De rook waait in mijn gezicht, waardoor mijn linkeroog begint te tranen. Peter, de vader van Milan, houdt me een satéstokje voor, maar ik schud mijn hoofd. Ik zit vol van al het lekkere eten. De ouders van Milan, Marlon en Peter, stonden er op dat we bleven eten. Ze hebben voor een heel weeshuis aan eten voor de barbecue gehaald. Zuchtend laat ik me achterover in het gras vallen. Ik ben maar op de grond gaan zitten in plaats van op een gammele, vieze campingkruk. Yentl volgt mijn voorbeeld en komt naast me in het gras liggen. “El, deze vakantie is echt geweldig,” zegt ze zuchtend. Ik kijk naast me en Yentl kijkt me met haar groene ogen aan. Ze heeft helemaal gelijk, deze vakantie is super. Ik kijk naar Milan, die met een biertje in zijn hand met Ruben staat te ouwehoeren. “Je ligt toch niet stiekem te gluren hè,” zegt Lars, die naast ons komt zitten. Ik voel mijn wangen gloeien en ik kijk betrapt weg. Yentl begint te gniffelen en geeft me een knuffel. “El, ik plaag je maar,” zegt hij lachend en prikt me in mijn zij, “maar als ik jou was, zou ik geen stokbrood met kruidenboter meer eten.” Shit. “Yen, stink ik uit mijn mond?” vraag ik paniekerig en ik blaas in mijn hand om te ruiken. “Nee joh, gek.” Ze duwt lachend mijn hand voor mijn mond weg en werpt Lars een boze blik toe. “Yen, stink ik uit mijn mond?” imiteert Lars me en laat dan een boer. Er komt een walm van bier in combinatie met andere smerigheid mijn neus tegemoet en ik begin met mijn handen te wapperen. “Ja, enorm, doe er wat aan. Er zit een pakje kauwgom in mijn tas,” zegt Yentl met opgetrokken neus. “Sinds wanneer heb jij een tatoeage?” hoor ik Milan aan Ruben vragen. Ik kom overeind en kijk nieuwsgierig naar Ruben. Tatoeage? Ik speur zijn lichaam af en mijn ogen blijven hangen bij zijn zij. Tien centimeter onder zijn oksel tot aan zijn middel staan grote, zwarte letters. Chinese letters wel te verstaan, dus ik heb geen flauw idee wat er staat. “Wow, gast. Ik heb iets gemist volgens mij,” zegt Lars verbaasd bij het zien van de tatoeage. “Hoe kan je dit nou over het hoofd zien?” grapt Ruben. “Wat staat er?” vraagt Lars nieuwsgierig. Hij haalt de woorden uit mijn mond. Dat zou ik inderdaad ook wel eens willen weten. Wie zet er nou zulke grote Chinese koeienletters op zijn lichaam? “Misschien staat er wel zoiets als ‘army’ of ‘leger’,” verzint Milan. Ik knik bedachtzaam. Dat zou best nog wel eens kunnen, aangezien het Ruben is en meneer obsessed is met het leger. “Ja of misschien staat er wel de naam van zijn lieve vriendinnetje,” speculeert Lars. “Ach, wat schattig. De grote, stoere soldaat laat na een paar maanden een relatie te hebben al de naam van zijn vriendinnetje tatoeëren.” “Lars, doe niet zo kinderachtig, dat is dom. Zelfs Ruben is niet zo stom,” zeg ik en ik heb het er al uitgegooid voordat ik er goed over na heb gedacht. Straks staat er echt ‘Yentl’. Ruben is er random genoeg voor. Ik bijt twijfelend op de binnenkant van mijn wang en ik proef de ijzersmaak van bloed. “Milan heeft gelijk, er staat ‘army’,” bevestigt Yentl. Ik kijk haar met een opgetrokken wenkbrauw vragend aan. “Hoe weet je dat?” vraag ik. Ze krijgt blosjes op haar wangen, wanneer we elkaar in de ogen aankijken. Ze verbergt iets voor me. “Omdat ik dat verteld heb,” verdedigt Ruben Yentl. “En iets zegt me dat het niet waar is,” zegt Lars met samengeknepen ogen speurend naar iets dat het tegendeel bewijst. “Guys, jullie weten tocht dat het leger belangrijker is dan zijn vriendinnetje,” zegt Yentl en ze werpt Ruben een uitdagende blik. “Nou, ehm,” stamelt Ruben zwakjes, “dat is niet waar.” “Beetje wel,” zegt Yentl met een grijns en geeft met haar duim en wijsvinger een grootte van twee a drie centimeter aan. Lars en Milan knikken bevestigend. “Oké, oké, misschien een heel klein beetje, maar ik houd wel heel erg veel van je,” zegt Ruben en hij trekt Yentl overeind om haar een kus te geven. “Ik vind jou ook wel lief hoor,” zegt ze glimlachend. “Wel lief? Meer niet?” vraagt Ruben. “Hm… ja dat was het wel, denk ik. Ik vind jou wel lief,” antwoordt ze plagend. “Hm… wel lief?” doet Ruben haar na en begint haar te kietelen. Ze begint te schaterlachen en probeert uit zijn armen te ontsnappen. Dit mislukt, wat naar mijn mening niet zo heel erg raar is, aangezien Ruben beresterk is. Ze vallen lachend op de grond en Yentl begint te roepen om genade. “Blijf je erbij dat je me ‘wel lief’ vindt of is je mening inmiddels veranderd?” vraagt Ruben, wanneer hij bovenop haar zit en ze nergens heen kan. “Ja,” zegt ze nahikkend, “je bent ook wel sterk.” “Dan heeft die Danoontje power toch geholpen,” mengt Lars zich in het gesprek. Ik geef hem lachend een duw tegen zijn schouder. “Pestkop,” zeg ik hoofdschuddend. Hij pakt mijn been vast en trekt me onderuit, waardoor ik op zijn schoot belandt. Onhandig kruip ik van zijn schoot af en kijk naar de tortelduifjes. Yentl zit tussen Ruben zijn benen en leunt met haar rug tegen zijn buik aan. Zijn gespierde, blote buik. Een steek van jaloezie gaat door mijn lichaam. Ze passen zo perfect bij elkaar. Ruben houdt een stokbroodje voor Yentls mond en wanneer ze haar tanden in het broodje wilt zetten, haalt hij het voor haar mond weg en stopt het in zijn eigen mond. Ze slaat hem quasiboos op zijn borst en hij slaat zijn armen om haar heen. Lachend vallen ze achterover en Ruben maakt het goed door haar hele gezicht te kussen. Lars houdt ook een stokbroodje voor mijn mond, maar mooi niet dat ik hier intrap. “Hapje voor Elle,” zegt Lars alsof hij tegen een kleuter praat. Hij duwt het stokbrood bijna in mijn mond en ik duw zijn hand lachend weg. “Doe je mond maar open, Ellebelletje. Daar komt het vliegtuigje,” zegt Lars weer en hij houdt het brood weer voor mijn mond. Om hem op te laten houden, open ik mijn mond en neem een hap van het stukje brood. “Grote meid,” prijst hij me. “Wil jij nu ook kusjes?” Ik schud mijn hoofd. Hij slaat zijn arm om me heen en drukt een kus op mijn wang. Ik wrijf met een opgetrokken neus over mijn wang. “Vind je me niet leuk dan?” vraagt Lars met een pruillip. Naast me hoor ik iemand grinniken en ik kijk naast me. Milan kijkt me geamuseerd aan en hij knipoogt naar me. “Nou, nee,” antwoord ik. “Lars zou niet zonder zichzelf kunnen leven, zo leuk vindt hij zichzelf,” grapt Milan. “Je bent gewoon jaloers,” oppert Lars op. Ik kijk naar Milan, die stom naar me zit te lachen. Zo’n boer met kiespijn lach. Hij zal wel denken, met wat voor mafketels zit ik nu weer opgescheept.
JE LEEST
Een klein stukje terug
RomansaTiener zijn is niet makkelijk, dat ontdekken Yentl, Lars, Elle, Ruben en ook Milan. Vijf totaal verschillende mensen, maar ergens ook hetzelfde. Maak kennis met deze vijf en ontdek wat hun band is. Zo is Yentl een spontane en populaire blondie, de b...