Hoofdstuk 6 - Ontsnapt

35 2 0
                                    

Op een afstandje rijden we de vierspan achteraan. Na een uurtje rijden komen we aan in Blackwater. We gaan een bar in en gaan aan een tafel zitten. 'Wat doen jullie hier?' Vraag ik ze. 'We zijn hier om jou te zoeken.' Ik kijk over mijn schouder en zie Arthur naar mij knikken. 'Ik kan hier niet weg...' zeg ik met een zucht. 'Het spijt me.' Ik zie de vraagtekens in hun hoofden. 'Mijn paspoort is weg. Ik ben nu een van hun.' Het lijkt erop dat ze me nog niet helemaal begrijpen. Ik vertel het hele verhaal, over de ontvoering, verdwalen in een bos en over Arthur en de gang. Mijn moeder begint langzaam te huilen. Ik grijp haar hand, 'niet huilen mam, anders worden we in de gaten gehouden. Hebben jullie je paspoorten?' Ze zoeken snel in hun spullen en knikken. 'Mooi.' Ik kijk over mijn schouder en zie Arthur dringend seinen naar de deur. Ik kijk richting de deur en zie een paar O'driscolls binnen komen. 'Rustig blijven, het is tijd om te gaan, hoeden laag.' Zeg ik zacht. Ik kijk naar buiten en zie John en Charles lopen. Ik begin te glimlachen. John seint naar de achterdeur en ik knik. Buiten hoor ik een luide roep. 'O'driscolls!' Ze draaien zich om en lopen naar buiten. 'Kom op, we gaan.' Fluister ik. Ik voorop, Arthur achterop. Buiten zie ik vijf paarden staan. 'Ooit paard gereden, dit word dan je eerste keer.' Ik lach. Ik help iedereen met opstappen en stap vervolgens zelf op. Door de bossen gaan we er vandoor, Arthur lost 3 schoten om John te laten weten dat we weg zijn.

Een uurtje later komen we aan bij het station. 'Deze mensen moeten terug naar de bewoonde wereld, en snel.' Het stationhoofd kijkt me streng aan, 'identiteit?' Ze geven hun paspoorten. 'Veel plezier, de trein is er met 5 minuten.' Mijn moeder kijkt me huilend aan. Ik geef haar een knuffel. Ook Meghan vliegt om mijn nek, 'ik ga je missen.' Hoor ik haar zeggen. 'Ik hou van jullie.' En ik kijk ze alle drie aan. Ik loop naar Lucas en wil hem een knuffel geven. Hij houd me tegen. 'Selena...' Ik kijk hem verontrustend aan. 'Zorg dat je hier veilig bent, en zo te zien gaat dat wel lukken met die gast,' ik kijk om en knik lachend. 'Maar ik ga niet verder met je kunnen leven. Jij bent hier en ik daar.' De tranen schieten in mijn ogen. Dit kan toch niet? 'Maak je... maak je het uit?' Hij knikt. 'Het spijt me.' Meghan geeft me nog snel een knuffel en geef me een kus op mijn wang. 'Jij bent sterker dan dit.' Fluisterd ze in mijn oor. Als de trein weg rijdt zwaai ik ze uit. Ik draai me om en kijk Arthur aan. 'Kom we gaan terug naar kamp.' Ik knik en veeg mijn tranen weg. Hoe kon Lucas dit nou doen?

Zo gingen er weken voorbij en ik kon niks anders doen dan aan Lucas denken. Ik kan er toch ook niks aan doen dat ik hier vast zit? Ineens zie ik een schim door de bossen rennen richting ons kamp. Ik spring op en pak mijn wapen. 'Arthur!' Schreeuwt hij hard. 'Dutch... Ze hebben Dutch!' Lenny springt van zijn paard. 'Hij word vastgehouden in Strawberry, we moeten hem helpen. Er wordt gepraat over het feit dat ze hem morgen willen ophangen.' Arthur loopt naar voren. 'Pak allemaal je wapens en stap op je paard! We moeten onze leider helpen!' Met een groep van 9 mensen galloperen we richting Strawberry. 'We komen daar nooit ongezien binnen, iedereen herkent ons.' Zegt John. 'Mij niet, mij kennen ze niet.' Arthur kijkt me aan. 'Laat mij naar binnen gaan, ik heb een idee.' Arthur schudt zijn hoofd. 'Komt niks van in, jij gaat jezelf niet opofferen.' 'Arthur, laat mij mezelf bewijzen. Je weet dat ik kan schieten, en acteren ben ik ook wel goed in. Ik kan dit!' De hele groep sluit zich bij mij aan. Arthur zucht. 'Prima, maar wees voorzichtig.' Ik knik lachend. Ik laat de groep achter en draaf Strawberry in. Bij de sherrif stap ik af en adem diep in. Ik kan dit.

'Sherrif! Sherrif!' Ik ren naar binnen en hijg. 'De O'driscolls, ze hebben mij en mijn vrienden overvallen!' De sherrif springt op loopt naar me toe. 'Rustig maar, we gaan u helpen. Waar zijn ze?' Ik wijs richting het noorden. 'Vlakbij Appelseed Lumber!' De sherrif knikt en roept zijn collega's erbij. 'Zorg voor deze mevrouw.' Hij kijkt zijn leerling aan. Hij knikt. De sherrif rijdt weg met zijn collega's. Nog geen 5 minuten later komt Arthur en de gang binnen vallen, 'Waar is Dutch van der Linde?!' Roept hij luidt. De leerling wijst naar beneden, de trap af. Arthur knikt en loopt naar beneden. Ik hoor een schot en zie de leerling in elkaar zakken. Ik kijk op en zie Micah met zijn wapen staan. 'Micah! Er zouden geen doden vallen!' Ik loop op hem af en grijp hem bij zijn jas. 'Rustig Selena, je kan er nu niks meer aan doen.' Ik zie Dutch naar boven lopen met een emotieloos gezicht. 'We gaan.' Ik kijk Dutch boos aan, hoe kan je zo zijn? Vervolgens kijk ik naar Arthur, hij geeft me zo een blik van laat het los. Ik zucht en loop naar Silverstone. Rustig rijden we zo onopvallend mogelijk het dorpje uit.

Wild West DiaryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu