Hoofdstuk 18

4.8K 257 39
                                    

~ de volgende ochtend

'Wakker worden slaapkop'

'Huh wat?' vraag ik slaperig, terwijl ik overeind ga zitten. 'We gaan ontbijten' grinnikt Sunny, terwijl ze op het bed begint te springen. 'Sunny!' zeg ik, terwijl ik meerdere keren omhoog word geveert. Sunny ploft op het bed, waardoor ik nog een keer omhoog stuiter en naast het bed beland. Ik hoor Sunny lachen, terwijl ik omhoog kom. 'Moest dat?' vraag ik geirriteert. 'Sorry' grinnikt Sunny terwijl ze me omhoog trekt en me een knuffel geeft. 'Jaja' mompel ik, terwijl ik me los trek uit haar knuffel. 'Ik hou wel van je' zeg ik glimlachtend terwijl ik de inloopkast inloop.

'Mooi?' vraag ik, wanneer ik met een zwart hempje, een witte legging, en sneakers voor haar sta. Sunny knikt goedkeurend. Ik glimlach dankbaar, en loop naar de badkamer. Als ik me helemaal heb klaargemaakt ga ik samen met Sunny richting de eetzaal.

Sunny en ik schuiven zoals gewoonlijk als een van de laatste aan. Het verbaast me dat de jongens uit onze klas opeens ook bij ons eten, normaal eten hun na ons vandaar dat ik ze nooit zie. Net wanneer ik een stukje stokbrood naar binnen werk, begint Stefan te praten.

'Goed! Ik ga het kort houden, want vandaag krijgen jullie een zendertje onder jullie huid..'

Ik stik half in het laatste stukje stokbrood, en begin te hoesten. Sunny begint als een gek op m'n rug te kloppen, en al snel hoest ik het stukje brood weer naar boven. 'Dankje' zeg ik, tegen Sunny. Stefan kijkt me verstoord aan, maar gaat dan verder met z'n verhaal.

'De vier meiden mogen om 2 uur hierheen komen, de jongens om half 3. Duidelijk?'

We knikken allemaal, ik eet snel verder terwijl ik met Sunny praat.

'Ik vind het eng' fluistert ze.

'Rustig maar, ze doen ons vast geen zaak'

Ookal weet ik dat niet zeker..

'Hoe doen ze dat dan?' vraagt ze nieuwsierig.

'Weet ik niet, misschien wel met een naald ofzo'

'Ik haat naalden' mompelt ze

Ik grinnik en sta op.

'Ik ga nog even naar de kamer' zeg ik, terwijl ik de stoel aanschuif.
Sunny knikt. Zonder ook maar één keer naar Dennis te kijken, loop ik regelrecht naar m'n kamer.

Ik gooi de deur achter me dicht, en zak op het bed. Ik verstop m'n gezicht in m'n handen, en gelijk voel ik hoe de tranen opkomen. Die tranen,

Na al die inspanning van de trainingen,

De verdriet over alle ellende,

De pijn die alleen maar erger word,

De steken die door m'n hart gaan,

De zorgen over m'n moeder.

Ik sta moeizaam op, en laat me op de stoel bij het raam vallen.

Ik kan niet meer, ik wil niet meer. Van het ene moment op het andere moment, gaat alles goed, maar zoals nu stort ik in.

Ik sluit m'n ogen, terwijl er een eenzame traan over m'n wang rolt. Ik krijg direct flashback..

~ Flashback

- Een week na de begrafenis.

Ik loop over de kiezelstenen, en hoor en voel ze knarsen onder m'n schoenzolen. Ik loop met een rode roos, over de begraafplaats. Ik stop bij het bordje:

Benjamin Fairs.
1970 - 2009
We houden van je, onze engel ben jij. Rust zacht.

Ik kniel en leg de roos op de grafsteen.
'Ik hou van je pap' fluister ik zachtjes. Ik pak een elektisch kaarsje, en druk op het knopje. Gelijk verschijnt er een klein lichtjes. Ik zet hem neer, terwijl ik opsta. Ik staar naar het kaarsje, terwijl ik een stap naar achteren doe. Na 5 minuten loop ik weg, ik veeg een aantal tranen weg en ha diep adem.. Opweg naar huis..

- Einde flashback

Ik sta op, en kijk op de klok. Fuck, nog 2 minuten.. Ik gooi de deur open, en ren richting de eetzaal. 'Aha, dat is de laatste' hoor ik Stefan zeggen. Ik mompel wat, en loop naar Sunny.
We kijken naar de stoelen, het verband, de naalden. Ik kijk er vol afschuw naar. 'Ik wil niet' piept Sunny, die naast me staat. Ik slik, terwijl ik hard in haar hand knijp wanneer m'n naam word geroepen. 'Stacey kom maar' hoor ik Dennis zeggen. Zonder hem aan te kijken, ga ik zitten en steek m'n arm uit. Ik voel hoe de naald in m'n pols gaat, daarna voelt het alsof m'n pols uitelkaar word getrokken. Ik vloek, terwijl ik op m'n tanden bijt. 'Klaar' hoor ik. Direct kijk ik naar het dunne verbandje om m'n pols. Ik sta op, en loop de eetzaal uit. Nu pas besef ik me, dat ze me altijd zullen vinden.. Ik zucht diep, en loop de trap op opweg naar m'n kamer.

OpgeslotenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu