30~ Leugens

90 20 0
                                    

Pov. Jason (waarschijnlijk laatste keer)

Nadat ik ongeveer 2 uur op de stoel had gezeten naast Raph, ben ik in slaap gevallen. Ik wordt uit mijn slaap gehaald door iemand die tegen mijn arm aan port. Eerst denk ik dat het Raph is, maar het blijkt een Rebelen dokter met een witte jas aan te zijn. Meteen schiet ik overeind. Hoopvol kijk ik de dokter aan. Hij staat met zijn handen in zijn zakken en kijkt over zijn brilletje heen omdat zijn hoofd een beetje naar beneden staat. Ik sla mijn ogen neer. Zonder iets te zeggen beweegt hij met zijn vinger naar hem toe. Een beetje bang sta ik op. ik trek mijn wenkbrauwen op. Hij sluit zijn ogen en knik zachtjes. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. De dokter begint met lopen, en ik draai me vlug om. Raph ligt nog te slapen. Ik draai terug. Iemand zal wel vertellen. Ik blijf achter de dokter aanlopen. Hoek om, naar rechts, lange gang door, naar links. We stoppen voor een witte deur. Hij opent de deur maar blijft buiten staan. " ga maar naar binnen toe" zegt hij kort. Dan loopt hij weg. Ik twijfel geen seconden en loop de kamer binnen. Ik sluit de deur achter me dicht en draai terug naar de kamer. Het licht is gedemt en alleen bij het bed, dat als enige en aan de linkerkant van de kamer staat, is een lichtje aan. In het bed ligt Piper. Er is een groot verband gespannen over haar borstkast, en doormiddel van slangetjes ligt ze aan de beademing. Het is een akelig gezicht. Er staat een krukje naast de rechterkant van het bed. Ik loop om het voeteneind heen en ga naast haar zitten. Haar handen rusten zachtjes langs haar bovenlichaam. Er steken allerlei draadjes uit en er worden allemaal verschillende vloeistoffen haar lichaam ingepompt. Maar het maakt mij niet veel uit. Ze leeft nog ! Ik pak voorzichtig haar hand vast, bang om haar pijn te doen. Haar handen zijn akelig koud. Ik sluit mijn handen om haar linkerhand. Ik breng haar hand naar mijn mond en geef er een klein kusje op. Ik leg haar hand zachtjes langs haar lichaam terug. Ik blijf nog en tijdje zitten en staat naar Piper. Ik word opgeschrikt uit mijn gedachten door rumoer op de gang. Voorzichtig sta ik op van het krukje en loop naar de witte deur toe. Ik kijk door het raampje heen maar kan nog precies zien wat er gebeurt op de gang. Ik open de deur en kijk om het hoekje. Allerlei doctoren rennen in rond en rennen nog net niet tegen elkaar aan. Schichtig kijk ik in het rond. In de verte komt iemand op een brancard aan gereden. Ik stap de kamer uit, maar blijf dicht langs de muur staan. Ik werp een blik op de brancard, als die voorbij gaat. Mijn ogen schieten open. Ik open de deur en schiet terug de kamer in. Op de brancard lag Anna, het jongere zusje van Piper. Ik sla mijn handen voor mijn ogen en leun tegen de muur. Anna zag er slecht ut. Heel slecht. Eigenlijk, ben ik er niet zeker van of ze nog wel leefde toen ze haar voorbij reden. Ik zucht een haal mijn handen weg. Ik loop terug naar het raampje en kijk naar buiten. Er rennen nog steeds wat doctoren rond maar de rust is tijdelijk terug gekeerd. Ik hoor een zacht gekuch achter me en ik draai me meteen om. Piper's borstkast schokt op en neer. Ik ren naar het bed toe en gaan weer op het krukje zitten. Langzaam en schokkerig opent ze haar oogleden. Een vlaag van opluchting valt over me heen en ik laat een kleine glimlach zien. Haar ogen nemen de kamer in zich op en wanneer ze mijn gezicht vinden staan ze stil. Piper glimlacht klein, alsof elke beweging die ze maakt pijn doet. Ze opent haar mond om te praten. " hey Jason" zegt ze zacht. " hoi" zeg ik terug. Ze kijkt nogmaals om haar heen. " waar ben ik ? Wat is er gebeurt ?" vraagt ze voorzichtig. " je bent in het ziekenhuis, .." Ik leg haar uit wat er gebeurt is en meerdere malen zegt ze dat het allemaal haar schuld is en dat ze naar mij had moeten luisteren. En ik blijf telkens zeggen dat het niet haar schuld is. Er valt een stilte wanneer alle vragen zijn gesteld en beantwoord. Ik heb haar hand weer vast gepakt en Piper geeft er een zacht kneepje in. Dan schieten mijn ogen open. Ik laat haar hand los en sta op. Verbaast kijkt ze me aan. " je bent wakker.... Ik moet de dokters waarschuwen" Ik wil de kamer uit rennen maar Piper houdt me tegen. " nee Jason, alsjeblieft niet. Blijf bij me, alsjeblieft" smeekt ze me. Mijn hart breekt bij het horen van haar smekende stem. Ik durf niet tegen haar te zeggen dat haar geliefde zusje in het zelfde ziekenhuis is. Dus besluit ik dat ik niet wegga. Ik draai me weer om en loop terug naar het bed. Piper glimlacht wanneer ze ziet dat ik niet wegga. Ik ga weer op de kruk zitten maar zeg niets. Ik staar bedenkelijk in het niets. Piper legt haar hand op de mijne. Ik kijk haar aan. " is er iets dat je me moet vertellen ?" vraagt ze. Ach, wat kent Piper me toch goed. Te goed eigenlijk. Maar..... Ik wil het haar niet vertellen. " kom op Jason, ik zie aan je ogen dat je iets voor me verbergt" zegt ze terwijl ze me doordringend aanstaart. " ik wilde gewoon zeggen......" Ik kan het haar gewoon niet vertellen. Ik verzin een leugen. ".... Dat ik super blij ben dat het goed met je gaat" zeg ik. Ze glimlacht. " daar ben ik ook heel erg blij mee" Ik glimlach. Ik zal het haar moeten vertellen. Maar niet nu, niet op dit moment.

De Revolutionaire Honger SpelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu