Boek 2, hoofdstuk 23 - Alberto

104 4 0
                                    

Ik heb vannacht geen oog dicht gedaan. Hier zit ik dan. Aan de grote koninklijke eettafel. Met mijn vader, moeder, Sophie, Flinn, Evan en Anita. Het is stil. Niemand weet iets te zeggen. Niemand heeft de behoefte om iets te zeggen. Iedereen is bezig met zichzelf, met zijn eigen pijn. Flinn hoogst waarschijnlijk niet maar dat maakt me niet veel uit. Hij is mijn aandacht nu niet waard. Elke keer als ik mijn ogen sluit zie ik hetzelfde beeld. Elke keer als ik mijn ogen sluit is het snikken van de buurvrouw het enige wat ik hoor. Elke keer als ik mijn ogen sluit doet het steeds iets meer pijn. Elke keer als ik mijn ogen sluit speelt alles zich van voor af aan af in mijn hoofd. Mijn hand klemt het mes steviger vast. Tranen branden in mijn ogen. Een van de belangrijkste mensen in mijn leven is weg. Ik sluit mijn ogen om de tranen binnen te houden.

Levenloos maar vredig ligt Alberto op de bank. De buurvrouw kijk op zodra de deur achter Evan dicht valt. Ik weet net waar ik moet kijken. Ik weet niet wat meer pijn doet. De gebroken buurvrouw of de levenloze Alberto. Anita schuifelt naar hem toe. 'Ik... Ik wist het.' snikt ze. Ze gaat op haar knieën zitten naast de bank en pakt haar mans hand vast. Evan is verstijft achter mij. Zijn "vader" heeft vandaag zijn laatste adem uitgeblazen. Hij was er niet voor Alberto. Ik draai me naar hem om. Ik wil een hand op zijn betraande gezicht leggen maar hij draait zich weg van mij. Hij gromt en loop het huis uit. Buiten gooit hij een stoel om waarna hij op de stenen grond gaat zitten. Ik zie hoe hij zijn armen om zijn knieën slaat en begint te snikken. Harder dan ooit daarvoor. Ik keer me naar Anita. Zij zal de steun ook meer dan nodig kunnen gebruiken. Ik leg mijn hand op haar schouder en dat was voor haar de druppel. Ze stort in. Ze legt haar hoofd tegen Alberto's hand aan en snikt. Ik kan het niet helpen en de tranen rollen ook over mijn wangen. Ik ga naast Anita zitten en druk haar tegen me aan. Ze klampt zich aan me vast. Ik kijk op naar Alberto. Iets wat er zo vredig uit ziet heeft me nog nooit zo veel pijn gedaan.

Een verdwaalde traan rolt over mijn wang. Ik sta op en loop de eetzaal uit. Ik moet even alleen zijn. Het doet pijn. Hoe Alberto lag op de bank staat op mijn netvlies gebrand. De buurvrouw had Anita verteld dat Alberto lag te mompelen dat hij haar dankbaar was voor alles wat ze ooit voor hem heeft gedaan. Dat hij van haar houd. Maar vooral dat het oké was. Alberto had nog een brief geschreven voor Anita. Ze heeft hem nog niet geopend. Anita heeft niet zo veel meer gezegd. Zojuist had ze de brief nog in haar handen. Ongeopend in de envelop voor haar neus op tafel. Het parfum van Alberto zat nog aan het papier. Ik pak een steen en gooi het zo hard als ik kan zo ver mogelijk weg. Tranen stromen over mijn wangen. Zo goed kende ik Alberto niet. Maar in de korte tijd dat hij in mijn leven is geweest, heeft hij mij laten zien wat voor lieve, warmhartige man hij was. Hij was er altijd voor Evan en mij. Hij vroeg nooit iets terug voor wat hij deed voor andere. Ik heb hem in deze korte periode dat ik hem kende in mijn hart weten te sluiten. Wat er ook gebeurt, ik laat hem er nooit meer uit. Hij is een van de reden tot wie ik ben op de dag van vandaag. Ik loop naar de stal en laat Charlotte uit haat stal. Ik neem haar naar buiten en ga met aardsturing op haar rug zitten. Geen zadel, geen tegels. 'Ja!' roep ik. Charlotte voelt mijn pijn aan en ze weet meteen wat er van haar word verwacht. Rennen. Zo hard als we kunnen gaan. Zo hard gillen al we maar kunnen. Charlotte rent de tuin van het kasteel af het bos in. Tranen vloeien over mijn gezicht heen. Ik denk niet dat het zal stoppen.

Charlotte stopt met rennen en ik haal een keer diep adem. Ongeacht de pijn is het nu tijd om de tranen weg te stoppen. Charlotte is gestopt bij de zee. Ik spring van haar af en kijk naar het uitzicht. De tranen glijden alsnog over mijn wangen. Charlotte duwt haar neus in mijn rug een geeft me een duwtje. Ze wilt dat ik gil. Al mijn pijn, woede en frustratie er uit gil. Ik neem een grote hap adem en gil met elke emotie in mijn lichaam. Een lichtflits slaat in het water in. Ik heb de elementen niet altijd helemaal onder controle. Wanneer mijn stem wegsterft in de leegte haal ik diep adem. Het lucht op. Pijn en verdriet hebben plaats gemaakt voor leegte. Ik ga zitten op de grond. Ik geniet even van de stilte en laat me kalmeren door de natuur.

Just A Queen | Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu