HOOFDSTUK 36

23 6 2
                                    

Ik werd wakker in een kleine kamer. Mijn haar plakte aan mijn gezicht maar toen ik mijn hand optilde om het weg te vegen merkte ik dat ik vastgebonden zat. Ik keek nog een keer de kamer rond en verrast zag ik nog drie andere mensen zitten. Ethan, Jace en Tom. Zij zaten ook vastgebonden en leken alledrie buiten bewustzijn. Het enige verschil was dat zij met drie aan één paal zaten en dat ik een hele paal voor mezelf had. Nou daar word je pas blij van.

Ik probeerde mijn handen uit de touwen te wurmen maar na een tijdje voelde ik mijn polsen zo erg branden dat ik het maar opgaf. Uit mijn ooghoek zag ik wat beweging en snel keek ik naar de jongens. Jace werd versuft wakker. 'Ja-Jace.' Zei ik met een schorre stem. Nu pas werd ik me bewust van de enorme dorst die ik had. 'Jace ben je wakker?' Vroeg ik nog steeds schor. 'Ja.. waar zijn we?'

'Ik heb echt geen idee... zijn Ethan en Tom al wakker?' 'Nee nog niet.' Hij schoof zijn voeten onhandig omhoog en probeerde Ethan aan te tikken. Maar het ging niet helemaal goed. Het lukt hem wel om Ethan aan te tikken en het is zelfs zo dat hij Tom ook direct aantikte, ook al kwam dat alleen maar doordat hij omviel.

Ondanks de situatie moest ik lachen maar hield me snel stil toen ik een deur hoorde. 'Zo zo.. kiek iens wie er wakker zien geworden.' Er kwam een lange man met schouderlang haar binnen gelopen. Op zijn roetzwarte haren stond een vaalzwarte hoed. 'Iek bien Kapitien Hawkiens en jullie zien nu op mien schip. Zeg mie jullie namen.' Normaal zou ik gelachen hebben om zijn rare manier van praten maar aangezien hij er nogal angstaanjagend uitzag hield ik me in en wist mijn naam te zeggen zonder in lachen uit te barsten.

Tom daarentegen... hij barste uit in een keihard gelach en ik kon het hem eigenlijk niet echt kwalijk nemen. Hij zat aan de andere kant van de paal en kon ook niet zien dat de man er nogal eng uitzag. 'Hahahaha uw stem.' Lachte Tom. "Iek bien Kapitien Hawkiens" Deed hij de kapitein eng goed na.

'Wie durft mie na te doen!' Donderde de kapiteins stem door de kamer. Bij deze stemmingswisseling hield Tom op met lachen en probeerde zich tervergeefs te verstoppen achter de paal. Met grote stappen beende de kapitein richting Tom en gaf hem een flinke trap. Hij kreunde van de pijn. 'Wat ies jou naam?' Vroeg de kapitein bars. 'T-Tom.' Piepte hij ineengedoken. 'Oké Tom iek mag ie niet, dus knoop goed ien jou oren dat ie nieks meer mag zeggen zonder mien toestemmieng... Niemand zegt nog iets zonder mien toestemmieng. Begriepen?' 'Begrepen.' Zeiden we allemaal. 'Okie dan laat iek jullie nu over aan mien jongens.'

'Berend, Matt! Kom hier en niem dit joch met.' Zei hij naar Tom wijzend. Brommend namen de mannen een wild tegenstribbelende Tom mee. 'Wat gaat u met hem doen.' Er klonk angst door in mijn stem en de kapitein lachte. 'Wees gerust meisie, ie komt hierna wel an de beurt.' Hij lachte gemeen en verliet stampend de kamer. In stilte wachtten we af.

Na wat wel een eeuwigheid leek ging de deur eindelijk open. Er werd een vreselijk toegetakelde Tom naar binnen gesmeten. De angst overspoelde me. Zouden ze datzelfde ook gaan doen bij mij. Maar voor ik daar ook maar over na kon denken liepen de grote bullebakken naar mij toe en nadat ze mijn touwen bruusk hadden losgemaakt, trokken ze me omhoog en sleepten me mee naar buiten toe.

Sorry dat ik zo lang niet heb geupdate! Ik had gewoon geen inspiratie meer en de woorden kwamen niet op papier zoals ik ze op papier wilde hebben. En ik weet het... dit is echt een slecht kort stukje maar ik vond gewoon dat ik in ieder geval iets moest updaten. Nogmaals sorry!!

ChangesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu