste kan raken als je die wilt doden. 'Dus als je iemand wilt doden kun je hem het beste in zijn hart steken, alleen zullen ze die plek goed verdedigen.' Ik kijk Musa en Zita even aan en ze knikken begrijpend. 'Je kan dan ook gebruik maken van de hals of het hoofd zelf. Dus ga maar eens proberen.' en ik maak een armgebaar in de richting van de pop. Ik zie Musa en Zita er gelijk op los gaan, en besef dan dat ik nog iets belangrijk ben vergeten te zeggen. 'Zita en Musa even stoppen.' ze stoppen en kijken me vragend aan. "Deden we iets verkeerd?" vraagt de jongen. 'Nee jullie doen het juist goed alleen ben ik iets vergeten te zeggen. Je hoeft namelijk niet het hele lichaam te doorboren om je tegenstander te doden. Een snelle uithaal is genoeg, het zwaard hoeft dan maar een paar centimeter in het lichaam, dat is genoeg om je slachtoffer te doden.' de twee knikken en gaan weer verder, rustiger deze keer. Na nog een paar uur oefenen is het tijd om te stoppen. 'Stop maar, we zijn klaar voor vandaag allebei goed gedaan.' zuchtend en hijgend laten ze zich op de grond zakken. 'Als jullie willen kan ik voor jullie een kamer regelen, dan kunnen we of ja jullie morgen ook nog even oefenen.' ze kijken me aan en het meisje antwoord als eerste. "Als dat zou kunnen, graag." "Dat zou heel fijn zijn." 'Oké, lopen jullie dan mee?' ze knikken beide en staan op. Alleen draait Zita zich eerst om en loopt richting de rekken met zwaarden. 'Zita wat ga je doen?' "Het zwaard opruimen en m'n eigen mee nemen." ze zet het houten zwaard terug en pakt dan haar eigen zwaard van de tafel inclusief de spullen die ze bij zich had. Ondertussen volgd Musa haar voorbeeld. Als ze hun spullen hebben begeleid ik hen naar hun kamer. 'Ik kom jullie morgen weer ophalen. Ik doe de deur wel op slot maar dat snappen jullie vast wel. Nou tot morgen.' "Doei." zeggen ze nog net voordat ik de deur sluit. Ik stop de sleutel in m'n zak en loop weg. "Waar kom jij nou ineens vandaan? Ik heb je al de hele tijd lopen zoeken." 'Waarvoor heb je me nodig dan, Milan?' ja ik zeg gewoon Milan want ehh ja ik mag dat. Ik vraag het expres om zijn andere vraag te ontlopen. En dat lijkt aardig te lukken. "Het is nog steeds Koning Milan voor jou hè." ik kijk hem glimlachend aan. 'Oké dan Koning Milan.' Ik leg de nadruk expres op het woord Koning. Milan schud lachend zijn hoofd. "Kom mee dan vertel ik het je in de vergaderzaal." ik knik en loop achter hem aan.

P.o.v.: Musa

'Daar zitten we dan opgesloten in een kamer.' "Jep, maar het is wel voor een goed doel. Als we straks een beetje kunnen vechten zal het toch net weer wat makkelijker zijn." 'Maar wat als hij ons niet meer komt halen? Dan zitten we hier echt vast.' Zita kijkt me doordringend aan. "Hij komt terug dat weet ik zeker." er klinkt zekerheid door in haar stem. 'Oké.' zeg ik daarom maar. Ik kijk om me heen om te zien wat er allemaal in de kamer staat. Er staat een tafel en drie stoelen, twee bedden, een kast, een kapstok of iets wat er in elk geval op lijkt en er hangt ook nog een fakkel aan de muur die voor wat licht zorgt. Ik zucht en laat me op een stoel zakken. Zita heeft ondertussen ook rond gekeken. "Ik slaap hier." ze ploft op een van de bedden neer en glimlacht tevreden. "Zullen we anders nog even oefenen?" ik kijk haar aan. 'Hoe wil je dat gaan doen? We hebben die houten zwaarden toch niet hier.' "Hoeft ook niet, we hebben toch onze eigen zwaarden." 'Wil je nou serieus met echte zwaarden gaan oefenen?!' mijn stem slaat een beetje over, maar ja het is gewoon een super dom idee. "Ja, dat wil ik." ik kijk haar misprijsent aan. 'Hoe haal je het in je hoofd. Straks raakt er een van ons gewond en dan, wat doen we dan?' Ik snap echt niet waarom ze dat wil. "Luister nou gewoon eens." haar stem klinkt geïrriteerd. "Als we nou gewoon wat doeken om onze bladen van onze zwaarden doen (ik heb geen idee hoe ze dat noemen) dan maakt het minder geluid en dan zijn ze ook niet meer zo scherp." ze kijkt me met een uitdagende blik aan. "Of ben je soms bang?" 'Nee ik ben niet bang en al helemaal niet voor jou.' "Oké kom dan." haar stem klinkt plagerig. Ik rol met m'n ogen en trek het zwaard uit de schede en wikkel er een aantal doeken omheen. 'Zo dan?' ze kijkt me aan en knikt. We gaan tegenover elkaar staan en slaan zachtjes onze wapens tegen elkaar. Het voelt best vreemd of ja in ieder geval anders dan tegen een hout met stro gevulde pop. (soort vogelverschrikker) Het is wel fijner, maar ook gevaarlijker. Zo gaan we nog een tijdje door met dit soort van oefengevecht. Als we moe zijn besluiten we om te stoppen, we halen de doeken van onze zwaarden af en doen die terug in de schede. Daarna zoeken we beide ons bed op.

DOEI!!!

De reis door The Kingdom Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu