'Wat denk je?' Ik kijk terug naar de plek waar hij bezig was en ik lees wat er op de muur staat.
'Breathless Road.' Lees ik hardop voor.
'Klinkt echt cool!'
'Jup. Je bent een goede inspiratie.' Ik bijt op mijn lip.
'Thanks.' Lach ik nerveus. Hij kijkt me voor een momentje aan.
'Owen heet je toch?' Ik knik.
'Ja, hoe weet je dat?'
'Nou, die gast naast je riep het nog al hard in je gezicht vanochtend.' Ik lach opnieuw. Bedankt Cole...
'Ja, die gast. Dat klopt ja. '
'Weet je, Owen doet me denken aan uilen. Door het Engelse woordje Owl.' Ik glimlach.
'Hah, nooit zo over nagedacht.'
'Nou, ik wel.'
'Wat is jou naam eigenlijk?' Hij loopt naar me toe en gaat tegenover me staan. Hij schijnt de zaklamp naar boven. Het licht komt tegen zijn kin aan die redelijk dicht bij de mijne is. Ik kan zijn enorm lange krullende wimpers zien en ik kan zijn ademtemperatuur voelen op mijn gezicht.
'Jake.' Fluistert hij dan. De zaklamp schiet uit. Ik kijk om me heen. Jake? Goddelijk schepsel? Waar ben je nou? Doordat het licht waar ik zo op gefocust was opeens weg is kan ik niet goed zien in het donker.
De zaklamp schiet een eindje verder van mij vandaan weer aan.
'Kom je? Ik breng je naar je kamer.' Ik glimlach en loop naar hem toe, de "Breathless Road" uit.
'Als je de weg goed onthoud dan weet je me misschien nog eens te vinden.' Ik grinnik.
'Je zit immers ook bij me in de klas weet je.'
'Oh, ja. School.' Herinnerd hij zichzelf.
'Hoe laat is het?' Vraagt Jake en ik grijp naar mijn telefoon.
'Batterij leeg uur.' Mompel ik mokkend. Ik had de zaklamp op mijn telefoon ook nooit zo lang aan moeten houden.
'Heb jij geen telefoon bij je?' Vraag ik.
'Nee, ik heb niks aan dat ding.' Zegt hij. We lopen door een bredere straat heen als net die is verlicht door straatlantaarns, links en rechts. Naast de weg liggen aan beide kanten twee wandel paadjes. Jake loopt rechts, ik loop links. Er zou nu waarschijnlijk wel zo'n vijf meter tussen ons zitten.
'Je loopt op de verkeerde weg.' Wijs ik hem toe.
'Er is geen verkeerde weg.' Zegt hij met een glimlach. Hij loopt richting een flikkerende lantaarnpaal.
'Kom eens! Join, the wrong way.' Ik grinnik en loop naar hem toe.
We staan tegen over elkaar en hij kijkt even naar boven naar de -nog steeds- flikkerende lantaarnpaal.
'Hoe weet je nou,' Hij zucht even en kijkt me dan aan.
'Hoe weet je nou, wat de juiste weg is?' Ik denk even na. Iets in mij zegt dat hij het niet over betonnen wegen heeft.
'Door degene te kiezen die goed voelt.' Hij glimlacht. Zo te zien had ik gelijk.
'Dus, jij zegt dat ik links moet lopen.' Ik knik.
'Maar, wat als ik zeg dat ik rechts lopen misschien wel leuker vind?' Ik haal mijn schouders op.
'Kies welke weg jij wilt. Maar zorg er voor dat je niet wordt aangereden.' Hij lacht en ik loop rechts verder.
Hij komt naast me lopen.
'Okay. Jij ook niet trouwens.' Ik grinnik.
'Ik zal het proberen.'
'Je loopt trouwens de verkeerde kant op.'
'Echt?'
'Ja, we moesten een stukje terug al afslaan.' Ik zucht.
'Wie kiest hier nou de verkeerde weg hé?' Ik schud mijn hoofd.
'Ik heb al een fout gemaakt door überhaupt een stukje te gaan lopen.' Mompel ik.
Ik zie de lichten van school dichterbij komen. Of ja, de lampen om de school heen. Binnen is het pikkedonker.
'Fuck. Denk je dat de school dicht is?' Fluister ik en voel mezelf al stressen. Ik moet mijn inhalator echt aan mijn gezicht vastplakken. Zodat ik hem kan gebruiken, wanneer nodig.
'Ja, maar er is vast wel iemand wakker die ons binnen laat.' Ik zucht opgelucht. We lopen langs de zijkant van het gebouw. Hier zijn de slaapkamers en alle gordijnen zijn dicht. Op een na dan. De lamp is daar nog fel aan, en als ik zie wie er woest achter het raam staat slik eens goed.
'Fuck. Cole gaat me vermoorden.'
'Ik denk dat hij je wel heel laat.' Zeg Jake en klopt geruststellend op mijn schouder. Het raam vliegt open en Cole heeft dikke wallen.
'Jij, hebt geluk dat ik nog wakker ben.' Sist hij kwaad en hij helpt me naar binnen door het raam.
'Wie ben jij?' Vraagt Cole aan Jake die nog steeds, buiten staat.
'Ik ben Owen zijn kidnapper. Ik dacht ik breng hem gezellig even terug.' Cole zucht.
'Kom naar binnen.' Zegt hij en Jake klautert ook door het raam. Uiteindelijk staan we met zijn drieën in onze kamer.
'Nou, ik ga maar eens. Bedankt voor het binnen laten.' Zegt Jake en verlaat de kamer.
Ik kijk Cole schuldig aan.
'Cole luister, mijn telefoon was uitgevallen en-'
'Ik, hoef even niets te horen.' Ik staar naar de vloer. Als deze vriendschap al weg is gaat dit nog een heel lange studie worden.
'Ga slapen.' Adviseert hij en dan loopt hij weg.
༄
JE LEEST
𝐃𝐫𝐨𝐰𝐧𝐢𝐧𝐠 𝐢𝐧 𝐭𝐡𝐞 𝐑𝐚𝐢𝐧𝐛𝐨𝐰𝐬
Romance'Je moet nooit spijt hebben van iets dat je graag wilt. Dus het spijt mij niet dat ik je terug kusten.' ༄༄༄ Waar Owen een zachtaardige jongen gaat studeren bij de kunstacademie. Waar hij wel een heel opvallende jongen tegen komt...