Hoofdstuk 12 - Sisika Island

23 2 1
                                    

Met een plons val ik in het water. Snel probeer ik naar de oppervlakte te zwemmen maar ik heb te weinig kracht. Langzaam zink ik naar de bodem. Ik voel hoe vier handen mij uit het water slepen. Ik hoest zodra ik op het droge kom. 'Dankje...' Zeg ik zacht. Nogmaals hoor ik Arthur mijn naam roepen. Ik wil terugroepen maar iemand houdt zijn hand op mijn mond. 'We moeten gaan, voordat ze hier beneden komen zoeken.' Hoor ik een mannenstem zeggen. Ze helpen me overeind en binden mijn handen en voeten vast. 'Joe? Cleet?' Zeg ik stomverbaasd. 'Jullie zijn die vrienden van Micah!' Ze lachen. 'Goed gezien.' Ze tillen me op en zetten mij op een van hun paarden. 'Wat moeten jullie van me? Als jullie mij dood willen hebben had je me ook kunnen laten verdrinken.' Roep ik boos. Weer lachen ze overmoedig. 'Waarom zouden we je laten verdrinken als we geld voor jou kunnen krijgen?' Ik lach. 'Geld? Voor mij? Daar kan je nog geen graankorreltje voor kopen.' 'We zullen zien.' Zegt Joe met een zelfverzekerde stem. Daar zit ik dan, vastgebonden achter op een paard, en waarheen? Ik weet het niet. Wel rijden we ver, heel ver van kamp vandaan. Ik zie in de verte een havenstadje, een paar minuten later rijden we het stadje binnen. 'Welkom in Van Horn.' Zegt Cleet. Iedereen kijkt me aan alsof ik een grote misdadiger ben, vastgebonden op een paard. Verderop tilt Joe mij over zijn schouder en loopt met mij een gebouwtje in. 'We hebben hier een waardevol iemand voor je.' Ik kijk om me heen en zie tralies, bounty posters en wapens. Dan dringt het tot me door, ze brengen me in als misdadiger. Joe zet me op de grond en snijdt het touw om mijn benen los. 'Een lid van de Van der Linde Boys gang.' Een man met een sherrifster loopt lachend op mij af. 'Dit is geen boy maar zeker wel wat waard. Sluit haar op.' Joe trekt mij hard mee en zet mij in een van de cellen. Ik zie hoe de sherrif ze geld geeft voor mij. '750 dollar?!' Roep ik hard. 'Voor mij? Jullie lijken wel gek!' 'Tot nooit meer juffie.' Joe en Cleet groeten me met een gemene lach en verlaten het gebouw. Boos sla ik tegen de tralies en ik ga zitten. Zo ben ik een tijdje in gedachten verzonken, dit kon toch niet waar zijn. 'Waarom 750 dollar voor mij?' Vraag ik de sherrif. 'Je bent een lid van een van de meest gezochte gangs. We moeten ze laten zien wie hier de baas is.' 'En daar hebben jullie mij voor nodig...' Hij knikt. 'Dus nu gaan jullie mij hier de rest van mijn leven vasthouden?' Hij schudt zijn hoofd. Hij wijst naar buiten. 'Je transport is er net optijd.' Ik kijk naar buiten en zie een gevangenis wagen aan komen rijden. 'Dit meen je niet.' Zeg ik zacht. De sherrif neemt mij mee uit de cel en zet mij in de kar bij 3 andere gevangenen. 'Komt niet zo vaak voor dat we hier een meisje zien.' Zegt een van de gevangenen. 'Wen er ook maar niet aan.' Zeg ik boos. 'Waar gaan we heen?' Vraag ik de bestuurder. Hij houdt wijselijk zijn mond. Even later rijden we een boot op en varen we weg van het land. Verderop zie ik een eiland met een groot stenen gebouw. 'Welkom op Sisika.' Ik kijk de gevangenen vragend aan. 'De grootste en best bewaakte gevangenis die er is.' Fluisterd een. 'Alleen de gevaarlijkste criminelen worden hier opgesloten en komen hier nooit meer weg.' Verloren kijk ik om me heen, dit kunnen ze toch niet menen. Ruw worden we beetgepakt en op onze knieën in een rijtje gezet. Een man loopt langs ons allemaal en bekijkt ons goed. 'Kijk eens aan, nooit gedacht dat we hier een van der Linde boys ganglid zouden hebben.' Ik kijk hem zonder enige emoties aan. 'Dit moet een fout wezen, ik ben geen crimineel.' Zeg ik hem. 'Dat zeggen ze allemaal, wijffie. Sluit haar op, de rest aan het werk op de velden.' Ruw word ik beetgepakt en mee naar binnen genomen. 'Wat gaat er met mij gebeuren nu?' Vraag ik de bewaker terwijl we door de gevangenis lopen. 'Wachten.' Ruw duwt hij mij een cel in en sluit de deur achter mij. 'Wachten? Waarop?' Hij lacht. 'Tot er besloten is waar je terecht gesteld wordt, het moet natuurlijk wel groots gepresenteerd worden, van der Linde meisje.' Teneergeslagen stap ik naar achter en ga zitten. Terecht gesteld worden? Dit wordt mijn dood? Er gaan zoveel vragen door mijn hoofd, hoe kan het zo zijn dat ik van een Nederlandse tourist naar een grote wild west schurk ben gegaan. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht, machteloos begin ik te huilen.

De volgende dag worden we allemaal vroeg wakker gemaakt, iedereen moet naar buiten, werken op de velden en de plantages. 'Waarom mag ik niet mee?' Vraag ik de bewaker. 'Te groot risico dat je ontsnapt of gered wordt.' Ik zucht. 'Mag ik om een gunst vragen?' Vraag ik hem. Hij kijkt me verbaasd aan. 'Een gunst? Jij? Laat me niet lachen.' 'Een blanco boekje en een potlood, meer vraag ik niet.' Zonder iets te zeggen loopt de bewaker weg, is het echt te veel wat ik zojuist vroeg? Moedeloos ga ik op mijn bed zitten, wat je eigenlijk nog geen bed kon noemen. Diep in gedachten staar ik voor me uit. 'Hier.' De bewaker gooit een boekje en een potlood de cel in. Snel spring ik op en pak het boekje. 'Dankjewel.' Ik ga zitten en ik schrijf alles op wat ik hier heb meegemaakt. Over Lucas, Silverstone, de gang, Ben en Bessie en boven al, Arthur. Toen ik alles opschreef besefte ik me wat ik allemaal had meegemaakt. Was het dan echt niet mogelijk om een normaal leven te leiden in deze wereld? Zo gingen er een paar dagen voorbij, dagen waarin ik al mijn herinneringen opschreef in mijn boekje, mijn Wild West Diary. 'De grote baas is er.' Zegt een van de bewakers aan de hoofdbewaker. Hij knikt en kijkt me aan. 'Neem haar mee en maak haar cel gereed voor de volgende.' Die woorden dreunen als een lawine door mijn hoofd. Volgende? Ik kom hier niet meer terug? De bewaker bindt mijn armen vast en trekt me ruw mee. 'Nee, ik ben geen crimineel!' Schreeuw ik luid en ik stribbel tegen. 'Doorlopen!' Roept de bewaker. Machteloos loop ik de richting op die mij gevraagd word. Alle gevangenen kijken me aan en schudden hun hoofden. Zo hopeloos als nu heb ik mij nog nooit gevoelt. 'Die kant op.' Zegt een andere bewaker. Ik zie twee grote deuren. Nogmaals probeer ik mij hier doorheen te vechten, maar de bewakers houden me te stevig vast. Als we door de deuren lopen zie ik een aantal van de meest belangrijke sherrifs van het wilde westen. Ik probeer mijn tranen van angst in bedwang te houden, maar het idee dat dit waarschijnlijk mijn laatste dag is maakt mij banger dan alles waar ik ooit bang voor ben geweest. 'Dit is jouw laatste dag hier, van der Linde meisje.'

Wild West DiaryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu