'Hallo Micah, heb je me gemist?' De sheriff en de kadetten richten ook hun wapen op hem. Hij kijkt me verbaasd en geschrokken aan. 'Selena...' Zegt hij terwijl hij zijn handen de lucht in steekt. Rustig stap ik met mijn paard zijn richting op. Langzaam loopt hij achteruit het kamp weer in. 'Wat fijn je weer te zien.' Zegt hij. Ik schud lachend mijn hoofd. Even kijk ik om mij heen, ik zie veel verbaasde blikken. Ik zie Arthur en Dutch met een aantal verwondingen in het gezicht. 'Het is voorbij, Micah.' Hij begint te lachen. 'Weet je wat het is, met z'n vieren kunnen jullie mij echt niet aan, en zij denken dat jij de verrader bent.' Ik schud mijn hoofd. 'Met zijn vieren niet nee.' We horen wat geritsel en hij kijkt om zich heen. Alle sheriffs met kadetten die het kamp omsingeld hebben komen het kamp op gelopen. Ik zie Micah diep zuchten en naar de grond kijken. 'Waarom vertel je ze niet dat jij degene bent die ze allemaal verraden hebt?' Ik kijk hem doordringend aan. 'Volgens mij ben jij de gene die hier alle sheriffs hebt opgetrommeld om de gang te verraden, dat valt niet echt onder trouw zijn, of wel Dutch?' Hij kijkt me met een grijns aan. 'Micah heeft zich om laten kopen om jullie locaties en daden te verlinken, het blijkt dat hij ook ons verraden heeft door beloftes niet na te komen. Hij gaat met ons mee.' Sheriff Jones en zijn kadetten stappen van hun paarden en binden Micah vast. 'Ik denk dat jij onder de verliezers valt, Micah.' Zegt Sadie terwijl ze naar voren komt lopen. Hij kijkt haar fel aan. 'Jullie straf zal echt niet minder worden.' Zegt hij met een grijns. 'De rest is vrij van schuld, voorlopig.' Zegt Sheriff Grey. Iedereen kijkt hem verbaast aan. 'Neem hen ook mee! Zij hebben ook verschrikkelijke daden verricht!' Roept Micah terwijl hij meegenomen wordt naar een gevangeniswagen. Sheriff Grey kijkt me aan. 'Onthoudt het, een fout.' Ik knik begrijpelijk. 'Ik snap het, ik zal u niet teleurstellen.' Zeg ik met een lach. 'Succes.' Zegt Grey en ik blijf alleen achter met de gang. Ik spring van mijn paard en ren naar Arthur. Huilend stort ik mij in zijn armen. Het is voorbij, we zijn eindelijk weer bij elkaar, we zijn veilig! 'Het spijt me, van alles.' Fluister ik zacht. Lachend maar met tranen in mijn ogen kijk ik hem aan. Hij schudt zijn hoofd. 'Het spijt ons dat we je niet hebben kunnen beschermen, zoals we beloofd hadden.' Iedereen knikt. 'Je bent hier niet welkom!' Roept Dutch terwijl hij op staat. Ik kijk hem verbaasd aan. 'Sorry?' Vraag ik hem. 'Je hebt hier de sheriffs gebracht en ons verraden!' Roept hij luidt. Ik schud mijn hoofd. 'Dutch, ik was niet degene die jullie verraden heeft, dat was Micah.' Hij stormt op mij af kijkt me fel aan. 'Dutch!' Roept Arthur en hij duwt hem weg. 'Jullie zijn nu vrij, dat heb ik geregeld.' Ik zie de boosheid in zijn ogen verdwijnen. 'Waarom zou je dat voor ons doen?' Vraagt hij. 'Omdat ik om jullie geef, zonder jullie had ik hier niet gestaan nu.' Ik zie een paar lachende gezichten verschijnen. 'Ik ben jullie vijand niet, Dutch.' Hij zucht. 'Zolang jullie niet roven en moorden zijn jullie vrij.' Zeg ik door het kamp. 'Maar hoe gaan we dan verdienen?' Vraagt John. Ik begin te lachen. 'Eerlijk werk, legaal werk. Ga de stad in om iets te vinden, ga jagen, verzin iets. Zo moeilijk is het niet.' Ik haal mijn schouders op. 'Bedankt, Selena.' Zegt John met een lach. Ik knik. Arthur slaat een arm om mij heen en ik kijk hem lachend aan. Samen met Sadie gaan we bij het kampvuur zitten. 'Ik heb een vraag Selena.' Sadie kijkt me aan. Ik knik voorzichtig. 'Hoe krijg je het voor elkaar om bij de sheriff terecht te komen nadat je van een waterval ben gegooit.' Ze begint te lachen. 'Lang verhaal.' Zeg ik met een grinnik. 'Beneden aan de waterval stonden Cleet en Joe, die vrienden van Micah. Ze brachten me naar van Horn als ganglid en kregen daar geld voor...' Zo vertel ik ze het hele verhaal. Tijdens het verhaal sluiten zich steeds meer mensen aan bij het kampvuur. Inmiddels word het later en later. 'En zo kwamen ze erachter dat Micah ze verraden heeft.' Boeiende blikken kijken me aan. 'Dat is niet niks.' Zegt Sadie. Ik schud mijn hoofd. Ik kreeg steeds meer vragen van iedereen. Langzaam begin ik te gapen. 'Ik heb een tent voor je gereed gemaakt.' Zegt Abigail met een glimlach. Ik knik vriendelijk en loop met haar mee.
Al vroeg zit ik buiten tegen een boom aan. Ik geniet van het frisse windje en de mooie ochtendzon. Voorzichtig schets ik het kamp in mijn dagboek. 'Wat heb je daar?' Hoor ik iemand zeggen. Snel sluit ik mijn boekje en ik kijk om. Ik zie Arthur die mij een bord te eten aanreikt. 'Al mijn herinneringen van deze wereld.' Hij kijkt me met een frons aan en komt naast me zitten. 'Deze wereld...' herhaald hij mijn woorden. Ik begin te lachen. 'Het valt niet te vergelijken met waar ik vandaan kom.' Zeg ik. Hij haalt zijn schouders op en tuurt de verte in. 'Zou je terug willen?' Vraagt hij voorzichtig. Bedenkelijk kijk ik voor me uit. 'Ik weet het niet, het zijn twee verschillende werelden die niet de combineren zijn. ik voel me hier zo thuis bij jullie. Maar aan de andere kant mis ik mijn ouders en mijn zus. Hij knikt begrijpelijk. 'We hebben een verrassing voor je.' Ik kijk hem vragend aan. Langzaam loopt hij weg. Ik sta snel op en volg hem. 'Wat bedoel je?' Hij wijst met zijn vinger en begint te glimlachen. 'Silverstone!' Ik zie Sadie aan komen stappen. Snel ren ik op haar af. 'Jullie hebben voor haar gezorgd!' Sadie stapt af en geeft Silverstone aan mij. 'We kunnen je toch niet zomaar vergeten, je bent een van ons. Daarnaast heb ik ook voor Twister gezorgd toen Arthur weg was.' Ik knik en aai Silverstone. 'Dankje, jullie allebei.' Er rolt een traan over mijn wang. 'Ik denk dat jij en Arthur even samen een stuk moeten gaan rijden.' Zegt Sadie. Ik knik en stap op Silverstone. Even later komt Arthur aan met Twister en we rijden het bos in. Ik kijk naar Arthur en begin te lachen. Verbaasd kijkt hij me aan. 'Welke grap heb ik gemist?' Vraagt hij. Ik schud lachend mijn hoofd. 'Ik ben gewoon blij weer bij je te zijn.' Hij knikt. 'Ik ook, ik dacht dat je dood was, vanwege de krant.' Beschaamd kijk ik voor me uit. 'Het spijt me.' Zeg ik zacht. 'Hey, dat was niet jouw fout.' Hij kijkt me lief aan. 'Wie als laatst bij van Horn is trakteerd op een drankje?' Vraagt hij uitdagend. Ik kijk hem zelfverzekerd aan en spoor Silverstone aan. Zo racen we door het bos naar het havensdorpje.
'Hier jullie drankjes.' De barman geeft ons twee glazen met wat te drinken. 'Volgende keer ben jij aan de beurt.' Ik begin te lachen. 'Had je maar sneller moeten zijn.' Zeg ik met een uitdagende blik. We proosten onze glazen tegen elkaar en vervolgens slaat hij zijn arm om mijn middel. 'Volgende keer laat ik je niet zo makkelijk gaan hoor.' Hij geeft me een kus op mijn wang. Ik schud mijn hoofd. 'Er komt geen volgende keer, Micah is weg, we zijn vrij.' Hij knikt met een lach. Even later hoor ik buiten veel gehinnik en ik kijk Arthur aan. 'Dat is Silverstone, ik moet even kijken.' Arthur pakt zijn spullen en loopt achter me aan. 'Ik red me wel, ik kom zo terug. Niks aan de hand.' Hij schudt zijn hoofd. 'Dacht het niet, dalijk is er wel wat aan de hand.' Samen lopen we naar buiten en kijken verdacht om ons heen. Rustig aai ik Silverstone over haar hals en kalmeer haar. 'Zie je, niks aan de hand.' Zeg ik met een eigenwijze lach. Arthur zucht. 'Kom we gaan terug.' Zegt hij, ik knik. 'Wacht, mijn hoed ligt nog binnen. Ik ben zo terug.' Hij knikt en ik loop naar binnen. Zoekend kijk ik om mij heen en zie mijn hoed vervolgens achterin het gebouw liggen. Vreemd, want daar zijn we helemaal niet geweest. Ik houd mijn hand bij mijn mes en loop langzaam naar mijn hoed. Het rare is ook dat er geen andere mensen zijn in deze ruimte. Voorzichtig pak ik mijn hoed op en voor ik het weet pakt iemand mij beet van achter. 'Met jou waren we dus nog niet klaar hé, toeristje.' Ik probeer me los te breken maar krijg het niet voor elkaar. Ik voel iets kouds tegen mijn hoofd aan gedrukt worden en ik verstijf. Grof wordt ik door een deur naar buiten getrokken. 'Wat willen jullie van me?' Vraag ik met mijn tanden op elkaar. Ik zie twee mannen voor mij staan met een wapen op mij gericht, terwijl een derde mij stevig beet houdt. 'Dankzij jou heeft Micah ons verraden.' Zegt degene achter mij. 'O'driscolls...' Zeg ik zacht. Voor ik het weet krijg ik een klap in mijn gezicht en alles om mij heen valt weg.
JE LEEST
Wild West Diary
AventuraDit verhaal gaat over een Nederlands meisje die op reis gaat met haar vriend naar de Verenigde Staten. Daar worden ze overvallen en ze blijft alleen achter. Later word ze gevonden door een gang uit het Wilde westen die haar meenemen in hun leven.