Het bleef een tijd stil in de ruimte met de deuren, totdat ik een soort gesis hoorde. Uit de muren begon een paarse rook te sijpelen en de kamer te vullen. Ik dacht ook stemmen te horen. Daarna kwam het licht. Voor me opende zich er een deur op tegen de muur, uit het deurgat kwam een fel licht dat zo fel was dat ik mijn ogen moest afschermen. Uiteindelijk doofde het licht weer uit en bleef de deur open staan.
"Kom binnen, en doorsta de test.
Win het spel.
Wij vertellen de rest,
Dat je bestemd bent tot de hel,
het donker zal je lijden, op het pad dat je begaat,
soms is spreken gevaarlijker dan zwijgen,
op het pad dat je verstaat ,
laat het licht nooit winnen ,
van de angst der vergetenis,
laat het spel nu beginnen,
Het is het spel der duisternis"Gejaagd keek ik om me heen: "Wie is daar? Wie zei dat?" Ik kreeg geen antwoord.
'Kom binnen, en doorsta de test?', willen ze dat ik door die deur ga? Ik schudde mijn hoofd en liep naar de openstaande deur toe. De paarse rook om me heen sidderde en siste. De lucht leek steeds dikker te worden en het was steeds moeilijker om te ademen. Het leek net of de deur me naar zicht toe leek te trekken. Hoe dichter ik kwam hoe harder het deurgat aan mijn lichaam trok, uiteindelijk moest ik mezelf proberen vast klampen aan de vloer. Maar ik kreeg er geen grip op De deur bleef trekken en zoog me uiteindelijk in zijn deurgat op. Waarna de deur zichzelf weer sloot.
Ik leek te zweven in de ruimte achter de deur. Allen was het geen ruimte eerder enkel open lucht, nergens zag ik iets van grond waar ik op kon staan. Maar ik liep op lucht, of op niks. Het is wat je er zelf van maakt. Licht scheen op me neer, ergens van afkomstig waar ik de bron niet kon zien.
Waar de hel ben ik nu weer beland?
Uit het niets kwam de zwaartekracht terug. Met een ongelooflijke snelheid viel ik naar beneden door het niets om uiteindelijk met een harde klap op iets hard terecht te komen. Mijn hoofd tolde en voelde zwaar aan. Het laatste dat ik zag voordat het licht uit ging was zuster Ursela in haar zwierige zwarte gewaad.
🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️🕯️
Mijn hoofd bonsde ontzettend hard. Kreunend kwam ik overeind met mijn hand tegen mijn hoofd gedrukt. Wat is er zonet gebeurt?
Ik was terug in de ruimte met de deuren. Deze keer stond er een andere deur open, eentje die in de vloer vast zat en eigenlijk gewoon voor mijn voeten lag. Deze deur trok me gelukkig niet naar binnen. Moeizaam kwam ik overeind en knielde neer naast het deurgat. Onder me bevond zich een doolhof of zo. Ik kon van hieruit een klein deel zien van iets dat gigantisch leek. Ik zuchtte en liet mijn benen door het deurgat zakken. Daarna zette ik me af en viel de donkere diepte van het doolhof in.
Deze keer kwam ik gelukkig beter neer. Ik viel nog steeds maar deze keer niet op mijn hoofd. Zodra ik de stenen vloer van de tunnel raakte met mijn voeten zakte mijn knieën door en schaafde ik ze aan de ruwe stenen.
'oké, ik bevind me in een doolhof. Dus moet ik de uitgang vinden', Ik probeerde logisch na te denken. Ik liep een paar meter zonder dat ik iets kon zien. 'Ik moet iets vinden waar ik licht mee kan maken.' Iets in me deed me denken aan het rijmpje dat de stemmen zijden. 'Het donker zal je lijden, op het pad dat je begaat.' Ik bleef stilstaan en legde mijn hand tegen de muur naast me, mijn linkerhand om precies te zijn. Vanaf onder mijn handpalm begonnen de stenen van de muur paars op te gloeien. Ik schrok en trok mijn hand terug. Ook het licht doofde weer uit.
Wat de hel was dat?
Voorzichtig legde ik mijn vingertoppen weer tegen de muur, paars licht. Ik bewoog mijn hand over de muur als ik naar links ging bleef het licht paars en begon feller te gloeien. En wanneer ik mijn hand naar rechts bewoog lichte de muur ineens rood op en doofde daarna zowel direct uit. Verbluft stond ik er van te kijken.
Hoe is dit ooit mogelijk?
Ik besloot naar links te gaan en dus het paarse licht te volgen. Met mijn hand dat over de muur streek liep ik verder. Elke keer als ik bij een splitsing kwam legde ik mijn linkerhand afwisselend tegen de rechter en linker muur. Rood was de verkeerde gang, Paars de juiste. Deze keer kwam ik bij een meer ruimere plek een soort ronde kamer, zonder een andere uitgang. In het midden merkte ik een marmeren sokkel op, ik liep er op af. Zodra ik binnen een straal van 2meter kwam lichte de sokkel zowel paars als rood op, Alsof de lichten een soort vloeistof waren die steeds over elkaar tuimelde.
Op de sokkel was een kleine bronzen plaat aangebracht met de tekst:
'Het rood van de mens,
vloeiend over het steen,
dat was altijd zijn wens,
hij is het die je doorgang verleend.'Ik keek er een hele tijd naar.
'Het rood van de mens, vloeiend over steen.'
Ik moest dus een vloeistof over steen gieten. Maar welke vloeistof en over welke steen? Het was duidelijk dat wie dan ook 'hij' mag zijn me uit dit doolhof zal halen. Maar wat heeft de 3de regel te betekenen? 'Dat was altijd zijn wens.' Was zijn wens dat er rode vloeistof over steen zou vloeien? Vreemde wens lijkt me.
'Het rood van de mens' ,ik pijnigde mijn hersenen. Wat heeft een mens en is rood en vloeistof liefst...'Vloeiend over steen', ik bekeek de sokkel beter waar de lichten over danste. Ik knielde er zelfs bij neer en ontdekte dat de sokkel van steen was, niet van marmer zoals eerst leek. Dus er moest een rode vloeistof over de sokkel lopen. ' een rode vloeistof die menselijk is.' Ik keek nog eens beter naar de sokkel en merkte een schaaltje die erbovenop stond op. Er lag een mes in een klein vlijmscherp mes in het schaaltje.
'Bloed, er moest bloed over de sokkel vloeien, mijn bloed'
JE LEEST
Het Spel Der Duisternis
Mystery / ThrillerLocky word door zijn moeder naar een internaat gestuurt dat door nonnen word bestuurt. Uitendelijk word Locky uit de groep jongens genomen door de hoofdzuster Ursela, wat is zij van plan weet niemand door haar mysterieuse voorkomen. Hij word voor e...