34~ Veiligheid

107 20 5
                                    

Ik kan mijn wode niet meer in houden. Ik ren naar de deur toe en geef er een harde trap tegen. De deur klap met een luid gekraak open en ik storm naar binnen. Ik richt mijn pistool op Snow, die op een grote rode stoel zit. Jason en Raph richten hun geweer en pistool op de twee overige mannen. Omid en Faminy houden de gang in de gaten. Snow kijkt me aan, met zijn enge slangen ogen. In zijn ogen is geen sprankje angst te zien. Alleen maar slechtheid. Ik loop naar hem toe en ga recht voor zijn neus staan en houd het pistool op een paar centimeter voor zijn gezicht vast.'Jij hebt alles kapot gemaakt. ALLES' schreeuw ik hem toe. Tranen beginnen zich achter mijn ogen op te hopen en een verdwaalde stroomt over mijn wang. 'Moet je zien wat je iedereen hebt aan gedaan, jaren lang. De spelen die elkaar gebroken families achter liet. De honger in de District waardoor honderden mensen per jaar stierven. Een paar jaar geleden was er een revolutie gestart, die JIJ met harde hand neersloeg. Maar je bent echt te ver gegaan. Deze keer gaan we de revolutie winnen, of je wilt of niet' schreeuw ik hem toe. Ik moet moeite doen om mijn woede en verdriet te onderdrukken. Ik zwaai met het pistool in het rond voor zijn ogen en houd het weer stil. 'Jij hebt zijn zusje vermoord, mijn ouders vermoord. Door JOU heb ik mensen die ik lief had voor mijn ogen zien sterven. Jij hebt bijna alles dat ik lief had, verbrijzeld. En het laatste beetje liefde laat ik me niet door jou afpakken. Jij hebt alles afgepakt van mij..... EN NU GA IK DAT OOK BIJ JOU DOEN!!!!!'. Mijn woede en verdriet koken over. Ik leg mijn vinger op de trekker en wil de over halen. Een enorme dreun door het hele paleis, verstoort mijn evenwicht en de zet een paar stappen naar achteren. Ik laat mijn pistool zakken wanneer ik door het raam heen staar. Een enorme zee van vuur en hovercrafts komt richting het paleis. Nog een dreun. Ik struikel naar achter. Het hele gebouw trilt en de lichten beginnen te knipperen. Snow schrikt en voor het eerst zie ik iets in zijn ogen dat ik nog nooit heb gezien. Angst. Schilderijen vallen van de muren en glazen vallen van de tafel af. Net voordat het echt begint, weet ik wat er aan de hand is. Bommen. De eerste bommen slaat in en ik val met een klap de grond, net als iedereen. Mijn hoofd klapt op de grond en zwarte randen vormen zich rond mijn gezichtsveld. Het enorme geluid van brekend glas suist door mijn gehoorgang. Ik voel een enorme hitte. Een hete wind waait over mijn gezihct en mijn haren waaien in het rond. Ik probeer mezelf op te duwen maar wordt door een stroom van bom inslagen weer tegen de grond aangegooid. Even stopt het en krijg ik de tijd om mezelf op de drukken. Ik duw mezelf op aan de rode stoel van president Snow, die is omgevallen. Ik ga rechtop staan en kijk in het rond. Van het dak is bijna niets meer over, je kan meteen naar de donkere avond lucht kijken. De muren zijn afgebroken en omgevallen. Overal is vuur en overal ligt gebroken glas op de grond. 'JASON !!!' schreeuw ik in het rond. Ik begin tussen de puinhoop heen te rennen. Ik zie net naast de rode stoel een lichaam liggen. Een lijk. Zonder dat ik ook maar het gezicht heb gezien, weet ik al bijna zeker dat het Snow is. Ik zak iets door mijn knieën en bevestig mijn vermoedde. Zijn leven is letterlijk uit zijn lichaam geprest toen hij werd bedolven onder een gedeelt van het plafond. ik ga weer recht overeind staan en wil weer Jason naam roepen. Een bom slaat weer in en ik val tegen het houten bureau aan dat in het midden van de kamer stond. Pijn, overal pijn in mijn lichaam. Ik haal het laatste beetje energie in mij naar boven en duw mezelf weer overeind. Met de laatste paar adem die ik nog heb stoot ik een schreeuw uit. Hard en vol met emoties. Iemand trekt me overeind en ik val tegen hem aan. Ik voel hoe Jason met zijn hand over mijn hoofd heen gaat. Hij laat me los en kijkt me aan. Er stroomt een straaltje bloed over zijn slaap, naar zijn kin. Ik proef bloed in mijn mond en slik het met tegenzin door. Jason grijpt mijn hand vast en trekt me naam de deur opening toe, die ondanks alles inslagen, in stand in gebleven. Hij gaat eronder staan en slaat zijn armen beschermend om me heen. Nog een bom. Ik val tegen Jason aan, die me gelukkig opvangt. Ik open mijn stijfdichtgeknepen ogen en kijk de kamer rond. Ik zie iemand puin van zich afgooien en opstaan. De persoon kijkt in het rond en ziet ons staan. Hij rent naar ons toe en aan zijn loopje herken ik Raph. door de rook die in de lucht hangt zie ik zijn gezicht pas wanneer hij maar 1,5 meter bij ons vandaan staat. Ik hoor iemand heel hard hoesten. Alle drie draaien we ons hoofd meteen naar de kamer om. Ik zie iemand bewegen. Ik trek me los uit Jason armen en ren naar Faminy die worstelt tegen een groot stuk steen. Haar rechterbeen zit klem en ze kan niet los komen. Met alle kracht die ik nog in mijn armen heb trek ik aan het stuk steen. Raph en Jason komen me helpen en me krijgen Faminy eronder vandaan. Ze valt tegen Raph aan en kan niet meer op haar rechterbeen leunen. Raph slaat haar linkerarm om zijn nek en ondersteunt haar. Met een trillende vinger wijst ze naar een lijk. Ik kijk naar het lijk en knijp mijn ogen tot spleetjes. Ik sla mijn hand voor mijn mond wanneer ik Omid herken. Ik leun tegen de muur en doe mijn best om mijn maag inhoud binnen te houden. ik wend mijn blik af. Hij is gruwlijk aan zijn dood gekomen. ik wil niet langer meer in deze kamer blijven. Jason denkt er hetzelfde over. Zo snel als we kunnen lopen we met z'n vieren door de gangen. Ik heb mijn pistool in de kamer verloren en heb nu mijn rechterhand om mijn linkerarm gesloten. We lopen dichtop elkaar naat het einde van de gang. Dan valt er iets uit de lucht. Eerst denk ik dat het weer een bom is en ik spring naar achteren. Maar wanneer ik beter kijk zie ik een...... ladder. Iemand schreeuwt iets naar ons toe. Maar het boeit me allemaal niets meer. Ik zet mijn voet neer op de ladder en grijp die stevige vast met mijn rechterarm. Jason, Raph en Faminy grijpen de ladder ook vast. Een stroomschok gaat door mijn lichaam en ik kan me niet meer bewegen. De ladder wordt langzaam naar boven getakeld. Ik kijk de kant op waar ik net ook heen keek. We worden verder omhoog getakeld en ik kan over de paleis muten heen kijken. Ik zie niet meer dan een enorme vlammen zee. Ik sluit mijn ogen en wacht tot we boven zijn. De stroom valt weg en ik val op de grond van de hovercraft. Achter me hoor ik het luik dichtgaan en ik duw mezelf langzaam omhoog. Ik kijk in het rond en trek mezelf op een stoel. Jason gaat naast me zitten en ik leg mijn hoofd op zijn linkerschouder. Iemand die ik niet ken begint mijn arm te verbinden, maar ik schenk niet veel aandacht aan de persoon. Jason slaat zijn arm om me heen en ik sluit mijn ogen. We zijn veilig.

De Revolutionaire Honger SpelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu