Boek 2, hoofdstuk 2 - Visioen

160 8 0
                                    

Terug in het kasteel heb ik Evan niet meer durven aan te kijken. Ik deed hem pijn. Dat is iets wat ik nooit heb willen doen. De zorgen over mijn moeder spelen even op de achtergrond in mijn hoofd. Evan is ook belangrijk. Ik zit in de hal, tegen de muur aan op de grond. Evan zit in de kamer achter de muur waar ik tegen aan zit. Het tafereel van zo'n drie uur geleden blijft zich afspelen in mijn hoofd. Hoe kon ik nou zo de controle verliezen? Het ging zo goed. Mijn voorgevoel was meer dan terecht. Er gebeurde iets ergs. Ik had rustig moeten blijven. Ik had niet weg moeten rennen. Maar achteraf is een leuk woord.

'Dus, sinds wanneer kan jij lucht bewegen?' Sophie in naast me komen zitten. 'Wat?' ik kijk op en kijk haar aan. Sophie heeft ook nog dezelfde kleren aan. Ook haar kleren zijn vies. 'Ik weet het niet.' Zeg ik. 'Je wist niet dat je dat kon?' vraagt ze voor de zekerheid. Ik schud mijn hoofd. Ik weet dat na mijn bezoek aan Para alles weer is gaan groeien. Het regent ook veel vaker in Evana. 'Het klinkt wel logisch.' Ik kijk weer terug naar Sophie. 'Ik bedoel je laat Para groeien.' Ik mompel iets instemmend en kijk weer voor me uit. Ik trek mijn knieën naar me toe en leg mijn voorhoofd erop. Ik zucht. Het schuldgevoel is niet eens even weg gegaan. Mijn nieuwe kracht zie ik als een onderwerp voor later. Evan en mijn moeder zijn belangrijker.

De deur naast me gaat open en meteen sta ik ook. De koninklijke dokter komt de kamer in lopen. 'En?' vraag ik hoopvol. 'Prinses.' Hij groet me even kort met een kleine buiging. Ohja, prinses. Ik heb de kroning niet af kunnen maken. 'Evan heeft zijn linker rib gekneusd. Het zal wel even duren voordat hij weer met jullie op pad kan gaan.' Legt de dokter uit. Ik knik en kijk naar de deur. 'Je mag naar hem toe.' Als of de dokter gedachte kan lezen beantwoordt hij mijn vraag. Ik knik en loop naar de deur. Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik moet gaan doen als ik Evan zie. Sophie doet voor mij de deur open en loopt voor me naar binnen. Evan kijkt gelijk onze kant op. Zijn boven lijf is bloot en hij heeft wat verband om zijn buik heen gewikkeld. Verder ligt hij onder de dekens. Het schuldgevoel komt meteen weer terug. De sfeer in de kamer is gespannen ondanks dat ik nog steeds bij de deur sta.

'Ik laat jullie kleuters wel alleen.' Sophie wurmt zichzelf tussen mij en de deurpost door en gooit de deur met een klap dicht. Ik loop van schik bij de deur vandaan. 'Elena.' Ik knijp mijn ogen dicht. 'Het spijt me.' zeg ik voordat Evan iets kan doen. 'Het is al goed.' Hij steekt zijn arm naar me uit. Ik loopt toch wat onzeker naar het bed toe. Buiten wordt het al donker dus hier en daar zijn al wat kaarsen aan gestoken. Ik ga op de stoel zitten naast het bed en leg mijn hand in die van Evan. 'Je hoeft je niet schuldig te voelen.' Ik knik. 'Jawel. Ik deed je pijn. Ik blies je tegen een boom aan.' miep ik zacht. 'Je was overstuur. Dat kan ik wel begrijp. Ik weet dan niet hoe het is om een ouder te verliezen. Maar ik denk dat dat net zo erg is als dat ik jou zou moeten verliezen.' Bij Evans laatste woorden knijpt hij zacht in mijn hand. Ik kan een klein lachje niet vermijden. 'Ik wist ook niet dat je dat kon doen met wind.' 'Ik ook niet.' Evan lacht en tilt mijn hand op naar zijn lippen. Zodra mijn huid contact maakt met zijn lippen schiet er een witte waas voor mijn ogen.

Razendsnelle flitsende beelden schieten door mijn hoofd. Net als of ik met supersnelheid door het bos ren zonder dat ik beweeg. Het beeld komt stil te staan voor een soort grot. Geen deur of ramen, niks. Zo snel als het beeld kwam is het ook weer weg. Dat alles binnen een seconde of vijf. Ik voel me een beetje duizelig zodra ik mijn eigen beeld weer krijg. 'Elena?' Ik zak achteruit in mijn stoel en grijp met mijn andere hand naar mijn hoofd. Evan laat mijn hand los en probeert overeind te komen. Hij sist even pijnlijk. 'Sophie!' roep Evan hard. 'Het gaat wel weer. Ga terug liggen.' Met trillende handen pak ik Evan vast en duw hem zacht weet terug in bed. 'Gaat het?' Ik knik. 'Wat is er?' is het eerste wat Sophie zegt zodra ze de deur met een klap openzwaait. 'Ik weet het niet.' zucht ik. 'Je was weg.' Evan is bezorgd. 'Ik zag van alles. Het was alsof ik door een bos rende maar dan heel snel. Ik kwam uit bij een soort grot. Toen was alles weg.' Ik probeer de beelden te plaatsen. Ik ken dit deel van Evana helemaal niet.

Just A Queen | Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu