HOOFDSTUK 12

68 7 7
                                    

Een uur later werd ik weer wakker. Blijkbaar was ik weer in slaap gevallen na zijn woorden... Van wie waren die woorden eigenlijk? Vroeg ik me af. Ik zette mijn gedachten van me af en stapte snel uit bed. Vandaag moest ik met Ethan praten, misschien wist hij wel meer over mijn krachten, mijn ouders en mijn zusje... Maar voordat ik naar Ethan toe ging wou ik nog even kijken hoe het met Jace was. Ik hoopte dat hij al weer wakker was en dat alles goed ging.

Vrolijk huppelde ik door de keuken en toen de kok even niet keek pakte ik snel een appel mee. Ik zag een paar jongens staan en ging daar naar toe om te vragen of ze wisten waar Jace was. 'Hei jongens.' Zei ik een beetje verlegen. 'Hee.' Zei iedereen terug. 'Jij bent toch Esmée?' Vroeg een jongen van rond de 12 jaar. Hij zag er schattig uit. Hij had bruin krullend haar, was klein en een beetje mollig. 'Ja ik ben Esmée, en hoe heten jullie?' Vroeg ik terwijl ik elk van de 4 jongens even aan keek. 'Ik ben Jayden, maar iedereen noemt me gewoon Jay.' Zei het schattige jongetje. 'Ik ben Adam.' Zei de jongen daarnaast. Ik schatte hem rond de 18 jaar. Hij had zwart haar en groene ogen. 'Mijn naam is Jack.' Zei weer een andere jongen. Jack leek me niet zo aardig. Hij had blond haar en hele donkere ogen. 'En mijn naam is Tom.' Zei de laatste jongen en hij probeerde zijn lachen in te houden terwijl hij een koninklijke buiging maakte. Ik barste in lachen uit en bijna alle jongens lachten met me mee. De enige die niet lachte was Jack. Hij stond daar maar naar mij te kijken, en als blikken konden doden...

Ik probeerde die blikken te negeren en vroeg: 'Weet een van jullie misschien waar Jace is? Ik heb hem sinds gisteren niet meer gezien.' Jayden zei dat hij het wel wist dus liep ik met hem mee. Jace bleek buiten bij Skye te zijn, ik liep snel naar hem toe en gaf hem een knuffel. Eerst wist hij niet wat hij moest doen, maar toen legde hij een beetje onhandig zijn armen om mijn rug. 'Gelukkig ben je weer wakker.' Zei ik opgelucht. 'Gaat het goed?' Vroeg ik terwijl we op de grond gingen zitten. 'Ja het gaat goed. Ik had bijna niks, maar ik ben vooral benieuwd naar wat er is gebeurd... wil je me dat zeggen?' Vroeg Jace met een nieuwschierige uitdrukking op zijn gezicht.

Vertelt het verhaal.

'Wow...' Was het enige wat Jace zei toen ik uitgesproken was. Ik lachte een beetje verlegen. 'Ehm, dus... vind je me nu eng of raar ofsow?' Vroeg ik terwijl ik met mijn ring speelde. Wacht eens even. Een ring? Ik wist zeker dat toen ik in Learesyland aankwam ik deze ring nog niet had. Ik bekeek de ring eens goed. Het was een zilveren ring met aan het ene uiteinde een witte bloem en aan het andere uiteinde een diamantje. (zie afbeelding). 'He Esmée luister je wel?' Vroeg Jace me uit mijn gedachten halend. 'Euh, ja hoor ik was alleen even in gedachten...' Ik wist niet of ik hem moest vertellen over de ring of niet, maar ik besloot het toch maar tegen hem te vertellen. 'Jace? Weet jij misschien iets van deze ring af? Want ik weet zeker dat ik hem nog niet om had toen ik in dit land kwam... nou, nu ik het me zo bedenk kan ik me niet herinneren dat ik hem ooit om heb gehad. Weet jij misschien hoe ik hier aan kom?' Rondde ik mijn vragenreekst af.

Ik keek hem afwachtend aan. Hij leek een beetje overdonderd door al mijn vragen dus gaf ik hem even de tijd om alles te verwerken. Toen hij maar nadenkend voor zich uit bleef kijken begon ik steeds ongeduldiger te worden. Na wat voor mij een hele lange tijd leek begon hij eindelijk te praten. 'Je zei toch dat je het element aarde kon besturen?' Vroeg hij. 'Ehm ja, maar wat heeft dat met de ring te maken?' Vroeg ik een beetje verward. 'Nou, alleen elfjes en feeën bezitten magische krachten. En misschien heeft ook elk elfje of elke fee wel een ring die met zijn of haar kracht te maken heeft...' Zei hij. 'Dus je wil zeggen dat ik een elfje of een fee ben?!' Vroeg ik ongelovig. 'Misschien wel, of misschien een halfbloed.' Zei hij een beetje ongemakkelijk. 'En het antwoord op je andere vraag is nee, ik vind je nu niet eng of raar.' Zei hij met een warme glimlach. 'Laten we maar naar Ethan gaan, hij zou mij ook nog wat vragen beantwoorden. Zei ik terwijl ik opstond. Toen ik stond keek Jace me met puppy ogen aan en stak een hand naar me uit. Ik rolde met mijn ogen en hielp hem lachend met opstaan. Samen liepen we naar Ethan toe.

ChangesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu