Boek 2, hoofdstuk 19 - Konijntjes

92 8 0
                                    

Een nieuwe dag is begonnen. Evan en ik zitten beneden in de herberg aan ons ontbijt. Met een broodje, eitje en wat sap begint de dag al goed. Uit het niets word de deur open gegooid. Fredo en Antonio staan in de deur opening. 'Waar is de Prinses?' vraagt Fredo. 'Ik ben hier.' Zeg ik met een zucht. Ik stop een nieuw stukje brood in mijn mond en eet het op. De stoere houding van de bewakers verdwijnt en ze lopen naar ons toe. 'Waar heeft u de hele nacht gezeten?' vraagt Fredo, 'Hier.' zeg ik simpel. 'We hebben ons rot gezocht.' zegt Antonio. 'En ik meende dat ik had gezegd dat ik geen babysitters nodig had.' zeg ik. Ik peuter het schilletje van mijn eitje af en lepel hem leeg. De mannen blijven stil. We waren bang dat er iets met u was gebeurt.' Zegt Fredo. 'Jij weet als de beste dat ik voor mezelf kan zorgen.' zeg ik. Ik maak even oogcontact met Evan. Zodra We allebei klaar zijn staan we op. Ik leg twee gouden munten op tafel. De bewakers negerend lopen Evan en ik weg. 'Toe prinses, we doen alleen maar ons werk.' zegt Antonio. Ik zucht. 'Prima. Als je maar onthoud dat ik geen bescherming nodig heb.' zeg ik zacht. 'U niet, maar Evan misschien dan wel.' zegt Antonio. Evan schiet in de lach. 'Ik heb wekenlang met jullie getraind. Ik ben op jullie niveau. Ik red mezelf prima.' zegt Evan. Hij houd de klapdeur voor me open en laat mij erdoor. De mannen achter ons blijven stil. De koetst staat voor de deur geparkeerd. Evan begeleid me de koets in en gaat dan naast me zitten. Ik pak zijn hand vast en vlecht mijn vingers door de zijne. 'Okay prinses. We begrijpen het. Hopelijk uw vader ook.' zegt Antonio. Ik knik. 'Bent u klaar om terug te gaan?' vraagt Fredo. Hij pakt de teugels vast en kijkt achterom. 'Nog niet. Vrienden hebben gevraagd of we vandaag nog even langs kwamen.' zeg ik zacht. 'Zoals u wenst. Waar heen?' 'Naar de kerk...' verder weet ik de route niet uit mijn hoofd. Gelukkig voegt Evan de rest toe. 'Naar de kerk en dan links. Het straatje door en dan kom je er vanzelf.' zegt Evan. Fredo knikt en de wagen komt tot stilstand.

Aangekomen bij de kleine boerderij van Alberto en Anita komt de koets tot stilstand. Evan begeleid me weer veilig op de grond. 'Na u.' Zegt hij bij het hek. Hij weet dat ik de kippen haat en toch laat hij me voor. Ik snif en loop het erfgoed op. De grote haan merkt mij meteen op en rent als een gek mijn richting op. 'Evan!' Gil ik. Ik strek mijn hand uit naar de haan en een windvlaag volgt per ongeluk mijn hand. De haan rolt een paar keer achterover. Wanneer hij weer kan staan loopt hij de andere kant op. Toch een beetje opgelucht en schuldig laat ik mijn hand weer zakken. Evan grinnikt en pakt mij hand vast. Hij begeleid me zoals elke keer naar de achterkant van het huis. Anita en Alberto zitten buiten op een bankje. Het is prachtig weer dus genieten van de zon lukt prima. 'Oh daar zijn jullie al.' Zegt Anita. Ze komt meteen in beweging. Alberto volgt zijn vrouw. 'Na gisteren hebben Alberto en ik na gedacht.' Anita legt haar hand op mijn buik. Nu pas valt het me op dat er een klein buikje is ontstaan. 'We willen jullie een cadeautje meegeven voor de baby.' zegt Alberto. Ik kijk ongelovig Evan aan. Hij lijkt het ook niet te geloven. 'Dat is zo lief van jullie.' Zeg ik. Ik leg mijn hand op Anita's hand die nog steeds op mijn buik rust. Anita lacht en knikt dan vervolgens weg. 'Zoek er maar eentje uit.' zegt ze. Ik volg haar blik en zie de ren met konijntjes staan. 'Meen je dat?' vraag ik voor de zekerheid. Anita knikt. Ik pak Evans hand vast en samen lopen we naar de ren. De konijntjes huppelen in het rond. Het konijntje wat naar Evan is vernoemt ligt lekker in de zon. 'Wat vind je van deze?' Evan haalt een konijntje tevoorschijn. Ik aai hem maar zet hem dan uit eindelijk weer terug. Na een zwart/wit, grijs, wit/bruin en zwart konijntje te hebben geaaid, komt er een wit konijntje aan. Alleen zijn staartje is zwart. Ik rijk mijn vinger naar hem uit. Zodra ik contact maakt met zijn neus schiet de witte vaas voor mijn zicht. Ik zie een baby vinder en het konijnen neusje contact maken. Daarna hoor ik een baby stem "Bonno" roepen. De stem klinkt hoog. Dan is de witte vaas weg. 'Deze.' zeg ik. Ik zet mijn hand op het gras en rijk uit naar het witte konijntje. Terwijl mijn hand op het gras ligt hups een klein zwart konijntje tegen mijn hand aan. Ik zie hetzelfde maar dan in het spiegelbeeld. De babyvinger raakt het zwarte konijntje bij zijn neus en tegelijkertijd hoor ik "Konno" op de achtergrond. Deze stem klinkt minder hoog dan de eerste stem. Het beeld is meteen weer weg. 'Wat is er?' vraagt Evan. 'Ik zie ze allebei voor me.' zucht ik. Evan kant het zwarte konijntje op. Hij heeft een witte neus en witte voetjes. 'En nu?' zegt Evan. 'Ik heb geen idee.' zucht ik. Alberto loopt naar ons toe. Hij hurkt tussen ons in. Hij aait het witte konijntje tussen zijn oren en opent zijn mond. 'Eentje van Anita.' zegt hij. Hij laat het witte konijntje los en aait het zwarte konijntje. 'En eentje van mij.' zegt Alberto. Mijn mond valt open. 'En ja ik weet het zeker. Een konijntje is zo eenzaam.' Ik geef Evan het konijntje en sla mijn armen om Alberto in. Het oude mannetje slaat zijn armen op mij heen en knuffelt me terug. 'Ons vroege cadeau voor de baby.' zegt hij zacht. 'Dank je!' zeeg ik zacht. Alberto lacht en laat me los. Alberto's lach eindigt als akelig gehoest. 'Gaat het goed?' vraagt Evan. Hij staat op met de twee konijntjes in zijn handen. Alberto wuift het weg. 'Het gaat alweer.' zegt hij. Alberto went zijn blik af en rijkt ons een krat aan. In de krat zit al wat stro. Ik pak de krat aan en laat Evan de konijntjes er inzetten.

'Nogmaals bedankt.' zeg ik met de krat in mijn handen. We hebben nog even gepraat buiten. Alberto begon weer te hoesten en is naar binnen gegaan. 'Geen probleem kind.' Zegt Anita. 'We zorgen dat je zo snel mogelijk een uitnodiging krijgt.' zeg ik nog snel. Anita knikt terwijl Evan me begeleid naar de koets. 'Tot snel!' zegt Evan van uit de koets. Anita Zwaait ons uit en langzaam komt de koets in beweging. Met de konijntjes in de krat op de bank tegen over mij rijden we terug naar het kasteel. Ik leg mijn hand op mijn buik en zucht. We weten pas een paar dagen dat ik zwanger ben, wat gaat het snel. Ik heb nu al een mini buik. Het lijkt meer op een buik die je hebt als je een volle blaas hebt. Evan pakt mijn vrije hand. 'Ik hou van je.' zegt hij. Evan drukt zij lippen kort op de mijne. Daarna zet ik mij mantel af en geniet van het zonnetje.

De hele rit naar huis is stil geweest. Ik heb me afgevraagd waarom ik twee konijntjes zag terwijl we maar 1 baby krijgen. Misschien heeft Alberto gelijk en is één konijntje eenzaam. Thuis aangekomen staan mijn vader en moeder ons buiten op te wachten. Evan stapt aan en ik geef hem de krat met konijntjes aan. Daarna stap ik zelf uit. 'Hoe hebben jullie het gehad?' vraagt moeder. 'Heel leuk.' Zeg ik. 'Wat hebben jullie daar?' vraagt mijn vader. 'We hebben baby konijntjes gekregen van mensen die we kende.' zeg ik terwijl ik de konijntjes laat zien. 'Dat is lief. Was er nog een gelegenheid voor?' vraagt mijn vader. 'Nee.' zeg ik kortaf. Ik wurm mezelf om mijn ouders heen en loop samen met Evan naar de achterkant van het kasteel. Ik geef de krat aan Evan en strek mijn armen. Met wat aardsturing maak ik een plek voor de konijntjes. Ik maak een holletje on te slapen, een klein plasje water, een bruggentje en een hekje. Zodra ik klaar ben met aardsturing zet Evan de konijntjes in hun nieuwe verblijf.

Na dat Evan en ik weer helemaal zijn gesetteld in het kasteel praat ik Sophie bij over wat er allemaal is gebeurt. Ik vertel haar alles. Vanaf de eerste seconde dat ik terug was in Lea, tot aan het laatste moment. 'Het was geweldig om terug te zijn en te zien waar het allemaal begonnen is.' zeg ik. Sophie pakt mijn hand vast. 'Dat geloof ik graag. Wanneer het rustig is gaan we met z'n tweeën een uitstapje maken.' zegt ze dan. Meteen wordt ik enthousiast. 'Zeker weten.' Het is even stil. De stiltes die Sophie en ik hebben zijn nooit ongemakkelijk. Waarschijnlijk omdat ze mijn beste vriendin is. 'Wat heb jij gedaan in de tussentijd.' vraag ik. Meteen schiet er een verstijving door Sophie's gezicht. Het verdwijnt als sneeuw voor de zon. Toch is Sophie niet al te goed in het verbergen van haar emoties. Als sneeuw smelt laat het altijd een natte vlek achter. Dit gebeurt nu ook op Sophie's gezicht. 'Niet zo veel. Ik heb getraind met Robertus. Met je ouders gegeten natuurlijk. Dat was het wel. Het is erg rustig geweest.' zegt ze dan. Ik geloof de helft maar van wat ze zegt. Sophie is vaak weg de afgelopen tijd. Ze zegt dat ze dan is wezen trainen, maar daar geloof ik steeds minder van. Zeker op de momenten dat ik Robertus, Sophie's trainer, aan de eettafel zie zitten in de keuken. Ik negeer het feit dat ze liegt en praat met haar mee. 'Heb je wat nieuws geleerd?' vraag ik. 'Nee, we hebben verdedigingen door genomen.' zegt ze. 'Wanneer heb je weer les?' vraag ik door. 'Morgen middag.' 'Is het misschien een leuk idee als ik mee ga. Dan leer ik ook andere technieken.' Opnieuw verstijft Sophie's gezicht. Ze weet even niet wat ze moet zeggen. Sophie weet niet dat ik met Robertus heb gepraat over Sophie's trainingen. Ik geloofde Sophie's training smoesjes niet meer naar Robertus dus in de keuken te hebben gezien. We raakte aan de praat en het blijkt dus dat Sophie allang klaar is met trainen. Sophie zit op hetzelfde niveau als Evan, dat houd in dat ze minder trainen als eerst. 'Ja leuk.' Zegt Sophie uiteindelijk traag.

De deur zwaait open en Evan verschijnt in de deuropening. 'Het spijt me dat ik moet storen maar Leen, je vader verwacht ons.' de blik in zijn ogen laat me weten dat het niet kan wachten. Ik werp mijn blik even op Sophie knikt en staat op. 'Dan kan ik de konijntjes even bekijken.' zegt ze dan. Ik lach en sta ook op. Met z'n drieën lopen we de kamer uit. In de grote hal splitsen we op. Evan en ik lopen naar de vergaderkamer van mijn vader. Zodra de deur open gaat zie ik dat moeder en vader al aan de grote ronde tafel zitten. De tafel is bedoelt voor zeven mensen. Twee stoelen voor de koning en koningin en verder een voor elk dorp van Evana. Ik neem plaats aan tafel en Evan komt aan mijn rechterkant zitten. 'U wilde ons spreken?' vraag ik aan mijn vader. Hij knikt en pakt dan de hand van mijn moeder vast. 'Ik wilde het graag hebben over de kroning. Je moeder vind het ook goed om het daar over te hebben.' Vader kijkt moeder kort aan waarna hij zijn blik op mij laat rusten. Ik knik. Eigenlijk hoeft er niet veer afgesproken te worden voor de kroning. Alleen een nieuwe datum en nieuwe uitnodigingen. Na kort overleg word er besloten door ons allemaal dat mijn kroning volgende week vrijdag om 14.00 stipt plaats zal vinden in het kasteel. Dat is vanaf dit moment dus over precies zeven dagen. 

Just A Queen | Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu