Een weekje later als Zita weer helemaal is genezen.
P.o.v.: Cemal
'Ben je klaar om te gaan?' vraag ik door de deur heen. 'Ja, ik kom.' komt er als antwoord. Ik zucht even kort en loop dan weer naar beneden. Na een paar minuten loopt ze eindelijk naar beneden. 'Ja kunnen we nu eindelijk gaan?' vraag ik terwijl ik opsta van mijn troon. Zita knikt. 'Ja maar waar gaan we eigenlijk naar toe?' 'Naar je broer.' zeg ik simpel. 'Jahaa, dat snap ik ook wel, maar waar is hij?' 'Daar kom je zo achter.' geef ik haar als antwoord en daarna tegen de soldaten. 'Mike en Vallerion jullie gaan met ons mee.' ze knikken en we lopen naar buiten. Als we door de poort heen zijn landen Ragoreon, Ragkratis en Ragthanatos voor ons op de grond. 'Gegroet Cemal.' zegt Ragthanatos. 'Gegroet. Wat brengt u hier?' vraag ik. 'We zijn naar iemand op zoek die zich volgens mijn mannen hier bevindt.' 'O en wie mag dat dan wel zijn?' vraag ik licht nieuwsgierig. 'Wie is dat?' vraagt Ragoreon terwijl hij naar mij dochter staat te wijzen. 'Dat gaat je niks aan!' 'Wie zoeken jullie?' vraagt Zita. 'Dat gaat zijn jouw zaken niet meid.' 'O nee? Misschien kan ik helpen.' zegt ze op een spottende toon. 'Zita bemoei je er niet mee.' zeg ik tegen haar. 'Cemal vertrouw haar nou maar ze weet wat ze doet echt.' zegt Mike zacht. Ik knik nauwelijks zichtbaar. Dan pas zie ik dat Ragkratis lacht en zijn wand pakt. Mijn hand gaat onbewust ook richting mijn wand. Dan doet Zita haar kap af, haar ogen zijn zo zwart als de nacht. 'O dus je wilt gaan vechten?' zegt ze zonder Ragkratis ook maar een moment uit het oog te verliezen. 'Als jij denkt dat je kan winnen.' Zegt Ragkratis. Bezorgt kijk ik haar aan. 'Zita weet je het wel zeker? Ik bedoel, hij is wel een Empire, hè.' 'Vertrouw me nou gewoon.' Ze lopen een stukje bij ons vandaan. 'Cemal je weet toch wel dat ze dit gaat verliezen.' zegt Vallerion. Ik zucht even. 'Als zij denkt dat ze het kan, vertrouw ik daar ook op.' 'Cemal het is een meisje en je weet hoe sterk kan zijn Ragkratis. Je mag nog van geluk spreken dat ze tegen hem gaat in plaats van tegen Ragoreon.' zegt Ragthanatos. Ik zucht geïrriteerd en kijk hoe ze tegenover elkaar gaan staan. Ragthanatos begint met aftellen. 'Drie... twee... een... -'
'STOP!!!!' schreeuwt iemand ineens. Zoekend kijk ik om me heen, maar ik zie niemand. 'Ehh koning, kijk eens boven u.' zegt Vallerion. Ik kijk naar boven waar ik een man ergens rond de een- of tweeëntwintig jaar vliegen. Het is duidelijk geen Empire en hij ziet er ook niet bepaalt uit als een god. 'WIE BEN JIJ EN WAT DOE JE HIER IN JENAVA!!!' schreeuw ik naar hem. Hij kijkt me kort en minachtend aan. Ik kijk even kort naar Zita die hem verbaast aankijkt. Dan kijkt de onbekende man rond en land uiteindelijk recht voor Zita op de grond, waarna ze snel een paar stappen achteruit zet. 'Aaahh daar ben je dan eindelijk.' zegt hij. Ondertussen lopen ik, Vallerion, Mike en Empire naar de twee toe. 'Wie ben jij?' vraagt Zita met een lichte angst in haar stem. Hij lacht gemeen 'Ik ben Hector de huidige leider van De Onbekende en ik ben van plan dat zo te laten. Alleen is er een probleem...' 'O en wat mag dat dan wel niet zijn?' vraagt Zita. 'Niet wat maar wie. Want jij bent het grootste probleem! Door jou is Erik weggekomen en daar zul je voor boeten voor de ogen van alle mensen die jou als leider wilde.' Hij lachte kwaadaardig. Ik kon me niet inhouden. Hoe durft hij zo tegen MIJN dochter te doen. 'VERDWIJN VAN MIJN LAND HECTOR OF HOE JE OOK MAG HETEN!!!!' schreeuw ik boos. 'Ik zou niet weten waarom?' antwoord Hector kalm. Ik pak mijn wand en richt die op hem. 'GA WEG OF IK MAAK JE AF!!!!' schreeuw ik nog bozer.
P.o.v.: Zita
Nee nee nee dit gaat helemaal fout. Als pap Hector gaat uitdagen verliest hij honderd procent zeker van hem. 'Wat nou als we het omdraaien. Jij gaat weg of anders maak ik jou af!' zegt Hector op een rustige toon, waardoor de dreiging in zijn stem goed te horen is. Ik zie hoe Mike en Vallerion meteen hun wapens trekken. Dit begint uit de hand te lopen. 'Hector!' zegt ik met een luide en heldere stem. Langzaam draait hij zich naar me om. 'Ik ga met je mee als je hun met rust laat.' zeg ik met meer zelfvertrouwen dan ik daadwerkelijk voel. Hij kijkt me met een grote grijns aan. 'Fijn dat je vrijwillig met me meegaat, Zita.' zegt hij terwijl hij mijn arm stevig beet neemt en me ruw omdraait zodat ik met mijn rug naar Hector toe sta. Dan slaat hij ineens zijn arm om mijn keel en drukt me tegen hem aan. Waardoor ik nog moeizaam kan ademen. 'Geen stap dichterbij Jenavaatje of ze gaat er meteen aan.' Ik zie Mike hopeloos naar me kijken. Dan laat hij zijn zwaard uit zijn hand glijden en zakt op zijn knieen. 'Mike.' zegt Cemal verbaasd. Waarna hij naast hem knielt. Wacht, waarom laat ik dit gebeuren? Ik bedoel ik ben toch sterker dan Hector. Voorzichtig draai ik mijn hoofd iets opzij maar hij heeft me door en verhoogt de druk op mijn keel. Na een tijdje krijg ik haast geen lucht meer in mijn longen. Door het tekort aan zuurstof kan ik ook mijn krachten niet meer gebruiken. In de hoop nog iets van lucht binnen te krijgen begin ik wild te bewegen, daardoor houdt hij me alleen maar beter vast. Langzaam verschijnen en zwarte vlekken voor mijn ogen. Ik sluit mijn ogen...
Is dit het einde? of weet Zita hier toch nog levend uit te komen?
JE LEEST
De reis door The Kingdom
FanfictionDit verhaal gaat over Zita. Zij gaat op zoek naar haar "verborgen" talenten. Het verhaal begint in Mura waarna ze door reist naar nog vele andere Kingdoms. De meeste dingen die in dit verhaal voorkomen zijn ook gebeurd in The Kingdom. Bij sommige Ki...