HOOFDSTUK 7

75 9 4
                                    

De volgende ochtend stond ik op. Ik had geslapen in het hutje waarin ik gisteren ook wakker was geworden. Het bed lag nog best lekker en gelukkig had ik ook geen last gehad van de jongens. Ik liep even rond en kwam al snel tot de conclusie dat ik als eerste wakker was. Ik liep even doelloos rond en ging toen maar naar de pegahoorns. 'Hee allemaal! Hoe gaat het?' Vroeg ik. Hier en daar werd wat gehinnikt. Ik liep een beetje rond in het hok, aaide een paar pegahoorns en neuriede ondertussen een liedje. Opeens stond ik voor een hele mooie pegahoorn. Ze was heel licht blauw en had manen in verschillende kleuren blauw. Ze had licht blauw tot witte vleugels, een zilveren hoorn en donkerblauwe ogen. Ik liep nog eens om haar heen en zag toen heel vaag een sneeuwvlokje staan.

'Oke, ik noem jou... Ice? Nee... Snow? Nee dat is zo cliche. Ehm... Snow-white dan?' Ik hoorde haar hinniken dus ik ging er vanuit dat ze het goed vond. 'Oke Snow-white, wat zullen we nu gaan doen?' Bij wijze van uitnodiging om op haar te zitten ging ze door haar voorbenen. Ik klom er een beetje onhandig op en we stoven vooruit. We gingen heel snel, ik voelde de wind door mijn haren wapperen en het leek wel alsof we vlogen. Ik keek nog eens om me heen en schrok me dood! 'We vliegen echt...' Bracht ik er verwonderd uit. We vlogen nog een poosje door en uiteindelijk keerden we weer om. We vlogen over een prachtig landschap heen. Er was heel veel bos en bergen, maar ik zag ook rivieren, meren en zelfs dorpjes. Toen we weer waren geland zag ik dat er al wat mensen buiten waren. Een ongeduldige uitziende Quil stond me op te wachten.

Toen ik geland was aaide ik Snow-white nog even om tijd te rekken, maar daarna ging ik toch maar naar Quil toe. 'Hei Quil.' Zei ik een beetje verlegen. 'En waar ben jij geweest?!' Vroeg Quil boos. 'Ik.. eu.. i.. ik ben met Snow-white wezen vliegen.' Zei ik een beetje onzeker. Ik wist natuurlijk niet of ik wel naar de pegahoorns toe mocht, of dat ik überhoupt naar buiten mocht. 'O ja... vliegen... en jij denkt dat je dat hier zomaar mag doen?! Zonder iemand te zeggen dat je even naar buiten gaat? Jij denkt zeker zo van: "Ik ben een prinsen... bla bla bla... ik mag alles doen wat ik zelf wil en mij maakt het helemaal niks uit wat anderen denken." Nou dat maakt ons dus wel uit! We maakten ons allemaal super veel zorgen! Wie weet... misschien was de duivel wel gekomen en had hij je meegenomen! WEET IK VEEL WAT JOU KAN GEBEUREN!!! Schreeuwde hij boos tegen mij. Ik schrok en liep angstig een paar passen achteruit. 'S.. s sorry... i.. ik wist n.. niet d d dat het z.. zo erg was...' Bracht ik stotterend van angst uit.

Ik liep nog een paar passen naar achteren en struikelde. Dreigend liep Quil nog een paar passen naar mij toe. Tot mijn grote opluchting sprong er een jongen tussen ons in die Quil naar binnen leide en ondertussen een sorry naar mij riep. Ik bleef zo nog een tijdje verdwaasd zitten totdat er iemand naar me toe kwam lopen. Het was een super knappe jongen, hij was redelijk lang, gespierd, had donkerbruin haar, een normale kleur huid en hazelnootbruine ogen. 'Hee. Esmée is het toch?' Vroeg de knappe jongen. 'Ja, en wie ben jij?' Vroeg ik terwijl ik overeind kwam. 'Ik ben Jace.' Zei hij met een scheve glimlach.

ChangesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu