Hoofdstuk 19

11 1 0
                                    

Merel en debbie zitten naast elkaar op de bank, hun ogen zijn rood van het huilen. Merel heeft haar arm over debbie heen geslagen. En bram staat stil in de woonkamer.
Het is stil je hoort alleen wel eens het snikken van debbie en merel.
Bram pakt zuchtend zijn jas en trekt hem aan. Dan begint bram met praten: ik ga naar het bureau verder helpen met onderzoek. Kan je niet blijven? vraagt merel. Jij wilt toch ook dat de dader gepakt word? Debbie kijkt bram huilend aan en zegt: als jij ons nu gewoon gebracht had zoals je had beloofd, dan was het allemaa niet gebeurd.Bram kijkt Debbie aan. Debbie. Zegt merel kort. Wat? Het is toch zo? Merel kijkt naar Bram. Sorry zegt ze zacht. Bram verlaat zachtjes de kamer, als hij buiten staat sluit hij zachtjes de deur achter zich.
Dan krijg hij een bericht. Hij pakt zijn telefoon het is anoniem zegt hij verbaast.

Het berichtje:

Ach wat zijn ze teleurgesteld  hoe voelt dat nou?

                            -k-

dromen zijn bedrog (moordvrouw)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu