Boek 2, hoofdstuk 15 - Onthulling

101 5 0
                                    

'Het zou wel moeten.' zeg ik zacht. Ik draai me even weg. De hele grot is vernield. Overal liggen rotsblokken of branden kleine vuurtjes. 'Ga je gang Elena.' sist Flinn. Zijn stem laat me omdraaien. Flinns stem klinkt alsof hij me wel kan uitlachen. Ik kijk weg en draai me weg van Flinn. Wat moet ik nu doen. Zonder dat ik wist dat ik dat kon, voel ik hoe Flinn de aarde om zijn handen en voeten wegstuurt en mij wil aanvallen. Ik duik weg en op precies dezelfde manier zet ik Flinn weer vast. 'Het maakt niet uit wat je met me doet Elena.' verwarrend kijk ik hem aan. 'Of je me nu vermoord of ik dood op een natuurlijke manier, de duistere krachten zullen altijd terug keren. Hyma is als Yin en Yang.' zegt Flinn. 'Hyma is als Yin en Yang.' Galmt het door tot aan mijn hoofd. De goden dringen zich aan en door hun leg ik mijn hand op zijn voorhoofd. De waas verdwijnt voor mijn ogen en ik voel de aanwezigheid van de goden naast mij. Hoe wel alles wit is zie ik Flinn en de goden. Ze staan precies zoals ik maar dan om Flinn heen. Ieder staalt hun vertrouwde kleur uit. Ik heb het vermoeden dat ik soort goud achtige kleur uitstraal. 'Flinn Rijks. Hierbij ontnemen wij jouw Hyma krachten. Je zult niet langer meer in de positie zijn om deze te gebruiken.' spreken we alle zes in koor. Mijn lichaam wordt volledig gestuurd. Ik heb geen idee wat ik doe. Ik wist niet eens dat ik dit kon doen. Flinns ogen stralen een witte gloed uit. Het lijkt net op een witte lichtstaal. De sturingsenergie die door Flinn heen stroomde zie ik nu rondcirkelen om mijn pols totdat het tegen mijn voorhoofd aankomt. Dat is het moment waarop ik mijn eigen sturingsenergie groter voel worden. De goden hebben mij Flinns stuurkracht gegeven. Het licht uit Flinns ogen vormt boven zijn hooft een witte bol. Voor ik vast kan leggen wat het is explodeert het. Het lijkt op sneeuw wat neer dwarrelt en vervolgens wordt opgenomen door de lucht. De Goden verdwijnen een voor een net als de witte waas. Het aarde was Sophie en Evan vast hielt verdwijnt. Het tafereel van net slurpte mijn energie op. Alles begint te draaien en voor ik het weet lig ik op de grond. Ik hoor nog net hoe Sophie mijn naam roept. Daarna is alles zwart en is het enigste wat ik hoor een akelige stilte.

Een beweging op mijn gezicht laat me opschrikken. Het eerste wat ik zie als ik mijn ogen open doe is een bezorgde Sophie. 'Oh ik maakte me al zorgen.' piept ze. Sophie slaat haar armen om me heen en zucht opgelucht. Ik kijk verbaast om me heen. Overal licht puin en stof. Er is zelfs een gaf gekomen uit de bovenkant van de grot. Het duurt even voor ik besef wat er is gebeurd. 'Is het gelukt?' vraag ik aan Sophie. Ze knikt en wijst weg van ons. Ik volg haar vinger en zie Evan die Flinn vast houd zo dat hij niet weg kan komen. Evan lacht opgelucht. 'WE zijn trots op je Elena.' zegt Sophie. Ik lach. Geen enkele voorbereiding was goed geweest. Ik had niet verwacht dat dit zo was gaan lopen. De trots voel ik niet. Ik voel me eerder opgelucht. 'Kom we gaan naar je moeder.' Zegt Sophie zacht. Ik was mijn moeder helemaal vergeten door het gevecht met Flinn. Het verbaast me dat Sophie en Evan geen schrammetje hebben opgelopen. Ik knik en Sophie helpt me opstaan. Mijn benen zin zwak en zelfstandig lopen lukt niet. Ik ben volledig uitgeput. Evan trekt Flinn aan zijn armen mee. Ik krijg kort de kans om te zien hoeveel die twee op elkaar lijken. Het verklaart allemaal zo veel. Het verklaart hoe de man op de foto in het boek zo veel op Evan lijkt en het verklaart ook hoe Sophie en ik Evan als eerste verdachten van mijn moeders ontvoering. Het enigste verschil is dat Evan een duidelijkere kaaklijn heeft en Flinn blonder haar heeft.

Het daglicht doet pijn aan mij ogen. Het kost veel moeite om te letten waar ik loop en mezelf niet te verblinden door het licht. Wachters klappen en juichen om mij weer te zien en om te weten dat ik gewonnen heb. 'Elena!' Mijn moeders angst is duidelijk hoorbaar in haar stem. Het geeft met het kleine beetje kracht om zelfstandig naar haar toe te lopen. Moeder vindt haar weg uit de armen van de wachter en rent zo snel als ze kan mijn richting op. Tranen, die ik wekenlang heb ingehouden, stromen over mijn wangen. Bij moeder gebeurt hetzelfde. Ze slaat haar armen om me heen en meteen verlies ik mijn evenwicht. Samen zakken we huilend op de grond. 'Ik heb je zo gemist.' snik ik tegen mijn moeder aan. 'Anders ik jou wel.' snikt ze. Het is goed om haar hardslag weer te horen. Wekenlang heb ik mezelf afgevraagd of ze die nog wel had. 'Ik ben zo trots op jou.' zucht moeder. Ik heb haar stem zo erg gemist. Ik ben in middels achttien maar ik merk nu hoeveel ik mijn ouders nog nodig heb, vooral mijn moeder. Minutenlang zijn we stil. Het is net alsof alleen mijn moeder en ik hier zijn. 'Hoe is het met je vader?' Moeder tilt me naar achteren om me te kunnen bekijken. Ze haalt wat knoopjes uit mijn haar en veegt wat roet van mijn gezicht. 'Knorrig als altijd.' mompel ik. 'Je vader heeft het ook niet makkelijk.' zucht ze terug. 'Kunnen we dan nu gaan?' moppert Flinn luid. Iedereen negeert hem. 'Laten we je vader opzoeken.' Zegt moeder dan. Ik knik en samen staan we op. Evan heeft Flinns handen vastgebonden. Dus veel kan hij niet doen.

Als we Charlotte en de andere paarden hebben gevonden klimmen we er op. Charlotte rende vrolijk op me af. Het eerste wat ze deed was haar snuit tegen mijn hoofd aan duwen. Blij liet ik haar zien dat ik mijn moeder had gevonden. Nu zitten moeder en ik op Charlotte richting het kasteel. Flinn licht tussen Evan en het hoofd van zijn paard in. Wachters lopen voorop dus we lopen in een rustig tempo terug. De wond in mijn arm begint steeds meer pijn te doen. Ik heb nu pas tijd om aandacht te schenken aan mijn wond. Een pijnlijke kreun verlaat mijn mond. 'Elena gaat het?' vraagt moeder. Ik knik. 'Ja, ik heb alleen mijn arm pijn gedaan.' mompel ik. Ik heb zelf nog niet gekeken naar mijn wond. Voor dat ik dat kan doen pakt moeder mijn arm vast. 'We laten hier meteen iemand naar kijken.' zegt ze. 'Is niet nodig.' antwoord ik. Ik heb Evan ooit genezen van zijn ribben. Misschien lukt dat nu ook wel bij mezelf. 'Blijf rustig lopen.' Zeg ik tegen Charlotte. Ze hinnikt en loopt door zoals ze al liep. Ik laat de teugels los en leg mijn hand op de wond. Dit ik ook de eerste keer dat ik mijn wond zie. Het is een vies gezicht en ik denk dat ik dit blijf zien elke keer als ik mijn ogen dicht doe. Ik leg mijn hand er op en denk net zoals de vorige keer bij genezing. Mijn arm tintelt en als ik weer kijk zie ik alleen nog maar een korst. Mijn helende krachten zijn niet zo heel sterk maar ze verhelpen wel de meeste pijn. 'Weer helemaal goed.' zeg ik en laat mijn arm zien aan mijn moeder. Ze lacht. 'Die krachten van jou zullen wel even wennen worden.' ik lach ook. 'Je bent er zo aan gewend.' zeg ik dan. De aankomende minuten zijn stil. Sophie en Evan lopen een stukje voor mij. 'Elena.' verbreekt mijn moeder aarzelend de stilte. Ik mompel een ja. 'Wanneer wilde je gaan vertellen dat je in verwachting bent?' De vraag slaat in als een bom. Ook Charlotte zag het niet aankomen. Ze staat meteen stil. Sophie merkt het op en ongemakkelijk laat ik Charlotte weer lopen. Sophie heeft mijn moeders vraag niet gehoord. 'Ik ben niet in verwachting.' Zeg ik. Dat kan ook helemaal niet. Hoe groot is die kans nou. 'Elena, ik zie het aan je.' 'Hoe kan jij het zien als ik het niet eens zelf weet?' zeg ik zacht. 'Geen idee, ik merk het gewoon.' Misschien is dit het antwoord op mijn gedrag en misselijkheid. Mijn stemming slaat de laatste tijd zo snel om en alles wat qua eten in mijn lichaam komt, gaat er ook weer net zo hard uit. 'Ik weet het ook niet moeder.' zeg ik zacht. Charlotte hinnikt alsof ze met ons mee praat. 'Hebben jullie... Je weet wel.' zegt mijn moeder. Mijn wangen worden rood, ook al kan mijn moeder dat niet zien. 'Ja. Ik weet ook dat het tegen de wet is, maar een gevoel kan je niet altijd in bedwang houden.' Verdedig ik mezelf. 'Rustig maar,' lacht mijn moeder, 'ik ben blij voor jullie.' Moeder slaat haar armen om mijn middel en knuffelt even. 'Weet hij het ook?' vraagt moeder als ze me heeft los gelaten. 'Tot aan nu wist ik het zelf niet eens...' mompel ik zacht. Mijn moeder mompelt een 'o'. 'Het komt vast wel goed.' zegt ze er achter aan. Ik zou ook niet weten hoe het mis zou moeten gaan.

De rest van de rit ben ik stil. Ik zit met mijn gedachte bij de baby in mijn buik. Een zwangerschap duurt in Evana zes maanden. Aangezien ik magisch ben weet ik niet of dat invloed heeft op de baby. Hoe zal ze er uit komen te zien? Ik neem aan dat het een zij wordt. Nu we weten wat Evans achtergrond is, gaat dat dan invloed hebben op hoe de baby zich ontwikkeld? Krijgt het dingen mee van Evans voorouders? Ik heb op elke vraag simpelweg geen antwoord. Dat antwoord ga ik ook nergens in een boek vinden. Ik kan het ook aan niemand vragen, niemand zit in hetzelfde schuitje als ik. Tijd zal me leren over hoe mijn baby zich ontwikkelt. Ik twijfel er niet aan dat de baby kwade bedoelingen krijgt. Evan is zo anders opgevoed dan zijn voorouders en broer. Evan is lief en zorgzaam. Als Dean en Evan zo veel afstoten van hun bloedlijn, dan kan het niet anders dat de baby goede eigenschappen overneemt van Evan. De baby wordt goed opgevoed en ze wordt geliefd. Er is geen ene kans dat de baby het pad van zijn voor ouders.

'Elena we zijn er.' Evan heeft de teugels van Charlotte vast. Vragend kijk ik hem aan. Hoe lang heb ik hier gestaan? 'We zijn er.' Grinnikt Evan. Hij steekt zijn hand naar me uit. 'Dank je.' Zeg ik als ik weer met beide benen op de grond sta. Moeder is allang afgestapt. Een van de Wachters neemt Charlotte over en brengt haar naar haar stal. Ik pak Evans hand stevig vast. Ik ben nog steeds niet helemaal stabiel op mijn benen. Evan knijpt in mijn hand. Ik kijk hem zwakjes aan waardoor hij een kus op mijn voorhoofd drukt. 'het is voorbij.' zegt hij zacht als hij zijn armen om me heen slaat. Ik zucht. Een enorme hoeveelheid druk en gewicht valt van mijn schouders af. Het lucht op. Ik druk mijn gezicht in Evans shirt en begin te snikken. Alle emoties en spanning komt er uit. 'Het is al goed.' Evan probeert me te sussen. Het heeft niet veel zin aangezien de tranen er vroeg of laat toch wel uit waren gekomen. Toch is het fijn fat hij het probeert. 'Lydia!' Roept een zware stem vanaf de deuren van het kasteel. Voor ik het weet staat mijn vader met betraande wangen naast me. Hij heeft zijn armen om zijn vrouw geslagen. Tranen vullen nu ook mijn moeders wangen. Terwijl mijn vader mijn moeder verwelkomt brengt Evan me naar mijn kamer. Ik ben toe aan schone kleren, een wasbeurt en wat slaap. 

Just A Queen | Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu