🕯9🕯

6 2 0
                                    

Hij kwam uit de schaduwen en bleef voor me staan, waar hij op me neerkeek. Ik slikte kort. Hij zag er nog intimiderende uit dan daarvoor. Over zijn gezicht liepen rode strepen van opgedroogd bloed. Ook zag ik nieuwe verse bloeddruppels vanaf zijn haarlijn over zijn gezicht rollen. Wat te hel heeft hij gedaan?

Hij greep mijn pols weer vast en trok me naar zich toe en snauwde in mijn gezicht: "Dit deed jij!" Hij wees naar zijn gezicht. Hij maakte me bang, angstig en met enkel nog adrenaline in mijn aderen probeerde ik me uit zijn greep te wringen. Maar hij hield me te stevig vast om te ontsnappen. Uit het niets kwam het idee hem te bijten. Ik klemde mijn kaken als een gek om zijn pols. Hij krijste en liet me los. Meteen sprintte ik als een gek langs hem een gang in. Het was een ronde bakstenen gang. Ik sprintte er als een gek doorheen. De gang maakte vreemde kronkels en bochten totdat ik bij een andere kamer aankwam.

De kamer was net als de kamer met de deuren een koepelvormige ruimte. Enkel stond er deze keer een soort zwart marmeren altaar. Ik huiverde. Alles aan deze plek straalde onheil en kou uit. Opnieuw kwam er paarse rook uit de muren en het plafond. Weer een nieuwe opdracht?

Ik hoopte van niet....

Ik stond met mijn gezicht naar het altaar gericht toen er achter de blok marmer ineens 2 lichten aan gingen, een rode en een blauwe. De paarse rook veranderde ook van kleur links van me kleurde het rood net als het licht en rechts van me kleurde het blauw net als het blauwe licht. Ik zelf stond precies op de middenlijn.

Ineens doemde er 2 figuren op uit de rook. Beiden droegen ze een masker waarvan de grijnzende mond als neon oplichtte net als hun ogen die elk een kruis waren. De ene figuur stond links van me een was rood de ander stond rechts en was blauw. Beiden met een bijhorend gekleurde hoodie aan. Ik heb echt geen idee wat ik van ze moet vinden, nog steeds niet. Geen van beiden bewoog of deed iets totdat plots alle lichten uit gingen en ik met de 2 figuren die ik nu niet meer kon zien achterbleef.

Ik hoorde gegiechel door het donker weerklinken alsof er een paar kleine kinderen aan het spelen waren. De lichte knipperde en ik zich een kinderkamer voor me samen met de 2 figuren die in de kamer naar me stonden te staren, kort daarna flikkerde de lichten en gingen ze weer uit.

Ik hoorde elektriciteit en niet veel later gingen er weer lichten aan. Deze keer zag ik de 2 figuren op de zelfde plek als juist maar ze waren omringt door elektrische bliksem stralen. Uit het niets probeerde de rode me te raken met de stralen. Angstig dook ik weg en holde gebukt een naar links.

"We find you, Locky", De vreemd vervormde stem van de spreker maakte me bang. Het klonk alsof het een oude kapotte robot was.

Uit het niets dook de blauwe op voor mijn neus. Ik schrok me te pletter en draaide me met een hart dat 300 keer per minuut sloeg om en rende de andere kant op. Nog achterom kijkend knalde ik met mijn gezicht tegen de rug van de rode. Ik wist nog net een gil te smoren en rende nu naar waar het altaar zou moeten zijn. Met een klap knalde ik met mijn mijn benen tegen het blok marmer en tuimelde er krijsend overheen. Maar in plaats van op de grond smakken tuimelde ik de duisternis in, door een soort tunnel. Butsend tegen de zijkanten van de loodrecht naar binnenlopende  tunnel viel ik met mijn hoofd naar beneden de diepte in. Uit het niets hield de tunnel op en tuimelde ik door open lucht om te landen in een bad vol water.

Gedesoriënteerd en in ademnood wist ik met heel veel moeite het wateroppervlakte te bereiken.

Waarom ben ik nooit op een deftige zwemles geweest? Ik heb me altijd al zelf moeten leren zwemmen. Mijn moeder wouw niet de moeite nemen om zwemlessen te betalen of om me er als klein kind naar het zwembad te rijden dat midden in de drukke stad lag.

Ik lag eigenlijk meer te spartellen in het water dan te zwemmen, maar uiteindelijk lukte het me om de rand te bereiken. Ik was in een soort meertje beland. Dat merkte ik aan de zandbodem die onder mijn voeten lag. Ik liet me op de grond vallen en trok mijn waterige sportschoenen uit om ze uit te kieperen. Ze waren echt ongelooflijk zwaar geworden door al het water en het probleem was nu dat er geen water uit kwam. Ik zuchtte en vloekte in mezelf. Ik liet ze op het zand staan terwijl ik mijn shirt en trui uittrok om ze uit te wringen. Het water kwam er met bakken uit. Ik trok mijn doorweekte shirt weer aan en bond mijn trui om mijn middel terwijl ik mijn schoenen achter liet.

Boven me weerklonk die vreemde robotstem weer, allen was ze deze keer vrouwelijker:" Locky? Waar zit je? Je kunt je niet voor altijd verstoppen."

Achter me hoorde ik iets in het water vallen. Op blote voeten sprintte ik een volgende ronde tunnel in; deze bestond uit een soort metaal en was glibberig van het mos dat er door stilstaand water was gegroeid. Het stonk er verschrikkelijk naar verrotting.

Met 1 hand waarmee ik mijn mouw voor mijn neus hield tegen de stank en 1 hand die langs de muur streek om evenwicht en een beetje oriëntatie te hebben in het donker rende ik zo snel als de glibberige bodem onder mijn blote voeten toestond door de tunnel. Het mos onder mijn voeten veranderde in een soort blubber wat heel vies aanvoelde. De blubber kwam tussen mijn tenen te zitten wat nog viezer was.

"Locky? Waar verberg je je? We komen je halen..."weer die robot stemmen. Deze keer spraken ze allebei volledig monochroom.

Dit zette me aan de vieze blubber te negeren en door te lopen. Uit het niets hield de tunnel op en viel ik weer omlaag. Deze keer kwam ik wel op mijn benen terecht. Al slippend en glibberend op mijn vuile blote voeten wist ik mijn evenwicht te bewaren.

Ik was weer in de kamer met het altaar....




Het Spel Der DuisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu