Hoofdstuk 14 - De verrader

19 1 0
                                    

Ik draai de celdeur op slot en kijk de gevangene nog een keer aan. 'Heb je er alweer een?' Vraagt Sheriff Grey terwijl hij aan komt lopen. Ik knik trots. 'Dat is de vijfde al in een paar weken tijd.' 'Ik moet toch wat doen? Dit is mijn afleiding.' Hij kijkt me vragend aan. 'Ik ben bij mijn dierbaren vandaan getrokken, weet je nog.' Zeg ik bijdehand, en er rolt een traan over mijn wang. 'Kan het echt niet anders? Ik kan toch bij hen leven en jullie helpen?' Smeek ik hem. Hij schudt zijn hoofd. 'Hoe kunnen we je dan vertrouwen als jij met de grootste bende leeft? Gaat niet gebeuren, je bent dood voor ze, je moet door met het leven. Dit is nu al de zoveelste keer dat je het vraagt.' Zegt hij geïrriteerd. 'Je moest eens weten hoe het voelt, dan zou je wel anders praten!' Schreeuw ik. Hij kijkt me boos aan. 'Dankzij mij leef je nog, als ik er niet was geweest hadden ze je op laten hangen. Een beetje dankbaarheid zou op zijn plaats zijn.' 'Leven? Noem je dit leven? Als slaafje voor de wet bendeleden vangen?' Met tranen en boosheid in mijn ogen kijk ik hem aan en ik loop weg. Huilend zit ik in mijn kamer, ik heb nooit gevraagd om dit leven. Kan ik dan echt nergens mijn plekje vinden en van mensen houden zonder ik daar voor gestraft word? Ik mis Arthur, ik mis Sadie, ik mis John en Abigail. Ik mis de hele gang, mijn leven. Eerst mijn familie, en nu de gang. Even later klopt Grey op de deur. 'Wil je deze brief even brengen naar Sheriff Jones in Rhodes? We hebben over twee dagen een belangrijke vergadering.' Ik veeg mijn tranen weg en pak de envelop aan zonder iets te zeggen. Een uurtje later kom ik aan in Rhodes, daar staat de Sheriff mij al op te wachten. 'Hallo Selena! Goed je weer te zien!' 'Goedemiddag Sheriff Jones, ook goed u weer te zien. Ik heb een brief voor u, van Sheriff Grey.' Hij pakt de envelop aan en leest de brief. Hij kijkt zorgelijk. 'Is alles in orde?' Hij schudt zijn hoofd. 'Nee het is niet in orde, Cornwall is weer overvallen.' Ik knik. 'Ik heb het gehoord.' Hij bergt de brief op in zijn kantoor en geeft mij een paar dollars. Ik groet hem en loop naar mijn paard. Terwijl ik mijn paard gereed maak hoor ik iemand roepen. Roept diegene nou mijn naam? Ik kijk voorzichtig om. 'Hey Selena!' Die stem herkende ik direct en ik draai me snel om. 'Hamish, wat goed je weer te zien.' Ik lach en schud zijn hand. We staan een tijdje in de zon te kletsen over alles wat er is gebeurt. Maar hoe graag ik hem ook wil vertellen over mijn leven bij de sheriff, het mag niet. 'Er is zo weer een feest in de bar, kom je ook?' Hij kijkt me verwachtingsvol aan. Ik schud mijn hoofd. 'De laatste keer liep dat niet al te best af.' 'Kom op, dit is anders.' Ik zucht. 'Zijn er bekende?' Hij schudt bedenkelijk zijn hoofd. 'Prima, maar je verteld niemand dat ik het ben, ik ga niet in de spotlights.' Hij kijkt me vragend aan maar stemt toe. Samen lopen we naar de bar en we hebben een gezellige avond, zonder gevechten en vluchten dit keer. We zingen en dansen met elkaar en even lijkt het, alsof ik niet in de ban ben van de sheriffs, gewoon een vrij mens.

Langzaam word ik wakker door het gebons op de deur. 'Je huur is voorbij! Bijbetalen of eruit!' Ik stap slaperig uit bed en kleed me om. 'Jongedame!' Hoor ik nog eens. 'Kom eraan!' Roep ik chagrijnig. Een paar minuten later loop ik de kamer uit, ik geef de hoteleigenaar een beetje fooi en loop naar mijn paard. 'Nooit op stap gaan zonder ontbijt.' Ik draai me om en zie Hamish. Ik begin te lachen en pak het stuk brood aan. 'Ga je alweer?' Vraagt hij. Ik knik. 'Je mag niemand vertellen dat je mij gezien hebt, Hamish. Niemand, ook Ben en Bessie niet.' Ik zie hem vragend kijken. 'Mag ik vragen waarom? Zit je in de problemen?' Ik schud mijn hoofd en stap op. 'Hey Hamish,' vraag ik zacht. 'Heb je nog iets gehoord van die gang, waar ik toen mee ben weg gegaan?' Hij haalt zijn schouders op en schudt zijn hoofd. 'Niet veel, ik hoorde dat er een soort onderlinge ruzie was, klonk niet al te best. Ze zijn laatst weggegaan, hoezo?' Ik schud snel mijn hoofd. 'Was gewoon benieuwd.' Ik lach vriendelijk en rij rustig weg. Halverwege mijn reis sta ik stil. Als de gang is vertrokken, is de oude standplaats nu leeg. Bedenk ik mij. Ik draai mij om en galoppeer naar de oude standplaats. Het is inderdaad leeg. Ik stap af en ga het gebied af met mij ogen. Ik loop een stukje verder en zie het oude kampvuur nog liggen. Het voelt zo raar dat zij weg zijn en ik nu hier ben, waar zullen ze zijn? 'Wat doe jij hier?' Hoor ik een mannenstem achter mij zeggen. De schrik slaat door mijn lichaam. 'Niks, ik was gewoon aan het rondrijden.' Ik draai mij om en zie sheriff Jones staan met een aantal cadetten. Hij kijkt me streng en verdacht aan. 'Je bent op zoek naar je gang, je zou ons verraden.' Ik schud mijn hoofd. 'Nee meneer, echt niet. Ik was gewoon benieuwd.' 'Breng haar naar Sheriff Grey.' Zegt hij tegen een van zijn cadetten. Ongemakkelijk stap ik op mijn paard en volg de cadet. Ik voelde me betrapt, ik wilde inderdaad iets vinden van de gang.

'Daar heb je lang over gedaan, Selena. Het was maar een brief toch.' Zegt Grey terwijl ik afstap. 'Wat doe jij hier?' Vraagt hij de cadet. 'Ik moest haar naar u terug brengen, meneer. Ze was op de oude standplaats van haar gang en sheriff Jones vertrouwd haar niet meer.' Grey draait zich om en kijkt me boos aan. 'Ik deed niks slechts! Echt niet.' Zeg ik onschuldig. 'Jij kan maar beter oppassen, meisje. Jouw leven ligt in mijn handen, besef je dat.' Ik knik snel en loop weg. Een paar uur later loop ik stil naar Grey toe. Ik klop op de deur van zijn kantoor en loop naar binnen. Zonder me aan te kijken en ook maar iets te zeggen gaat hij door met zijn werk. 'Sheriff Grey?' Vraag ik zacht. Nog steeds kijkt hij me niet aan. 'Het spijt me, maar ik kan zo niet leven.' Hij kijkt me streng. 'Ik vertrouwde je, Selena. Anders zou ik je niet gered hebben uit Sisika. Ik snap dat het moeilijk is maar het gaat niet anders worden dan het nu is.' Ik zucht diep. 'Jij gaat morgen met mij mee naar Sisika, voor die vergadering met de sheriffs.' Ik kijk hem geschrokken en vragend aan. 'Ik heb daar niets te zoeken, ik ben geen sheriff.' 'Maar je begrijpt toch zeker wel dat ik je niet meer alleen kan achterlaten.' Beschaamd kijk ik naar de grond. 'Sorry Grey, het spijt me echt.' 'Dat zal best, maar je moet echt beter om gaan met mijn vertrouwen en dat van de andere sheriffs.'

De volgende ochtend zijn we al vroeg onderweg. Ik voelde me helemaal niet prettig om weer terug te zijn op Sisika, het geeft me geen fijne herinneringen. Als we binnen komen zie ik dat we de laatste zijn, en iedereen kijkt me aan. 'Laten we beginnen.' Zegt Grey en we gaan zitten aan de tafel. Grey verteld iedereen over de overval op Cornwall, ik zie teleurstellende blikken. 'Weten we wie het waren?' Vraagt iemand. 'Vermoedelijk de van der Linde gang.' Zegt Grey met een zucht. Ik kijk snel op. Iedereen kijkt me aan. 'Wat is de aanleiding dat zij de verdachte zijn en niet de O'driscolls?' Vraag ik. 'De O'driscolls hebben het nooit gemunt op Cornwall, de van der Linde gang wel.' Ik zucht diep met een teleurstellende blik. 'Wat doe ik hier eigenlijk? Luisteren hoe jullie mijn gang gaan pakken?' Ik kijk Grey hoofdschuddend aan met tranen in mijn ogen. 'Hoe gaan we ze pakken, Grey?' Vraagt sheriff Jones. Iedereen kijkt bedenkelijk om zich heen, behalve ik, ik kan alleen maar denken aan het feit dat mijn gang uitgeroeit gaat worden. 'We zetten een val, met een trein van Cornwall. Zogenaamd met heel veel geld en waardevolle dingen, daar komen ze wel op af.' Ik sta hoofdschuddend op. 'Ik ga jullie niet helpen ze te pakken, ik ga er vandoor.' Grey kijkt me aan, en vervolgens een van de cadetten. 'Hou haar in de gaten.' 'Hoe gaan we ervoor zorgen dat alleen zij ervan af weten?' Vraagt iemand. 'Micah kan ons daarbij helpen.' Zegt Sheriff Grey. Toen ik die woorden hoorde verstijfde ik, hoor ik dit nou goed? Hoofdschuddend draai ik mij om. Stomverbaasd kijk ik hem aan. 'Wacht, Micah? Micah Bell?'

Wild West DiaryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu