Hoofdstuk 24 - Gevangen

12 1 2
                                    

Plotseling stoppen we met rijden, op een open plek aan de rand van een berg. Iedereen blijft verdacht stil. Een paar kadetten stappen af van hun paarden met een wapen in hun hand, enkele komen naar de deur van de wagen. Verdacht kijk ik om mij heen en ik ga zo ver mogelijk naar achter in de wagen zitten, ik probeer iedereen in de gaten te houden. 'Waarom stoppen we?' Vraag ik. Iedereen blijft stil, zelfs de Sheriff. In de verte zie ik drie paarden aan komen galopperen, hoe dichterbij ze komen hoe duidelijker het wordt. Ik zie iemand achterop een van de paarden zitten, met een zak over zijn hoofd. 'We hebben iemand voor u, Sheriff.' Hij knikt en wijst naar de wagen. De kadetten duwen de gevangenen in de wagen, vlakbij mij, en ze trekken de zak van zijn hoofd. 'Charles?!' Roep ik luid en ik grijp hem bij zijn kraag. 'Selena? Wat doe je?' Vraagt Charles. 'Je hebt hem voor dood achter gelaten! Het is jouw schuld!' Charles kijkt me verbaast aan en duwt me weg. 'Ik weet niet waar je het over hebt maar ik heb niemand voor dood achter gelaten.' Langzaam begint de stoet weer te rijden richting de stad. 'Leugenaar! Arthur zou zich kapot schamen voor je!' Roep ik nog eens. 'Arthur? Hem mankeert niks.' Boos en met tranen in mijn ogen kijk ik hem aan. 'Selena doe rustig! Er is niks mis met Arthur.' Voorzichtig probeert hij me te kalmeren. 'Waarom denk je dat hij dood is?' Vraagt Charles. 'De Sheriff vertelde het me.' Ik veeg mijn tranen weg en probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen. 'De sheriff? En je gelooft hem? Hij probeert je gek te maken.' Ik schud mijn hoofd. 'Ik heb zijn hoed, die staat hij niet zomaar af, dat weet jij ook.' Zeg ik en ik pak de hoed van mijn hoofd. Ik zie verbazing in Charles zijn ogen. 'Die is hij verloren, toen we moesten vluchten voor de Sheriff.' Charles verteld mij alles vanaf zijn kant, een totaal ander verhaal dan de Sheriff mij verteld heeft. Hoe graag ik het verhaal van Charles zou willen geloven, kon ik het niet. Ik wil geen valse hoop om Arthur ooit nog eens terug te zien. 'Het maakt allemaal niks meer uit, Charles. We zijn onderweg naar onze dood, we worden opgehangen als misdadigers.' Zeg ik met een diepe zucht. 'Arthur zou niet willen dat je het hierbij laat, Selena.' Zegt Charles. 'Het is niet anders, we komen hier niet weg.' Zeg ik nogmaals. Zo rijden we langzaam richting de stad, ik kan de stad al zien, het zou niet lang meer duren. Plots horen we een ontzettend harde gil, het was duidelijk een vrouw in nood. Ook de sheriff kijkt op en stuurt snel al zijn mannen eropaf. Charles en ik kijken elkaar vragend aan, maar beide hebben we geen idee van een redding. In de verte zie ik iemand aan komen galopperen met nog een paard aan de hand. 'Tiptoe.' Fluister ik zacht. 'Tiptoe?' Fluisterd Charles. 'Wie is dat?' Ik begin een lach op mijn gezicht te krijgen. 'Mijn gang, ze komen ons helpen.' Charles kijkt me verbaasd aan. 'Jouw gang? Je hebt een eigen gang?' Ik knik lachend. Ik zie snel meerdere van de gang de bossen uit komen. 'Opletten!' Roept de Sheriff. 'Het is een val!' Al snel worden er schoten gelost en begint er een groot vuurgevecht. 'We moeten ze laten gaan Sheriff, ze zijn met teveel.' Hoor ik een kadet roepen. 'Nooit!' Roept de sheriff. Even later zie ik de kadetten een voor een wegrennen, vluchten voor het gevecht. 'Selena!' Merida komt snel onze kant op gerent tussen de kogels door. 'Merida! Je bent geweldig!' Charles en ik zoeken dekking en Merida schiet het slot van de gevangeniswagen stuk. Opgelucht halen we adem en we rennen de bossen in. Ik hoor de Sheriff nog iets naroepen, maar verstaan kan ik het niet.

'Die actie van jullie was geweldig!' Zeg ik met een grote lach op mijn gezicht. 'Het was Merida haar idee.' Zegt Lenny. Ik kijk Merida aan en ze begint een beetje te blozen. Met de hele groep juichen we Merida toe. Ik kijk opzij en zie Charles er een beetje ongemakkelijk bij staan. 'Mag ik jullie voorstellen aan Charles? Hij is een van de leden van mijn vorige gang.' Iedereen kijkt hem aan. 'Ze hebben je goed te grazen genomen zo te zien.' Zegt een van de vrouwen. Charles knikt. Op zijn gezicht zijn een paar open wonden. Samen met Charles en de vrouw lopen we de grote tent in om hem te helpen. 'Zo dat ziet er al beter uit.' Zegt de vrouw na het behandelen van de wonden. Charles knikt vriendelijk en bedankt haar. 'Je kan bij ons blijven zo lang je wilt.' Zeg ik hem. 'We worden aangevallen!!' Horen we buiten iemand roepen. En al snel worden er schoten gelost. 'De Sheriff.' Zeg ik en de andere knikken. 'Jij blijft hier, Charles. Je moet herstellen.' Hij schudt zijn hoofd. 'Ik ga met je mee, je kan mij goed gebruiken nu.' Ik kijk hem even met twijfel aan maar geef hem al snel een wapen. Samen rennen we naar buiten en doen mee in het gevecht. 'Waar is Killian?' Roep ik naar Lenny, maar hij schudt zijn hoofd. Ik kijk om mij heen en zie dat hij in de houdgreep wordt gehouden door een man. Ik ren er naartoe en spring tegen de man op. Samen vallen we met een harde klap op de grond. Ik druk de man tegen de grond en probeer hem stevig beet te houden. 'Wat moeten jullie van ons?!' Roep ik luid. Ik kijk de man aan. 'Wacht, John?' Snel laat ik hem los en hij krabbelt overeind. 'Selena? Ben jij dat?' Ik knik blij en opgelucht. 'Maar, als jij hier bent...' Het besef komt snel bij mij binnen, dit is de Sheriff niet. Ik sta op draai mij richting de tegenpartij. 'Dutch! Dutch van der Linde! Stop hiermee!' Nog veel veranderd er niet. 'Ik ben het, Selena!' Roep ik nog harder. Even valt er een stilte en ik loop richting het midden. 'Selena?' Hoor ik een stem zeggen. Ik zie iemand uit de bossen komen lopen en ik kon het niet geloven. 'Arthur!' Ik ren op hem af en sla mijn armen om hem heen. De tranen rollen over mijn wangen van geluk. 'Ik dacht dat je dood was, ik dacht dat ik je kwijt was.' Zeg ik huilend. 'Ik wist niet eens dat je terug was!' Ook de rest van de gang komt de bossen uit. 'Selena!' Hoor ik iemand zeggen en ik draai mij om. 'Sadie!' Ook haar geef ik een knuffel. 'Ik dacht dat ik jullie nooit meer zou zien!' Zeg ik dolgelukkig. Ik stel iedereen voor aan de mensen die ik heb leren kennen. 'Dus jij hebt je eigen gang.' Zegt Arhur trots. 'Zo zie ik het niet.' Zeg ik met een lachje. 'Ze is onze leider, zonder haar had niemand van ons hier meer geweest.' Zegt Merida, en iedereen knikt. Arthur kijkt me trots aan. 'Ik wist dat je het in je had.' Een tijdje praten we met elkaar, over alles wat er is gebeurd. Tot er plotsling iemand aan komt galopperen. 'De Sheriff, hij komt deze kant op. Ze weten waar we zijn!'

Wild West DiaryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu