DEEL 23: De Onbekende

18 2 0
                                    


P.o.v.: Vallerion

'Hoe hebben jullie dit in hemelsnaam kunnen laten gebeuren?' "Als jullie haar gewoon hadden tegengehouden was ze hier nog gewoon." zegt een soldaat van Cali. 'Oo, dus nu is het onze schuld. Wacht maar tot Koning Cemal dit hoort.' Ik draai me om en loop terug naar de groep. Soms snap ik Cali echt niet. Ze willen dat we hen helpen maar als er iets mis gaat schuiven ze de schuld in onze schoenen. "Vallerion, wat doe jij hier? Ik dacht dat jij mee zou helpen met het vangen van dat meisje?" 'Gegroet koning, inderdaad dat zou ik doen.' Ik heb er eigenlijk nu al spijt van dat ik het zo onduidelijk heb gezegd. "Hoezo ZOU je dat doen?" 'Ik bedoel koning dat zou ik nog steeds aan het doen zijn, als die Cali soldaat haar niet had losgelaten.' "Hoe bedoel je LOSgelaten." 'Precies zoals ik het zeg koning.' de andere soldaten komen nu ook aangelopen. "Hoe krijgen jullie het voor elkaar om haar te laten ontsnappen, het is nog wel een meisje!" "Het spijt ons koning, maar je kunt het haar niet, het is nog wel een meisje, noemen." "Oo en waarom zou ik dat niet kunnen?" Je hoort duidelijk de dreiging in zijn stem. Maar daar lijkt Meindert zich niks van aan te trekken. "Ze zijn terug, je weet wel die ehh." Meindert zit er ineens heel gestrest uit, iets wat je maar zelden bij hem ziet. "Wie bedoel je, Meindert?" Koning Cemal lijkt het ook te merken maar hij zegt er niks van. "Die ehh.. Oo kom op ehh… hoe heten ze nou… ehh, nou ja we moeten in ieder geval op gaan passen." "Meindert wij zijn Jenava wij zijn voor niemand bang waarom zouden we dat nu dan wel zijn? Ik dacht dat je dat onderhand wel zou weten." ik snap er niks meer van. "Dat weet ik ook wel koning Cemal. Weetje wat ik zoek het wel op in de geschriften van Jenava, ik weet zeker dat het erin staat." Oké ik snap het niet meer. "Soldaten van Jenava we gaan." 'Oké koning Cemal.'

P.o.v.: Musa

In de verte lijkt een soort worsteling plaats te vinden. Dan lijkt iemand zich van de groep los te maken het is alleen moeilijk te zien wie het is. Maar wat ik wel zie is dat degene rent voor zijn of haar leven. Naarmate hij of zij dichterbij komt kan ik steeds meer details zien. Het is een meisje, als ze nog dichterbij komt zie ik dat het Zita is. 'Zita.' Ik ben blij om haar weer te zien. Zwaar hijgend laat ze zichzelf op de grond zakken en trek ik haar de laatste meters tussen de grenspalen door. Ze kijkt me glimlachend aan. "Dankje… wel… Musa." zegt ze tussen het hijgen door. Ze moet echt hard hebben gerend als ze nu buiten adem is. Als ze weer op adem is gekomen. "Kijk, het is gelukt. Er zaten twee zwaarden aan de riem, dus nu hebben we er allebei een. Alleen heb jij dan geen riem, maar ja alsjeblieft." Ze geeft mij een van de zwaarden. 'Dankjewel.' Dan staan we op en lopen we verder Malino in.

P.o.v.: Meindert

We zijn eindelijk terug in Jenava. Ik ben zodra koning Cemal me niet meer nodig had, naar de Geschriften gegaan. 'Oké waar moet ik beginnen met zoeken.' "Wat zoek je?" ik schrik dat kapot, omdat ik dacht dat ik alleen was. "Wat zoek je?" vraagt Dennis, want hij was het, opnieuw. Ik besluit om het te vertellen, en tot mijn verbazing neemt hij me serieus. "Had zij ook zo'n zwart bandje met zo'n raar teken om haar pols?" terwijl Dennis dat vraagt loopt hij tussen de geschriften door. 'Ja, volgens mij wel.' Ik loop achter Dennis aan. Dan stopt hij en pakt hij een van de meest stoffige boeken van een plank. "Hier moet het als het goed is instaan. Hier." Hij geeft het boekje aan mij. Voorzichtig blaas ik de stof er vanaf wat een hoest en niesbui veroorzaakt. 'Sorry, Dennis.' zeg ik als ik eindelijk gestopt ben met niezen. "Het is al goed ik moet het hier gewoon een keer afstoffen." ik knik en sla het boekje open, en begin met lezen.

Dennis is ondertussen al weer naar zijn kamer gegaan. Ik sla nog een bladzijde om, en mijn ogen blijven op het kopje bovenaan de bladzijde hangen. 'NEE, DIT KAN NIET!!! DIT KAN GEWOON NIET!!!' "Meindert wat is er? Gaat het?" 'Haal d-de koning.' Ik laat me weer op de stoel vallen waar ik net uit was op gesprongen. Ik leg m'n hoofd in mijn handen, laat dit alsjeblieft niet waar zijn. "Meindert waar ben je?" 'Ik ben hier koning Cemal.' "Ik hoop dat je me niet voor niets hebt geroepen." 'Nee, dat heb ik zeker niet.' "Waarvoor heb je me dan geroepen." 'Ze zijn terug. De Onbekende...

P.o.v.: ???

'Ik vind het tijd om bekend te maken dat we weer terug zijn.' "Waarom zouden we dat doen? En anders hoe zouden we dat dan gaan doen?" 'Ik vind dat we nu toch echt wel lang genoeg hebben gewacht. Ik weet al hoe we dat gaan doen.' "Hoezo weet je al hoe je dat wilt gaan doen als het nog niet eens zeker is dat we dat überhaupt gaan doen?" 'Je weet wel hè, die nieuwe.' Ik zie dat hij knikt en ik ga door met m'n uitleg of hoe je het ook wilt noemen. 'Zij heeft al het nodige voorwerk gedaan. Jenava en Midusa zijn al gaan denken, en Malino zal snel volgen. Dus daarom lijkt het me nu het goede moment om te laten zien dat we nog steeds bestaan, en altijd zullen blijven bestaan. Wat denk je ervan?' "Als jij denkt dat het werkt Erik, vind ik het goed." 'En dat denk ik zeker, dan kunnen we ook meteen onze naam weer bekend maken en misschien zelfs veranderen.' "Ja, wie weet."


Ik hoop dat dit een leuk deel is geworden. Ik heb namelijk echt lang over een naam na moeten denken. Oja, sommige dingen zijn bijverzonnen en zijn niet echt in een storyline van een van de kingdom's.

DOEI!!!

De reis door The Kingdom Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu