33~ De Laatste Lootjes

101 19 1
                                    

Met grote ogen staar ik naar Raph die met een enorme vaart naar beneden stort. Ik ren naar de rand en trek Jason met me mee. Net voor de rand stop ik en kijk Jason aan. Hij staart terug en grijpt mijn hand vast. Dan kijk ik naar beneden en gooi me over de rand, Jason met me meetrekkend. De lucht vliegt om mijn oren terwijl we met z'n tweeën naar beneden suizen. De grond komt snel dichterbij en we belanden met een doffe klap in een berg afval. Ik trek een vies gezicht terwijl ik mezelf omhoog duw uit de berg. Jason trekt me overeind en kijkt in het rond. Raph staat aan de voet van de afval berg en klopt met een glimlach de vieze troep van zijn kleding. Moeizaam loop ik naar Raph toe terwijl Jason omvalt en weer in de afvalberg valt. Ik lach en sla mijn hand voor mijn mond. Met een beschaamde glimlach komt hij weer uit de berg en gaat naast Raph en mijn staan. We checken of we onze spullen hebben en zetten het dan op een lopen. Op weg naar Snow, om hem een lesje te leren. Ik laat Jason voorop rennen, die blijkbaar weet waar we heen moeten. We rennen tussen verschillende huizen door en ik ben na een paar straten de weg al kwijt. Ik draai me even om, om te kijken of en niemand achter ons aan zit en draai mijn hoofd dan terug. Voordat ik mijn blik ook nog maar op de straat had laten vallen, knalde ik tegen een persoon aan. Ik vlieg naar achteren en beland met een plof in de sneeuw. De andere persoon valt naar achteren en beland tegen de persoon achter hem die ook valt. Ik spring op en kijk naar de 3 personen. 'Omid ?' vraag ik verbaasd. Omid, Faminy en Keno staan recht voor mijn neus. Jason en Raph zijn gestopt en komen een stukje terug rennen. Ik laat een opgeluchte zucht vrij en geef ze allen een knuffel. 'waar zijn Peeta en Johanna?' vraag ik in het algemeen aan het drietal. 'dat weten we niet. We zijn ze kwijt geraakt toen we de stad in kwamen. Waar zijn Jace en Mia?' zegt Faminy. Ik sla mijn ogen neer en geef geen antwoord. Jason heeft me vertelt wat er met Mia was gebeurd, nadat ik bewusteloos was geraakt. 'dood' zegt Raph na een tijdje stilte. Blijkbaar is het niet zo'n grote verrassing, want ze reageren niet geschokt. 'ze stonden beide aan de kant van het Capitool. Jace is uit zichzelf doodgegaan en Mia is neergeschoten' zegt Raph droog. Maar het vertelt niet dat hij degene was die Mia had neergeschoten. We vertellen snel wat we van plan zijn en alle drie stemmen ze in om mee te gaan naar het 'Paleis van Snow'. Jason geeft door dat we nog maar een paar straten verwijderd zijn en dat we er binnen 10 minuten zijn. Hij zegt er ook bij dat we nu veel beter moeten gaan opletten, naarmate we dichterbij komen. We beginnen weer te rennen. Jason had gelijk. We zijn nog geen eens 2 minuten onderweg en het wemelt er van de vredesbewakers. Tientallen komen op ons afrennen met de geweren voor zich. Zonder genade schieten we de vredesbewakers neer. De een na de ander zak neer op de sneeuw en laat een rode vlek achter op de sneeuw. En ik voel geen sprankje verdriet. Meer dat mutanten zijn ze niet. Ik weet dat het mensen zijn maar daar kun je ze niet voor aanzien. Ik loop samen met Jason voorop, met mijn geweer voor me uitgehouden. We zijn gestopt met rennen en lopen nu snel over het plein heen. Nu overvalt een schuld gevoel me. Op het plein liggen honderden lijken. En het zijn geen Capitool mensen. En dat doet me wel pijn. Ik laat mijn geweer een stukje naar beneden zakken terwijl ik mijn blik langzaam over de levenloze lichamen laat gaan. Dan wend ik mijn blik af en ren naar de grote paleistrappen op. Ik wacht even tot iedereen boven is. Ik wil net de deur intrappen wanneer het helemaal mis gaat. Vanaf de zijkant van het paleis hoor ik voetstappen. Ik zet mijn handen weer op het geweer en richt die richting op. De vredesbewakers beginnen meteen te schieten en wij schieten terug. Een felle pijn snijd door mijn linker arm, maar ik geef geen krimp. Ik schiet tot mijn geweerkogels op zijn. Letterlijk. Als een gek trek ik aan de trekker maar meer krijg ik er niet uit. ik gooi mijn geweer aan de kant en ga verder met mijn handpistool. Net wanneer ik denk dat het beter gaat, wordt het alleen maar erger. Ik zie voor mijn neus hoe Keno in zijn buik wordt geschoten en in één zakt op de trap. Ik schreeuw tegen de rest dat ze me moeten dekken en ik ren naar hem toe. Ik grijp zijn armen vast en sleep hem naar de deur toe. Hij krijst het uit van de pijn. Ik trap hard tegen de deur aan en sleep hem de gang in. Ik roep dat de rest moet komen. Ik zag vanaf de plek waar Keno stond hoeveel vredesbewakers het waren. Te veel. We zouden ze nooit aan kunnen. Niet met z'n vijven. De rest komt naar binnen rennen en Faminy trek de deur dicht. Omid schuift een gangkastje voor de deur en probeert die verder te barricaderen. Ik zit op mijn knieën naast Keno en probeer het bloeden te stelpen. Maar het lukt niet. De kleur trekt weg uit zijn gezicht en hij grijpt zijn arm vast met zijn bloederige rechterhand. Even stop ik met mijn actie en kijk met waterige ogen naar zijn gezicht. 'Alsjeblieft, dood Snow. Doe het voor mij, voor je zusje, voor Panem' zegt hij zacht. Zijn ogen rollen in zijn oogkassen en dan vallen zijn ogen dicht. Zijn greep rond mijn arm verslapt en zijn hand valt op zijn bebloede buik. Ik hoor hoe Faminy een histerisch gesnik probeert binnen te houden terwijl Omid haar omhelst. Ik duw mezelf op van de grond, met mijn ogen nog steeds op Keno gericht. Hoe wist hij van wat Anna is overkomen ? Ik schud mijn nare gevoel weg en draai terug naar de rest van de groep. Jason is bezig met stressen en het ijsberen door de gang terwijl Raph heen een weer rent om te kijken of er geen vredesbewakers zijn. Faminy stopt met snikken en Omid laat haar los. Op een voorzichtige manier zeg ik dat we verder moeten voordat de vredesbewakers de deur door rammen. Raph geeft met een teken dat de deur die hij heeft gevonden de goede is. Ik ren naar hem toe en open de deur. Ik ren naar het einde van de gang met de rest van me achter me aan. Ik ga op mijn tenen staan en probeer de poster waar alle gangen op staan te lezen. Raph is een stuk langer dan mij en zegt waar we heen moeten. Er schiet weer een hevige pijn door mijn arm en even kijk ik naar de wond. Ik bijt op mijn tanden. De wond ziet er pijnlijker uit dan dat hij eigenlijk is. Ik bijt druk mijn kiezen op elkaar en zet me door de pijn heen. Ik heb voor hetere vuren gestaan dan dit. We zijn bijna bij het einde en ik ga dit niet laten verpesten door wat dan ook. Met kleine pasjes rent ik de grote spirale trap naar boven op, achter Raph aan. Aan het einde van de trap sta ik stil en kijk of iedereen boven is. Ik kijk terug naar de grote houten deur voor onze neus. Omdat wij niets zeggen hoor ik harde stemmen aan de andere kant van de deur. Boze stemmen. En één van de stemmen herken ik uit duizenden. Ik krijg een boze blik op mijn gezicht wanneer ik de stem herken. 'Snow' zeg ik kwaad met mijn kiezen op een gedrukt.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Een vraagje voor jullie, de lezers. Ik heb het verhaal afgeschreven. En nu ben ik dus aan het twijfelen over wanneer ik de hoofdstukken online moet zetten. Ik dacht er aan om vandaag 2 hoofdstukken te plaatsen en dan volgende week de laatste 2. Goed plan toch?

Laat het weten in de reacties en laat een vote achter ;)

Xxxxx StefanieXxXx

De Revolutionaire Honger SpelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu