Met een diepe zucht open ik de deur, ik zie Meghan staan. Even schrik ik, net als zij. 'Wat ga je doen?' Vraagt ze met een verbaasde blik. 'Je gaat toch niet zo naar de persconferentie?' Ik knik zelfverzekerd. 'Ik ga geen poppenkast spelen, het zijn geen wildelingen en dat ga ik iedereen laten zien. Je outfit maakt niet wie je bent, het gaat om wat er van binnen zit.' Zeg ik terwijl ik mijn hand op mijn hart leg. Ze zucht en schudt haar hoofd. 'Dat zijn mooie woorden, maar iedereen zal jou nu aanzien als een van hen, een wildeling. Ze gaan echt niet naar je luisteren.' Zegt Meghan en ze pakt mijn hand. 'Luister alsjeblieft naar me, dit gaat niet werken.' Zegt ze smekend. Ik schud mijn hoofd. 'Ik moet dit doen, voor Arthur.' Ik loop weg, richting de zaal van de persconferentie. Ik zie verbaasde blikken mij aankijken, ook de man die ons door het huis heeft begeleidt. Hij komt snel naar me toe gelopen. 'Je kan zo niet naar binnen.' Zegt hij stug. 'En toch ga ik zo, waar is de ingang?' Hij knikt zijn hoofd en loopt met me mee naar een deur. Hij opent de deur en ik zie een hele groep mensen staan. Ik adem even diep in en loop naar binnen. Iedereen begint direct met het stellen van vragen en ik hoor de camera's klikken. Een aantal van hun vragen kan ik beantwoorden, andere niet. 'Heeft u verder nog iets te vertellen over de mensen daar?' Vraagt een van de journalisten. Ik schud mijn hoofd. 'Niet veel, ze zijn mensen net als wij, ze verdienen net zoveel als wij.' Zeg ik met een lach. 'Wat heb je dan te zeggen over het beroven van banken en treinen?' Zegt weer een andere journalist. 'Die komen niet veel voor, het zijn gewoon typische verhalen over het wilde westen.' Zeg ik kalmerend. 'Maar je hebt er wel aan meegewerkt.' Ik kijk de journalist vragend aan. 'Het stond in je dagboek.' Ik voelde een golf van verbazing en teleurstelling door mij heen trekken. Er ontstaat een onrust in de zaal. 'Ze is een van de wildelingen! Ze is net als de rest!' Roept iemand door de zaal. Ik schud mijn hoofd. 'We zijn geen wildelingen, maar overlevers! Die mensen zijn wanhopig omdat ze niks krijgen van deze regering!' Roep ik boos door de zaal. De onrust wordt steeds groter en ik loop de zaal uit. Onder begeleiding van bodyguards loop ik samen met mijn moeder en Meghan terug naar de auto. 'Waar ging dat over?' Vraagt mijn moeder, ze kijken me allebei doordringend aan. 'Dit.' Zeg ik zacht terwijl ik mijn hand in mijn tas steek. 'Wacht...' Snel graai ik door mijn tas. 'Het is weg!' Roep ik. Nog steeds kijken ze me verbaasd aan. 'Mijn dagboek, het is weg.' Zeg ik.
Eenmaal terug in het huis storm ik naar boven, naar mijn kamer. Ik gooi alles overhoop om het maar de vinden, hoe kan ik het nou zijn verloren. 'Selena, het kan hier niet zijn, als de pers het weet is het niet hier, maar in hun handen.' Meghan en mijn moeder komen mijn kamer in gelopen. 'Nee...' Zeg ik zacht en ik pak mijn dagboek uit het laadje van mijn nachtkastje. 'Nou, dat is fijn toch, je hebt het weer gevonden.' Zeggen ze en ze lopen naar beneden. Een paar minuten later loop ik hen achterna, de tuin in. 'Ik snap niet hoe het daar kan liggen.' Zeg ik verbaasd. Meghan haalt haar schouders op, 'Je hebt het nu weer toch.' Zegt ze met een lach. Ik zie de huishoudster mij schichtig aankijken, maar ze kijkt snel weg als ze doorheeft dat ik haar aankijk. 'Wacht eens even.' Zeg ik zacht en ik loop snel naar haar toe. Ik pak haar beet bij haar arm en draai haar om. 'Jij hebt de pers mijn dagboek gegeven, hé!' Roep ik luid. 'Selena!' Roept mijn moeder en samen met Meghan trekken ze mij van de huishoudster af. 'Ben je gek geworden!' Roept ze. 'Je was je dagboek gewoon vergeten mee te nemen.' Ik kijk mijn moeder aan, en vervolgens Meghan. 'Ik heb mijn dagboek daar nooit neergelegd, het zit altijd in mijn tas.' Zeg ik boos. 'Geef maar toe, jij hebt het de pers gegeven, niet waar? Hoeveel hebben ze je betaald?' Zeg ik dreigend tegen de vrouw. Ze knikt voorzichtig haar hoofd. Ik schud mijn hoofd en kijk haar boos aan. 'Bedankt, nu is er geen een mogelijkheid meer om die mensen te kunnen helpen.' Ik loop terug naar binnen en ga op mijn bed zitten. Met mijn handen voor mijn gezicht begin ik onophoudelijk te huilen. Een uurtje later hoor ik iemand kloppen op mijn deur, snel veeg ik mijn tranen weg en zie Meghan staan. 'Er moet toch een manier zijn om deze twee werelden samen te voegen? Dat ik bij jullie en Arthur kan zijn.' Zeg ik, en weer begin ik te huilen. 'Selena...' Zegt ze zacht. Ik kijk haar vragend aan. 'Ik denk dat we grotere problemen hebben nu...' Zegt ze met een trilling in haar stem. 'Wat kan er erger zijn dan niet meer in staat zijn om mensen te helpen waar je om geeft, omdat dat zo voor je wordt verpest?' Zeg ik met tranen in mijn ogen. 'Dit gaat over jou.' Meghan geeft haar mijn telefoon, er staat een persbericht open. Ik kijk naar de titel van het bericht. 'Geredde toerist blijkt toch een wildeling.' Lees ik hardop voor. Met grote ogen kijk ik Meghan aan. 'Wat is dit?' Meghan schudt haar hoofd. Snel lees ik verder, over het beroven van banken en treinen, alles wat er in mijn dagboek geschreven staat lees ik terug in dit artikel. Hoe verder ik naar beneden scrol hoe meer ik er over lees. 'Niemand gelooft de pers toch zeker over dit? Dit waait wel over.' Zeg ik zelfverzekerd tegen Meghan en ik sta op. 'Er is meer.' Zegt ze zacht en ze zoekt een andere site op. 'Er is een filmpje.' Ik pak de telefoon aan en bekijk het filmpje. 'Ze hebben je gezien toen je de huishoudster beetpakte vanwege je dagboek...' Ik kan het niet geloven, is mijn leven dan nergens meer veilig. Ik lees de reacties onder de video en schrik ervan. 'Dit kan toch niet, moet je horen. ''We moeten haar eens laten weten wat ze andere heeft aangedaan? Ze moet gestraft worden?'' Deze mensen willen mij straffen?' Zeg ik hardop. Meghan knikt voorzichtig. 'Ze vinden je echt een wildeling.' Zegt mijn moeder terwijl ze komt binnenlopen. Boos en verslagen sla ik op de tafel. Ik zie mijn moeder en Meghan schrikken, en ik kijk ze aan. 'En jullie, wat vinden jullie van mij? Vinden jullie mij ook een wildeling?' Mijn moeder komt naar me toegelopen en geeft me een knuffel. 'Tuurlijk niet, je bent toch mijn dochter.' Meghan staat een beetje stil voor zich uit te kijken. 'Ben ik zo een gevaar, Meghan?' Zeg ik zacht. Ze haalt voorzichtig haar schouders op en schudt haar hoofd. 'Je bent wel veranderd.' Ik zucht diep. 'Er is nieuws op de televisie, komen jullie kijken?' Zegt mijn moeder, met zijn drieën lopen we naar beneden. 'We zullen haar niet straffen, ze heeft daar veel meegemaakt, er zal vast een goede verklaring voor zijn.' Hoor ik de president zeggen. Alle drie slaken we een zucht van opluchting en kijken nog tot het eind van de toespraak. Veel journalisten zijn tegen en laten dat duidelijk merken in hun vragen en opmerkingen, het nare gevoel in mijn onderbuik word steeds erger en erger. Ik ben zelfs niet meer veilig in deze wereld. 'Ik ga naar mijn bed.' Zeg ik terwijl ik opsta. Met lood in mijn schoenen loop ik naar boven, naar mijn kamer. Wat moet ik nou doen, waar ben ik nog veilig? Hoe zou het met Arthur zijn, is hij veilig? Er gaan momenteel zoveel vragen door mijn hoofd dat ik niet meer weet wat ik moet denken.
Langzaam wordt ik wakker van het gebons en geschreeuw. Snel kleed ik mij om en loop naar beneden. 'Wat is er aan de hand?' Vraag ik mijn moeder. Alle gordijnen, ramen en deuren zijn dicht. Voorzichtig kijk ik naar buiten door een van de gordijnen. Ik zie een hele grote groep mensen staan, een aantal van hen dragen spandoeken, andere van hen gooien met van alles en nog wat. 'Zijn ze hier voor mij?' Vraag ik en ik kijk mijn moeder verbaasd aan. 'De politie is al onderweg om je hier weg te halen, pak je spullen.' Zegt ze snel en ze loopt naar een andere kamer. Even sta ik stil om te verwerken wat er allemaal gebeurd. Moet ik zelfs hier vandaan vluchten? Ik loop snel naar boven en stop al mijn spullen in mijn tas. Even staar ik met mijn dagboek in mijn handen, moet ik het vernietigen, het heeft me immers al vaker problemen veroorzaakt. Ik blader er een beetje door en ga op mijn bed zitten, ik lees alle verhalen, al mijn belevingen. Er rollen een paar tranen over mijn wangen maar ook een glimlach verschijnt op mijn gezicht. 'Selena! Tijd om te gaan!' Hoor ik mijn moeder roepen. Snel stop ik het dagboek in mijn tas en ren naar beneden. De agenten doen de deur open en ik zie een hele groep mensen staan schreeuwen naar mij. Even krijg ik het gevoel dat ik door de grond wil zakken, waarom willen deze mensen mij dood? Onder begeleiding van de agenten lopen we tussen de mensen door naar de auto. Eenmaal in de auto haal ik opgelucht adem en kijk bang mijn moeder en Meghan aan. De groep mensen staan dreigend rondom de auto, langzaam rijden we weg. Zonder te weten waar we naartoe gaan staar ik voor me uit. We stoppen voor een groot gebouw en lopen naar binnen. 'Ik weet dat ik me veilig zou moeten voelen met al deze agenten om ons heen, maar ik heb hier een slecht gevoel bij.' Fluister ik tegen Meghan. Ze schudt haar hoofd met een glimlach. 'Komt echt wel goed.' Zegt ze. 'Hallo Selena, ik ben de Chef van de politie hier.' Zegt een man die op ons af komt lopen en hij schudt mijn hand. 'Al deze ophef is vanwege dat dagboek van jou, zou ik het eens mogen inzien om jouw onschuld te kunnen bewijzen?' Even staar ik hem verbaasd aan. 'Maar een dagboek is iets wat privé is, dat kan ik niet zomaar delen.' 'Zo privé is het niet meer als de hele media ervan op de hoogte is, niet waar?' Ik zucht en geef hem mijn dagboek. Hij bladert er met een serieus gezicht doorheen. Op een van de bladzijdes blijft hij verdacht lang lezen. 'Arresteer haar.' Zegt hij terwijl hij mij aankijkt.

JE LEEST
Wild West Diary
AdventureDit verhaal gaat over een Nederlands meisje die op reis gaat met haar vriend naar de Verenigde Staten. Daar worden ze overvallen en ze blijft alleen achter. Later word ze gevonden door een gang uit het Wilde westen die haar meenemen in hun leven.