Hoofdstuk 30

4K 234 34
                                    

Ik blijf rennen, tranen rollen over m'n wangen.

Ik heb iemand vermoord.

Die vier woorden, die betekenen dat je iemands leven hebt afgenomen. Ookal was Stefan de grootste klootzak die op deze aarde rondliep, heb ik alsnog spijt. Ik zal er nooit mee kunnen leven, dat ik iemands hart heb laten stoppen.

Ik stop met rennen, wanneer ik de stemmen niet meer hoor. De beelden flitsen razendsnel door m'n hoofd.

Één schot, en Stefan viel neer. Hij stond niet meer op, hij bleef liggen.

Ik loop met stevige passen door, terwijl ik trillend m'n pistool vasthoud.

Tot m'n verbazing, zie ik een soort hoge toren. Ik besluit om een kijkje te gaan nemen..

Ik schrik wanneer ik er heel veel toeristen rond zie lopen. Kleine kinderen rennen overal rond, volwassene maken van alles een foto.

Ik word op m'n schouder getikt, ik draai snel om.

Een redelijk jonge man staat voor me, met een blad in z'n handen. Ik houd m'n adem in, als ik zie dat mijn gezicht erop is afgedrukt.

'Ben jij dit?' vraagt hij.

Net wanneer ik wil antwoorden, hoor ik knallen en gillende mensen. Ik draai me om, en zie allemaal mensen die in paniek aan het rondrennen zijn. Ik knijp m'n ogen tot spleetje, m'n adem begint te stokken wanneer ik ze herken.

Dennis, en mannen in zwarte pakken.

Ik kijk de jongen met grote ogen aan..

'Rennen' schreeuw ik, terwijl ik m'n pistool pak. Ik schiet een paar keer in de lucht, in de hoop dat hij m'n hint begrijpt dat dit geen spel is. De jongen rent weg, ik volg hem terwijl ik afentoe achterom kijk. Ik herken Dennis, die achter me aan sprint. Ik begin nog sneller te rennen, de onbekende jongen die me herkende rent richting een auto.

Ik open het portier, en stap in.

'Gas!' schreeuw ik in paniek.

Ik kijk na achteren, en zie hoe Dennis in een zwarte auto stap. Direct scheuren ze achter ons aan.

'Sneller' zeg ik, terwijl ik m'n pistool laad.

Direct schiet de auto naar voren. We rijden een snelweg op,

'Hoe heet je?' vraag ik, terwijl ik achterom kijk.

'Leon'

'Oke'

'Jij bent toch Stacey?'

Ik knik, en slaak een vermoeide zucht.

'Hier' zegt hij, terwijl hij me z'n mobiel geeft.

'Wat?'

'Bel de politie'

'Dat zal niet gaan..'

'Waarom niet?'

'Ik moet hun zelf uitschakelen, anders zullen ze me blijven achtervolgen. Geloof me, ze zijn slimmer dan je denkt'

Leon knikt begrijpend.

'Hoe wil je dat doen?'

Ik haal m'n schouder op.

'Ik zie wel' antwoord ik.

'Hoe herkende je me eigenlijk?' vraag ik, wanneer ik denk dat ze tot m'n opluchting de achtervolging hebben gestopt.

'Je ogen' antwoord hij glimlachend.

'Oh'

Ik kijk vanuit het raam naar buiten, eindelijk ben ik bijna vrij. Vrij van alle ellende, hoop ik tenminste. Ik zal voortaan met een grote last rondlopen, want het idee dat ik iemand heb vermoord maakt me misselijk.

Hopelijk kan ik de dood van Sunny een plekje geven, eigenlijk haar zelfmoordpoging die anders verliep. Ik had denk ik nooit kunnen voorkomen, dat ze dat zou doen. Zoiets bedenk je namelijk niet zomaar.

Ik naar de zon, die recht in 'n gezicht schijnt. Ik geniet van de warmte en sluit m'n ogen, totdat er een schaduw voor komt. Ik open m'n ogen, en zie een zwarte auto.

'Fuck' zeg ik, terwijl ik voel de auto dichterbij komt.

'Wat?' vraagt Leon, die blijkbaar niets doorheeft.

'Gas' antwoord ik.

Blijkbaar weet Leon genoeg informatie, en trapt het gaspendaal hard in.
Zijn handen omvatten het stuur, en we racen langs verschillende auto's.

'Ze halen ons in' zegt Leon, ik hoor hoe zijn stem overslaat van angst.

'Leon'

'Ja'

'Spring uit de auto'

'Wat?'

'Je hoorde me wel'

'Wil je me dood hebben?'

'We rijden langs een stuk gras, dus als je in het gras beland zul je het sowieso overleven'

'Maar.. Jij dan?'

'Ik red me wel'

'Beloof me dat je blijft leven'

Ik antwoord niet, maar kijk hem strak aan als teken dat hij nu moet springen.

Leon rijdt iets zachter..

Hij kijkt me even twijfelend aan, maar dan vliegt er portier op.

Ik ga snel op de stoel van Leon zitten, en trek de deur met moeite dicht. Ik zie vanuit de achteruitkijkspiegel, dat Leon goed te recht is gekomen.

Ik druk op het gaspendaal.

Ik heb nog nooit in een auto gereden, maar ik weet op dit moment dat ik maar gewoon gas moet geven.
Ik slinger afentoe heen en weer, en binnen de korte keren rijd Dennis alweer naast me. Ik twijfel niet, en duw met de auto, tegen die van hem aan.

Dan gaat alles heel snel,

Een harde piep..
Een boom die dichterbij komt..
Een klap, en alles word zwart voor m'n ogen.

_____

nenenee dit is niet het einde ! x

OpgeslotenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu