#24

33 3 1
                                    

Ik schiet omhoog van het bankje. Een soort instinct neemt het over en ik begin meteen mensen te helpen. In mijn Luna-stem zeg ik: 'Kinderen en vrouwen die niet vechten, naar het paleis! Mannen en vrouwen van het leger, naar de frontlinie!'

Ik draai me om zodra ik zie dat iedereen doet wat ik vraag en zie Mace met grote ogen op het bankje zitten. Hij lijkt compleet bevroren te zijn. Ik zak voor hem door mijn knieën. 'Mace' vraag ik, en ik schud aan zijn been. Hij kijkt me aan. 'Je moet naar het paleis.' Zegt hij meteen. 'Wat?' Vraag ik. 'Ik wil niet dat onze baby gevaar loopt. Nooit niet.' Zegt hij luid.

'Ik vecht mee, Mace.' Antwoord ik resoluut. 'Nee.' Zegt hij. 'Jawel, Mace.' 'Nee!' Roept hij.

'Mace! Ik ga ons volk niet laten stikken! Dit zijn míjn mensen, en ze hebben me nu meer nodig dan ooit!' Roep ik geïrriteerd.

Hij pakt mijn hand. 'Je- je hebt gelijk. Ik wil je gewoon niet kwijtraken.' Fluistert hij, en hij legt zijn voorhoofd tegen de mijne.  'Dat gebeurt niet.' Mompel ik.

Hij staat op. 'We moeten gaan.' Zegt hij en we rennen naar de frontlinie.

Zodra we daar aankomen is het gevecht al in volle gang. Ik verander snel en zie Mace hetzelfde doen. Ik ren het gevecht in.

Al gauw zie ik Jasper op de grond liggen, met een wolf bovenop hem. Jasper bloed hevig. Ik neem een aanloop en stort me met al mijn gewicht tegen de flank van de zwarte wolf. Hij valt jankend op de grond. Ik sta op, en hij volgt al gauw mijn voorbeeld.

'Een meisje?' Snauwt hij. Ik antwoord niet, maar val uit richting de wolf. Hij probeert me te krabben maar ik duik snel tegen de grond. Even is hij verbaasd door mijn reflexen, wat mij een kans geeft. Ik til snel mijn poot op en krab in zijn gezicht.

Een kras siert zijn gezicht, van de linkerkant van zijn kaak tot aan de onderzijde van zijn rechterwenkbrauw. Hij kan nu nog maar zien met één oog. Ik zie dat als voordeel en maak gebruik van zijn blinde hoeken. Zo weet ik zijn poot open te krabben en ook zijn borstkas verliest een stuk huid.

Hij stoot me ruw om. Hij neemt een aanzet om bovenop mij te springen. Ik krab zijn nek open terwijl hij in de lucht hangt. Zijn levenloze lichaam valt op de mijne. Ik bescherm meteen mijn buik.

Even denk ik vast te zitten maar ik weet me toch onder de wolf uit te wurmen.

Ik zie weer wat zwarte wolven en ren vol moed op ze af.

Ik voel een arm mij ruw achter een boom trekken, en een doekje op mijn mond duwen. Ik probeer mijn best om los te komen uit de stalen greep, maar niks lukt. De chemische geur die van het doekje af walmt lijkt steeds sterker te worden. Verzetten word steeds moeilijker. Ik probeer wakker te blijven, maar het lukt niet. Verslagen sluiten mijn ogen en neemt de duisternis het over.

Pov Mace
Ik zie Menora een wolf afslachten. Een wolf die ik maar al te goed ken. Het was mijn neef. Het maakt me niet heel veel uit, maar ergens voel ik het wel.

Ik ren snel tussen de vechtende wolven door om Anderson te redden. 'Thanks Mace.' Mindlinkt hij. Ik knik en ren weer verder.

Ineens sta ik oog-in-oog met een paar bekende ogen. Mijn vader. 'Verrader!' Snauwt hij. 'Ook leuk jou weer te zien' zeg ik sarcastisch. Zijn ogen worden nog woester dan dat ze al waren en hij stormt op me af. Hij is sterk. Heel sterk.

Maar hij is degene die mij getraind heeft, gepusht tot het einde. Ik ken zijn stijl en zijn foutjes. Zoals het feit dat hij uitstapt met zijn poten. Schiet zijn linkerpoot naar voren, krabt hij met zijn rechterpoot, en andersom. Door hierop te letten weet ik de meeste van zijn klappen te ontwijken. Hier en daar weet ik hem te raken.

Een duizelig gevoel overstroomt me en ik voel meteen dat het van Menora afkomstig is. Ik kijk snel rond, en zie dat ze vastgehouden word door iemand. Ik kan het gezicht niet zien, en het postuur word gemaskeerd door een boom. Haar ogen sluiten en diegene tilt haar op. Mijn vader leek door te hebben dat ik afgeleid was, en geeft mij een harde klap op mijn kop. Ik zie even sterretjes maar herpak mezelf weer.

We zijn nog steeds aan het vechten. Hoelang? Ik heb geen idee. Ik probeer te focussen maar Menora blijft mijn gedachtes overspoelen. Dan maakt mijn vader een fout. Ik til gauw mijn poot op en snijd in een beweging zijn keel open. Hij valt neer en in een keer word het stil. Iedereen stopt met vechten.

De Alpha is gevallen.

We hebben gewonnen.

Even overspoelt een blij gevoel mij, maar dat verdwijnt meteen weer, zodra ik denk aan Menora. Ik ren naar de plaats waar ik haar voor het laatst zag.

Er is niemand te bekennen, en behalve Menora hangt er ook geen andere geur. Ik zoek nog zeker een halfuur door, maar er is geen spoor te vinden.

Ze is weg.
———————————-
Hai hai!
Sorry dat mijn laatste upload ongeveer een week geleden was...

Zoals ik in het vorige hoofdstuk zei zit ik een beetje vast, en ook over dit hoofdstuk ben ik niet helemaal tevreden.

Laat wat feedback achter als je wil!
X

Two worlds apart ~ DutchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu