'Ik kan je niet doden, al zou ik dat wel moeten. Je overleeft het hier waarschijnlijk toch niet.' Hoor ik iemand zeggen. Ik kijk op en zie een man met een cowboyhoed op. 'Succes...' En met een klap val ik op de grond, en ik hoor galloperende hoeven bij mij vandaan gaan. Kreunend grijp ik naar mijn hoofd. Wat is er gebeurt? Ik kijk om mij heen en zie niets anders dan bos. Waar ben ik? En waar is Lucas? Ik sta op maar voel me heel zwak. Ik besluit te gaan lopen en hulp te zoeken. Het voelt alsof er uren voorbij gaan en nog steeds heb ik niemand gevonden. Geen persoon, geen dorpje, geen boerderij. Niks. Was dit dan mijn droomreis geworden? Opeens zag ik een meertje. Water! Eindelijk! Het kon me niks schelen of het goed of slecht water zou zijn, ik moest drinken! Ik ren naar het water en begin gulzig te drinken. Vervolgens ga ik liggen op de kiezelstenen langs het water. Ik sluit mijn ogen en geniet van de zon en het gefluit van de vogels.
'Leeft ze nog?' 'Ik denk het wel, gewoon buiten bewustzijn.' Ik word langzaam wakker. Ik hoor twee stemmen vlakbij mij. Opeens voel ik een hand over mijn gezicht gaan. Ik schrik ervan en grijp de hand. Snel ga ik overeind zitten. Mijn hart bonkt in mijn keel en mijn ademhaling is volgens mij nog nooit zo hoog geweest. Ik zie twee mannen voor me staan, ze kijken allebei geschrokken. 'Rustig, we zijn hier niet om je kwaad te doen.' En ze zetten een stapje achteruit. Ik probeerde te vragen waar ik ben en wat er gebeurd is, maar er komt geen woord uit. 'Ik ben Arthur, Arthur Morgan, en dit is John, John Marston.' En hij steekt zijn hand naar me uit. Ik kijk hem bang aan maar besluit mijn hand te geven. Hij helpt me overeind en slaat zijn jas om mijn schouders. 'Kom, we brengen je naar ons kamp.' Zegt de man die zich voorstelde als Arthur. 'Maar wat zal Dutch daar van vinden? Die gaat dit niet goedkeuren, Arthur!' 'We hebben geen andere keuze, John, of wel? Ga je haar hier aan haar lot overlaten?' En hij schud bedenkelijk zijn hoofd. Arthur slaat een arm om me heen en we lopen naar de paarden. Voorzichtig tilt hij me op en we rijden weg. Wat gaat er met me gebeuren? Wie is Dutch en gaat het echt niet goed komen? Zijn deze mannen te vertrouwen? Maar mijn grootste vraag is, waar ben ik?
'We zijn er bijna, blijf goed bij ons dan komt het goed.' Ik knik stilletjes. We verlaten het pad en stappen de bossen in. Verderop zie ik een paar tenten en wagens staan. Ook zie ik veel paarden. Een aantal mensen kijken ons aan wanneer we arriveren. Arthur stapt af en helpt me van zijn paard. 'Nemen we tegenwoordig vreemden mee, Morgan?' Een man loopt dreigend op ons af, ik word banger dan ik al was. Hij kijkt me doordringend aan, ik voel me langzaam kleiner worden. 'Ze heeft onze zorg en bescherming nodig. Anders zou het haar dood worden.' En Arthur zet een stap vooruit en gaat beschermend tussen mij en die man in staan. 'Was misschien makkelijker voor haar geweest.' En hij kijkt me aan met een grijns. 'Wat heeft dit te betekenen?!' Hoor ik iemand schreeuwen. 'Rustig Dutch, ze is okay, ze heeft onze hulp nodig.' Alle ogen zijn momenteel op mij gericht, hoe hard Arthur ook zijn best deed dat tegen te gaan. 'Arthur, John, mee komen! Nu direct!' Roept de man en Arthur kijkt me aan. 'Susan, kan je voor haar zorgen?' Ik zie een vrouw naar voren komen en ze lacht vriendelijk naar me. Ik zie Arthur en John meelopen met die man, Dutch was zijn naam als ik mij herinner. 'Kom maar mee.' En ze slaat een arm om me heen.
'Wat is je naam?' En ze verzorgt voorzichtig de wondjes in mijn gezicht. 'Se... Selena...' zeg ik zachtjes. Ze lacht vriendelijk en knikt. 'Hier is de soep.' Er komt een mooie jonge vrouw de tent binnen lopen. 'Dankjewel.' En ik lach naar haar. Snel eet ik van de soep. Ik vind het wel best hier, zolang die engerd maar niet hier komt. 'Haal haar hier weg!' Die stem herkende ik, dat was die Dutch. Geschrokken kijk ik naar de ingang van de tent. Daar stond hij. 'Meekomen.' En hij gebaard met zijn handen. Bang en aarzelend sta ik op en volg hem de tent uit. 'Hoe ben je hier gekomen?' Hij kijkt me doordringend aan. 'We... we werden overvallen. Ze namen me mee en ze wilde me doden. Maar iemand liet me vrij.' Hij zucht en pakt me bij mijn arm. 'Ze blijft hier Dutch!' En ik zie John en Arthur voor ons staan. 'Jullie kunnen met haar mee, jullie zijn zwakkelingen! Het is te gevaarlijk! Het was hun doel haar dit niet te laten overleven, als ze weten dat ze hier is zijn we er geweest.' 'Daarom blijft ze hier.' Ik zie nog veel meer mensen zich bij Arthur voegen. 'Dan zorgen jullie ook voor haar.' Ze knikken allemaal. Dutch loopt boos weg. Ik begin te huilen, wat gebeurde hier. Arthur loopt naar me toe. 'Dit is Sadie, zij gaat je een outfit geven zodat je hier tussen past. Ik zie jullie daarna weer.' Ik knik en loop mee met Sadie. In een mum van tijd zie ik er uit als zij. Leren laarzen, een stevige broek, een blousse met een soort vest en niet te ontbreken, de cowboyhoed. 'Je ziet er geweldig uit!' En ze geeft me een knuffel. Dit voelde wel goed, dit kon misschien wel mijn thuis worden.
JE LEEST
Wild West Diary
AventuraDit verhaal gaat over een Nederlands meisje die op reis gaat met haar vriend naar de Verenigde Staten. Daar worden ze overvallen en ze blijft alleen achter. Later word ze gevonden door een gang uit het Wilde westen die haar meenemen in hun leven.