Hoofdstuk 23

11 1 0
                                    

Bram loopt zijn huis binnen en gooit de deur met een klap dicht. Hij laat zich op Bank vallen. Dan komt er een berichtje binnen. Hij pakt zijn telefoon.

Het berichtje:

Dat meisje was wel schattig mischien komt zij ook nog van pas. Arme brecht numan.

-k-

Bram schrikt is dit nou een bedreiging?
Bram belt evert op. Met evert klinkt er aan de andere kant van de lijn. Hey met bram. Hey bram hoe gaat met je? Prima, maar je moet zo snel mogelijk naar mijn huis komen. Wat? Waarom? Dat leg ik je dan wel uit. En Mijn kinderen dan? Neem die maar mee. Oké is goed tot straks. Doei.

Tien minuten later staat evert voor de deur met zijn kinderen. Snel opent bram de deur. Ze lopen naar binnen. Lusten jullie wat drinken. Ja lekker zegt evert doe maar koffie. Is goed. En jullie meiden? Limonade alstublieft. Komt er aan.
Bram komt weer de kamer binnen met een dienblad met twee kopjes koffie en twee glazen limonade. Hij geeft de glazen limonade aan de meiden en een kop koffie geeft hij aan evert. Al snel hebben de meiden het drinken op. Evert zet zijn kopje koffie op de tafel aan gezien die nog best warm is. Waarom moest ik eigenlijk zo snel komen? Vraagt hij. Bram knikt even naar Nynke en brecht. Hey meiden zegt bram. Buiten in de schuur ligt een voetbal mischien willen jullie even voetballen. Ja Leuk zegt brecht. De meiden staan op en lopen naar buiten. Nou, vertel zegt evert zodra de achterdeur dicht is. Bram geeft zijn telefoon aan evert.
Snel leest evert het berichtje.
Wordt er nou met mijn dochter bedreigd. Ik weet niet of het echt een bedreiging is. Mischien moet je hier mee naar Carla gaan. Ja dag, echt niet! Waarom niet, dit is wel een bedreiging hè bram. En mijn dochter word er bij betrokken. Daarom juist! Wat denk je dat er met je dochter gaat gebeuren als we het aan Carla vertellen?!
Evert kijkt Bram aan oké dus het is geen goed idee. nee we moeten dit samen doen. Jij, ik en mijn broers.
Bram belt zijn broers op en vertelt zijn verhaal. Ook zij vinden het een vreemde zaak.
Ze besluiten om naar hem toe te gaan.
Na een tijdje stil zitten komen Nynke en brecht binnen.
We zagen een hond een hele grote. Verteld brecht. Alleen toen die man ons zag renden hij weg. Was het een man? Vraagt evert. Geen idee. Hij had een bivakmust op.

Dan krijgt bram een berichtje:

Volgens mij zijn die meiden geschrokken. Kijk maar uit Ibrahim we grijpen jou nog wel!

                               -k-

dromen zijn bedrog (moordvrouw)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu