'Komt ze er bovenop?' Ik kijk zorgelijk naar de staleigenaar. Hij knikt. 'Zeker wel, ze kan alleen niet teveel inspanning hebben de komende twee weken.' Ik begin te lachen, gelukkig maar. Ik loop naar Silverstone en sla mijn armen om haar hals, 'het komt goed.' Zeg ik haar zacht. 'Ik kom iedere dag even langs.' De staleigenaar knikt en neemt Silverstone mee. Ik loop de stallen uit en ga naar het saloon. Ik drink wat en dans gezellig met de mensen om mij heen. Dan zie ik Arthur binnen komen lopen en hij kijkt zoekend om zich heen. Ik zwaai naar hem. 'Kom je mee naar kamp, het is al laat.' Ik knik en loop met hem mee. 'Waar is Silverstone?' Vraagt hij, en hij kijkt me aan. 'Ze is ziek, er zit een zweer in haar hoef, ze moet twee weken hier blijven.' Arthur fluit luid. 'Dan moet je maar mee op Twister.' Ik zie zijn paard aan komen draven. Hij helpt me op en stapt vervolgens zelf op. Samen rijden we het dorpje uit, het voelde zo vertrouwd. Een paar minuten later krijg ik een naar gevoel. 'Arthur..' zeg ik zacht. 'We worden gevolgd.' Hij mompelt wat en kijkt strak voor zich uit. 'Hoeveel?' Ik kijk voorzichtig om. 'Drie, O'driscolls zo te zien.' 'Hou je vast.' Arthur zet snel een vlotte gallop in. 'Ze gaan mee.' We gaan steeds sneller en er volgen schoten. We racen door de bossen, verder en verder van het kamp. Ze mogen niet zien waar ons kamp is. Ik klem me stevig vast aan Arthur, eventjes verderop gaat Artur van het pad af. Hij kijkt om. 'Ik denk dat we ze kwijt zijn.' Ik stap af en beloon Twister. 'Jij bent een behoorlijke racer.' Ik begin te lachen en kijken Artur aan. 'Het is te laat en te onveilig om nu terug te keren. Hier vlakbij is een leegstaand hutje, laten we daarheen gaan.' Ik knik.
Ik verwarm mijn handen aan het vuur. Ik geniet er van. Arthur slaat zijn jas om mij heen, ik kijk hem aan en lach. 'Voel je je al een beetje thuis hier?' Vraagt hij me. Ik knik. 'Na een paar maanden wen je er wel een beetje aan.' Hij glimlacht. 'Ik moet alleen nog wennen aan het feit dat mensen me willen pakken.' Samen lachen we. Ik kijk hem aan. 'Dankje Arthur...' Hij kijkt me vragend aan. 'Dankje? Waarvoor?' 'Om er voor me te zijn.' Ik lach naar hem. 'Je bent echt een goede vriend voor me.' Ik voel me langzaam ongemakkelijk worden, waarom zeg ik dit nou. Ik kijk op en word verbaasd. 'Word je nou verlegen?' Hij hoest een beetje en schudt snel zijn hoofd. 'Nee, nee hoor. Helemaal niet.' Ik begin te lachen. 'Het is gewoon zo, nog nooit heeft iemand me dat verteld en dat het zoveel voor me betekende.' 'Sadie en John zullen vast wel eens gezegd hebben hoe een goede vriend je bent. Ik kan me niet anders voorstellen.' Hij schudt zijn hoofd. 'Dit is anders.' Ik kijk hem vragend aan. 'Kijk, je bent gewoon heel bijzonder voor me geworden.' Zegt hij zacht. 'Arthur...' Ik ga wat dichter naast hem zitten en geef hem een kus op zijn wang. Hij kijkt me aan en legt zijn hand in mijn nek. Hij trekt langzaam mijn hoofd richting de zijne. Ik voel mijn hart sneller en sneller gaan. Hier waren geen woorden nodig, zijn ogen spreken al genoeg. Ik begin een beetje te giegelen en kijk naar beneden. 'Selena...' Ik kijk hem aan. Hij drukt zijn lippen op de mijne. Voor een moment stond mijn wereld even stil. Ik kijk hem aan en lach. Voorzichtig leg ik mijn hoofd op zijn schouder. Zo leken er uren voorbij te gaan.
'Goedemorgen, schone slaapster.' Slaperig open ik mijn ogen. Ik zie Arthur lachen. Ik kijk om me heen en loop tussen een paar bomen door. Ik zie een prachtig uitzicht met een schitterende zonsopgang. 'Mooi zo, he?' Ik kijk hem aan en knik. 'Het is schitterend.' Hij rijkt mij een appel aan. 'Dankje.' Er valt een ongemakkelijke stilte. 'Ik... Ik vond het gezellig gisteravond.' Zegt hij verlegen. 'Ik ook.' Zeg ik met een lach op mijn gezicht. 'Weet je dat heel zeker?' Hij kijkt me met een fronsend gezicht aan. 'Waarom zou dat niet zo zijn?' Vraag ik verbaasd. 'Je viel anders gewoon in slaap.' Ik geef hem een duw tegen zijn schouder. 'Wat ben jij flauw zeg.' Hij begint te lachen en geeft me een knipoog. Weer begin ik te blozen, hij is zo geweldig. Samen pakken we onze spullen en zadelen Twister op. Twee uurtjes later komen we weer aan bij het kamp. Het voelt zo anders nu hier terug te zijn, maar we houden dit stil, toch? Dit is iets tussen ons, niet de zaken van de rest. 'Waar is Silverstone?' Sadie komt naar me toegelopen. 'Bij de stallen, hoefzweer. Dus ik moet haar eventjes missen.' 'In dat geval, ik wilde deze zware jongen net wegbrengen voor verkoop, maar dat kan nog wel even uitgesteld worden.' Ze loopt naar een groot, zwart trekpaard toe. 'Je kan hem wel aan toch?' Ik knik lachend en geef haar een knuffel. 'Je dacht toch niet dat we je twee weken gaan vervoeren he.' Samen lachen we. 'Dankje.' 'Ja, is prima meis, we moeten elkaar toch een beetje helpen.'
Ik maak het trekpaard gereed om te gaan en stijg op. 'Wat ga je doen?' Vraagt Arthur en hij aait het paard. 'Silverstone ophalen, de twee weken zijn om.' Zeg ik met een lach op mijn gezicht. 'Wees voorzichtig.' Hij pakt mijn hand en geeft een knipoog. Achter hem zie ik Micah verdacht onze kant op kijken. Ik rij rustig opweg naar de stallen. Als ik Silverstone zie spring ik om haar hals. 'Kan ze mee?' Vraag ik de staleigenaar. Hij knikt. 'Ze is helemaal hersteld, ze loopt nu alleen wel op hoefijzers. Maar wat is er met deze grote jongen?' 'Ik wil hem verkopen, als de prijs goed is.' Na even onderhandelen sluiten we een deal en ik verlaat het dorp weer, terug naar kamp. Eenmaal terug op kamp vind ik het verdacht stil. 'Waar is iedereen?' Vraag ik aan Abigail. 'Colm O'driscoll wilde Dutch zien.' Ik vertrouwde er niks van. 'Hoe komt Dutch daar nou bij? Hij haat Colm, hij zou nooit zoiets doen.' 'Micah drong hem aan, hij vond het tijd voor verandering.' Ik hoor hoeven aankomen en kijk om, ik zie de gang weer terugkomen. Ik zucht opgelucht. Ze binden hun paarden vast en komen naar ons toe gelopen. 'Waar is Arthur?' Ik begin paniekerig om mij heen te kijken, iedereen is er, behalve Arthur? John komt naar mij toe. 'De O'driscolls hebben hem.' Toen stond mijn wereld even stil. De O'driscolls hebben hem?
JE LEEST
Wild West Diary
AdventureDit verhaal gaat over een Nederlands meisje die op reis gaat met haar vriend naar de Verenigde Staten. Daar worden ze overvallen en ze blijft alleen achter. Later word ze gevonden door een gang uit het Wilde westen die haar meenemen in hun leven.