🕯8🕯

8 2 1
                                    

Alles was donker , nergens een spoortje van licht of leven. Het leek alsof ik nergens op liep. Alsof de vloer weg was en er enkel duisternis was om over heen te lopen. Ik huiverde in mezelf. Uit het niets lichte de vloer onder mijn voeten wit op. Het licht liep in 2 parallellen lijnen recht voor me uit met pijlen tussen de 2lijnen in. Ze leken me te willen zeggen dat ik die kant op moest.

De stemmen die ik eerder hoorde begonnen weer te dichten.

Stemmen die fluisteren in je oor,
Zeggen je moet er nu vandoor,
Rennen tot je ze niet meer hoort,
Vuur zal verslinden,
Laat het niet winnen,
Op het einde van het pad ,
Ligt datgene waarop je altijd al wacht...

Rennen!

Het leek alsof mijn lichaam uit zichzelf bewoog. Ik dacht nergens meer over na en rende de richting van de pijlen uit. Achter me hoorde ik vuur sidderen en knetteren. Ik kon de hitte zelfs al voelen in mijn nek. Ik rende alsof mijn leven ervan af hing, wat ook werkelijk zo was. Ik besefte plots dat de Stemmen die ik steeds hoorde van diegene waren die deze vreemde testen niet haalde of overleefde. Zij waren de paarse lichten, Het paarse vuur en het paarse gas. Zij waren allemaal slachtoffers van hoofdzuster Ursela. Gedoemd om voor altijd hier in deze vreemde wereld te spoken, en 'hem' te dienen.

Dit besef liet me enkel nog sneller rennen, mijn overlevingsinstinct was altijd al feller dan die van een ander persoon. Daarvoor moest ik mijn moeder bedanken en de vele pestkoppen die me ooit hebben geslagen, uitgescholden of benadeeld. Ik was hard geworden van hun handen en hun woorden. Wijs genoeg om op eigen initiatief te leven. Ik had ze nooit nodig gehad en dat zal ik ook nooit hebben.

Voor me doemde een muur van fel wit licht op. Ik hield mijn arm voor mijn ogen om het licht wat tegen te houden, terwijl ik op topsnelheid bleef rennen. Het vuur leek ook steeds sneller te bewegen alsof het er alles aan deed om van mij ook een deel van haar vlammen te maken.

Ik bereikte de muur van licht en liep er met alle kracht die ik had doorheen. Het licht voelde aan als blubber. IK duwde er met alle macht tegen maak ik kon er niet doorheen breken. Achter me kwam het vuur enkel dichterbij met zijn gulzige mond om me op te slurpen met haar vlammen. Angst en adrenaline werden me de baas. Met mijn vuisten begon ik op de muur van licht te slaan, wat niet veel effect had. Ik voelde de hitte van de vlammen achter me branden in mijn nek. In paniek gooide ik mijn hele lichaam met heel mijn gewicht tegen de lichtmuur. Op dat zelfde moment deed het vuur achter me een uithaal naar mijn lichaam om het op te slurpen met haar vlammen.

De muur knapte...

Met een klap viel ik op de grond neer.

Het licht was weg...

Het vuur was weg...

Ik lag op een koude stenen vloer. Ik kwam overeind en streek met mijn linkerhand over mijn pijnlijke rechter schouder. Dat zal op z'n minst een blauwe plek worden bedacht ik me. Maar wat er nu vooral telde was dat ik nog leefde. Ik was geen paarse stem geworden door dat vuur. Ik bleef een tijdje staan om op adem te komen. Totdat ik 'hem' weer zag.

Het spel was nog niet afgelopen...


Het Spel Der DuisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu