Hoofdstuk 5 - De hereniging

39 2 0
                                    

Ik voel een ijskoude rilling door mij heen en voelt alsof ik verstijf. Langzaam laat ik mijn arm zakken en ik staar de verte in. Sadie kijkt verbaasd naar me, 'wat is er?'. 'Mijn.. mijn familie... ze zijn daar beneden.' Met z'n vijven kijken we naar Armadillo. Terwijl ik dat zei kwam het besef, Colm is mijn familie aan het beroven. Er gaat een golf van woede door me heen. Arthur kijkt me aan. 'Ho, wacht even, jij gaat niet naar ze toe!' Zegt hij duidelijk. 'Dat is mijn familie, Arthur! Ze zijn hier voor mij!' Ik loop snel naar Silverstone en zadel haar op. Arthur pakt mij beet aan mijn arm. 'Ik wil niet dat je daar heen gaat.' Ik kijk Sadie aan, ze schud haar hoofd. 'Sadie, kom op. Jij moet toch weten hoe het is om je familie te verliezen. Ik kan er nu nog wat aan doen.' Ze kijkt me verbaasd aan. 'Dat zei je niet echt.' Zonder enige emotie kijk ik de groep in. 'Ik moet dit doen, sorry Arthur.' Ik galloppeer weg. Ik hoor nog een schreeuw die mijn naam roept maar ik ga snel door. Zo snel als ik kan race ik naar het dorpje. Ik hoor een paar schoten. Ik galloppeer het dorpje. 'Laat ze met rust, Colm!' Ik richt mijn wapen op hem. Al zijn bendeleden richten hun wapen op mij. 'Wel, wel, wel, als dat niet het verloren touristje is.' In een bar achter Colm zie ik mijn moeder, Lucas en Meghan schuilen. Ze kijken me verbaasd aan. 'Het verbaast me dat je nog leeft.' Zegt hij. 'Ga hier weg Colm, je hebt al genoeg mensen pijn gedaan.' Ik lacht luid en kijkt me vervolgens gemeen aan. 'Niks aan de hand, Colm.' Ik hoor een bekende stem achter me. 'Arthur Morgan, ze hoort bij jullie zo te zien.' 'Ze slaat door, we nemen haar mee terug, ze is geen gevaar voor jullie.' Arthur kijkt me aan en seint dat ik mee moet komen. Met een afschuwelijk gevoel draai ik me om. 'Ik krijg je nog wel Colm!' Ik schiet op de grond vlak voor hem en galloppeer weg. Arthur en de groep volgt mij. 'Grijp haar! Ik wil haar levend!' ik kijk over mijn schouder en zie dat alle O'driscolls ons volgen. We rennen het bos in. 'Jullie volgende links!' Roep ik luid. Iedereen knikt. Arthur kijkt me aan. Bij de volgende splitsing gaat iedereen links, behalve ik. Ik ren nog een stukje door en hou me daar schuil. Geen O'driscolls. Dan hoor ik een paar hoeven aankomen. Ik pak mijn wapen. 'Rustig Selena.' Ik kom uit de bosjes en kijk hem aan. 'Serieus, Arthur? Waarom?' 'Ik ga je niet alleen laten als er een gang op je aan het jagen is. Wat ben je van plan?' Ik zucht even. 'We moeten terug...' Hij wijst naar Armadillo en ik zie het vraagteken in zijn hoofd. Ik knik. 'Ik moet ze op een veilig moment weer ontmoeten. Kom op.'

Meghan springt op. Ik kijk haar streng aan en maak het gebaar dat ze zich laag moet houden. Ze gaat rustig weer zitten. Arthur en ik stijgen af en lopen de bar binnen. Ik ga rustig bij Meghan, mijn moeder en Lucas aan het tafeltje zitten. 'Kalm blijven.' Ik kijk ze allemaal aan. 'Waarom zijn jullie hier?' Vraag ik zacht. 'Voor jou natuurlijk! We moesten je vinden.' Ik schud mijn hoofd. 'Het is heel lief maar het is hier niet veilig.' Ze kijken me geschrokken aan. 'Blijf hier.' Ik sta op en sein naar Arthur. Arthur knikt. Ik loop naar buiten en zoek de vrouw die Lucas geholpen heeft. Een paar minuten later kom ik terug en zet voorzichtig een tas onder de tafel. 'Neem dit mee naar boven en trek dit aan. Wij blijven beneden.' Ik geef ze een sleutel en ze knikken voorzichtig. Een half uur later komen ze naar beneden lopen. Ik begin te giechelen. Ik geef ze een seintje en roep Arthur. We lopen naar buiten, daar staat een vierspan. 'Kan u deze mensen naar Blackwater brengen?' De man knikt. Ik doe de deur open en laat ze instappen. Lucas stapt als laatste in, ik grijp zijn arm. Ik geef hem een briefje en mijn revolver. Hij stapt in en ik geef de bestuurder een seintje. Langzaam rijden ze de woestijn in.

Wild West DiaryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu