Boek 2, hoofdstuk 21 - Flinn

88 5 0
                                    

Flinn probeert bij het tralies weg te komen maar ik stuur zijn voeten vast. 'Wat doe je hier. Je weet dat niemand hier mag komen. Hij is gevaarlijk. Hij is hier niet voor niks.' Zeg ik. Ik word boos. 'Elena het is niet wat het lijkt. Flinn is niet gevaarlijk.' 'Ben je vergeten wat hij probeerde?!' roep ik uit. 'Nee zeker niet! Maar hij kan nu toch niet meer sturen.' 'Hij heeft geen sturing nodig om iemand te vermoorden. Hij is Bodars zoon!' gooi ik er achteraan. 'Evan ook maar die behandel je anders!' Gilt Sophie terug. Ze heeft meteen spijt van haar woorden. 'Evan is niet opgegroeid met zo'n monster als vader!' Roep ik naar Sophie. Tijdens mijn tegenspraak maak ik een beweging met mijn hand en het maakt ijspegels tegen de muur. 'Elena, Sophie heeft niks gedaan!' Flinn wilt Sophie beschermen. Zich ermee bemoeien is een van zijn grootste fouten. Met een smak stuur ik Flinn naar de andere muur toe. Daar stuur ik hem met aardsturing vast en ook zijn mond bedek ik met aardsturing. Door de klap tegen de muur aan schaaft zijn arm tegen de muur aan. Hij bloed, maar het maakt me vrij weinig uit. Hij maakt de fout, niet ik. 'Bemoei je er niet mee!' Brul ik gemengd met de stemmen van de goden. 'Elena!' Roept Sophie. Ik kijk haar kant op. 'Wat voor kwaad kan Flinn nu eigenlijk doen?' roept ze. 'Genoeg. Zoals ik zei heeft hij zijn sturing niet nodig. Hij heeft vast genoeg manieren geleerd.' 'Elena doe normaal.' 'Wat doe normaal? Het is toch zo?' 'Je kent hem niet zoals ik hem ken.' 'Twee weken geleden probeerde hij je nog te vermoorden!' Gil ik uit. 'Mensen verdienen een tweede kans. De eerste keer dat ik Flinn zag is er wat gebeurt. Daarna dat gevecht en nu is hij machteloos. We hebben gepraat en gelachen.' 'Ik geloof het niet. Hij én zijn vader zijn de reden dat er wantrouw is.' Sophie is even stil. 'Laat het hem op z'n minst bewijzen dat hij veranderd is.' Probeert Sophie. 'Nee.' Zeg ik meteen. Ik stuur een muur tussen Flinn en Sophie in waarna ik meteen weg loop. Sophie mompelt en vloekt wat naar me maar ik negeer het. 'Kom toch van die roze wolk af.' Zeg ik boos. Sophie loopt mij kwaad achterna.

'Je kan het gewoon niet hebben dat iemand me leuk vind.' 'Doe niet zo achterlijk! Ik gun je iedereen behalve Flinn.' zeg ik kalm. Ik praat veel rustiger dan dat ik me voel. 'Je kent Flinn niet zoals ik hem heb mee gemaakt de afgelopen dagen.' zegt Sophie. 'Kom toch alsjeblieft een beetje bij zinnen. Een paar weken geleden wilde hij ons nog allemaal vermoorden. Waarom zou hij binnen twee weken veranderd zijn?!' 'Omdat sommige mensen dat doen voor mensen waarvan ze houden.' Ik lach. Ik weet dat lachen om Sophie's woorden fout is, maar het gebeurt. 'Denk jij oprecht dat een moordenaar van je kan houden? Eerst zien dan geloven!' roep ik uit. 'Laat het hem dan bewijzen.' roept Sophie. 'Nee!' Roep ik streng naar haar toe. Sophie blijft stil staan terwijl ik terug loop. 'Als jij mij niet kan steunen in mijn emoties en keuzes denk ik niet wat wij nog langer vrienden kunnen blijven.' Zegt ze nog achter me aan. Sophie denkt dat ik het niet meer hoor, maar ik heb elk woord gehoord. Ik weet dat Sophie het niet meent. Hoe boos we ook kunnen zijn op elkaar, zo ver zou het nooit komen. Ik zucht en leg mijn hand op mijn buik. Al die woede is niet goed voor de baby. Ik voel me misselijk en duizelig.

Als ik weer bij het kasteel loop ik meteen door naar mijn kamer. Evan kijkt uit het raam. Zodra de deur achter mij dicht valt draait hij zich om. 'Heb je Sophie gevonden?' vraagt hij. 'Ja.' Antwoord ik kortaf. 'Wat deed ze bij de kerkers dan?' vraagt hij door. Ik laat mezelf met een zucht op het bed vallen. Ik staar naar het plafond en antwoord geïrriteerd. 'Ze was bij je broer.' Evan heeft het feit van zijn familie geaccepteerd. Hij beschouwd zich niet als lid van dat familie maar hij accepteert wel dat Flinn zijn broer is. 'Is alles goed?' Evan komt naast me zitten. Ik leg mijn hoofd op zijn schoot en kijk hem aan. 'Nee.' 'Wat is er?' vraagt hij door. Evan haalt de speldjes en schuifjes en touwtjes uit mijn haar. 'Sophie heeft de afgelopen tijd veel rondgehangen bij Flinn. Ze is verliefd en geloofd er daarom ook sterk in dat Flinn ineens een goede jongen is geworden.' leg ik kort uit. 'Jullie hebben ruzie gemaakt.' Merkt Evan op. Ik schiet omhoog. 'Natuurlijk hebben we hier ruzie over gemaakt. Het is een belachelijk idee. Die man heeft ons alleen nog maar ellenden gebracht. Er zit niks goeds in die man.' Zeg ik en laat mezelf weer zakken. 'Dat is niet de instelling die ik van jou ben gewend.' 'Hoe bedoel je?' 'Nou jij met Elena, jij zoekt altijd het goede in mensen op.' zegt Evan. 'Flinn is verloren hoop.' 'Zo ziet Sophie het niet.' Ik schiet weer omhoog en draai me naar Evan om. 'Neem je het nou voor ze op?' vraag ik geschrokken. 'Nee. Ik zeg alleen dat Sophie iets goeds heeft gevonden in wat voor jou en mij verloren is. Dit wilt ze laten zien. Sommige mensen kunnen echt veranderen, zolang je er maar voor open staat.' Zegt Evan. Waar komen die wijze woorden ineens vandaan. 'Niemand kan veranderen.' zucht ik en leg mij hoof op Evans schouder. 'Je vader is veranderd, hij doet op zijn minst zijn best.' Zegt Evan 'Wat moet ik nou doen.' zucht ik. Evan slaat zijn arm om me heen. 'Voor vandaag? Ik denk dat je voor vandaag genoeg inspanning hebt gehad. Neen mu maar rust en dan gaan we morgen een beslissing nemen.' Zegt Evan. 'Het is pas halverwege de dag. Ik ben nog niet moe.' Stribbel ik tegen. Ik kijk op naar Evan. Zijn baardje begint alweer de groeien en zijn haar word alweer te lang. Evan knikt. 'Wat moet ik doen. Ik wil mijn vriendin niet kwijt raken maar ik wil ons ook niet allemaal in gevaar brengen.' zegt ik. Ik kruip tegen het hoofdeinde van het bed aan en sla mijn armen om mijn knieën heen. Evan komt naast me zitten en trekt me tegen zich aan. 'Als Sophie er echt van is overtuigt dat er iets goeds in Flinn zit, dan denk ik dat we het maar een kans moeten geven.' Ik verstijf meteen. 'Ik bedoel dat we heb een proeftijd geven, zodat Flinn kan laten zien dat hij is veranderd en ons vertrouwen heeft gewonnen. Als hij het verknalt zet hij nooit meer een stap buiten zij gevangenis.' Ik zucht. 'Wanneer zou dat nou weer moeten. Heb je enig idee hoe goed slechteriken een masker op kunnen zetten. Hij kan zijn "gevoelens" en verandering ook voor Sophie vervalsen.' Ik voel Evan knikken. 'Dan is er maar één manier om daar achter te zien te komen.' zegt Evan. Ik knik en zucht. 'We zullen dit ook met vader moeten overleggen.' zucht ik.

Wanneer ik mijn ogen open besef ik pas dat ik toch heb geslapen. Evan snurkt zacht naast mij. Het is schattig. Hij licht op zijn rug met een hand op zijn borst. Die hand hield de mijne vast. Zijn mond heeft hij een beetje open en zijn haar zit overal. 'Evan. Wakker worden.' zeg ik zacht. 'Huh?' Mompelt hij nog slaperig. 'We hebben geslapen. We moeten met vader praten.' zeg ik zacht. 'Morgen.' Zegt hij en hij draait zich om. Ik stap uit bed en loop naar de andere kant. Ik pak Evans arm vast en trek er aan. 'Nu' mompel ik. Evan is veel te sterk en te zwaar. Hij beweegt voor geen centimeter. De emmer met water staart nog altijd in de hoek van mijn kamer. Ik stuur met gemak wat water naar Evans gezicht. Wanneer ik mezelf ontspan valt het water op Evans gezicht. 'Elena!' Brult hij. Evan zit meteen recht op. 'Mooi dan kunnen we gaan.' zeg ik blij. Evan zucht.

Nadat Evan een droog shirt heeft aangetrokken zijn we naar mijn vaders werkplek gegaan. 'Binnen.' Zegt hij. Ik open de deur en voel een lichte zenuw opkomen. 'Elena, wat kan ik voor je doen.' zegt vader. 'Uhm, we kwamen eigenlijk om iets te bespreken...' zeg ik zacht. 'En dat is?' vraagt vader door. Nu komt het. Ik moet mijn vader vertellen over het loslaten van de man die zijn vrouw heeft ontvoerd. Hulpeloos kijk ik Evan aan. 'Elena heeft Sophie betrapt bij Flinn.' Vader kijkt verbaast op. 'Ze weet dat dat verboden is.' Evan knikt en vervolgt zijn verhaal. 'Elena heeft haar ook proberen duidelijk te maken dan Flinn gevaarlijk is, maar Sophie is er van overtuigt dat Flinn kan veranderen en ook al deels is veranderd.' 'Is dat ook zo?' vraagt vader nu aan mij. 'Ik heb geen idee. Ik vertrouw hem nog steeds niet.' zeg ik. Evan stemt ermee in. 'Toch lijkt Sophie er van overtuigt te zijn dat hij wel veranderd is.' zucht ik. 'Ze wilt ook dat we... Dat ik hem de kans geef om het te bewijzen.' 'Lijkt je dat verstandig?' Vraagt vader. Ik kijk Evan even aan. 'Als ik op Sophie moet vertrouwen dan wel.' 'Oké. Hebben jullie ook al een plan bedacht?' Ik knik. 'Als Flinn zich kan gedragen tijdens de kroning dan geven we hem een kans. Verknalt hij zijn kans dan ziet hij nooit meer daglicht.' zeg ik. 'Mensen verdienen een tweede kans, maar we nemen hiermee een heel groot risico.' Zegt vader. 'Dat weten we. Maar als we Sophie vertrouwen, weet ik zeker dat het goed moet komen.' zeg ik. 'Oké. Ga hem maar halen. Ik zorg dat Sophie in de eetzaal zal zijn.'

Met gemixte gevoelens loop ik de stenen trap af. Hierna de hoek om en dan kom ik bij de muur waarachter Flinn gevangen zit. Als ik voor de muur sta hoor ik Flinn bewegen. 'Soof, ben jij dat?' zegt hij. Hij sist erna alsof hij pijn heeft. Ik adem diep in en uit. Mijn handen bewegen mee met mijn ademhaling en op een rustige manier laat ik de muur zaken. Het tralies laat ik zitten. 'Elena.' Mompelt Flinn. 'Wat kom jij hier doen? Heb je me nog niet genoeg toegetakeld?' Nu pas valt het me op dat Flinn zijn shirt uit heeft. Hij gebruikt de stof om zijn wond aan zijn arm mee te verzorgen. 'Ik kom met een voorstel.' zeg ik. 'Dat zal wel.' Bromt Flinn. Flinns lichaamsbouw is hetzelfde van Evan. Flinn heeft alleen meer moedervlekken. 'Aangezien ik het beste wil voor Sophie,' Ik leg de nadruk op "ik", 'en zij ervan is overtuigt dat hij veranderd bent... Heb ik na gedacht. Ik ben bereid je vrij te laten, je de kans en tijd te geven om te laten bewijzen dat je bent verandert. Máár. Eén misstap en je beland hier zonder pardon terug.' zeg ik. Met mijn hand op mijn buik probeer ik alsnog machtig en dreigend over te komen. 'Ik doe alles voor Sophie.' Zegt Flinn. Hij spelt zijn shirt uit met de kan water die er staat en druk het vervolgens weer tegen zin wond aan. Hij drukt zijn tanden op zijn onderlip en ademt diep in. 'Hier, laat mij maar.' mopper ik. Ik loop naar het tralies toe. Wantrouwig strekt Flinn zijn arm door het tralies. Flinn is iets langer dan Evan. Met aardsturing maar ik mezelf iets hoger. Flinn moet lachen door mijn actie. Ik kijk hem waarschuwend aan en meteen stop hij. Ik stuur energie naar Flinn zijn wond en binnen een paar tellen is de wond weg.

Ongemakkelijk lopen Flinn en ik naar het kasteel. Ik heb al mijn zintuigen op honderd staan. Elke foute beweging die Flinn maakt kan fataal zijn. Bij de eetkamer kuch ik een keer. 'Sophie, er is iemand voor je.' zeg ik. Sophie snuift haar neus op. Zodra ze mij weg hoort lopen draait ze alsnog om. 'Flinn?' Blij rent ze hem in de armen. Ik kan wel overgeven. Om eerlijk te zijn voel ik mijn inhoud ook omhoog komen. Niet door Soof en Flinn. 

Just A Queen | Boek 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu