HOOFDSTUK 34

26 6 0
                                    

Twee dagen later vertrokken we met zijn vijfen weer uit het feeëndorp. Ethan, Jace, Tom, ik en Julia, een fee die met ons mee was gestuurd. Adam was inderdaad achter gebleven om op Jay te passen.

We liepen al een paar uur door het bos waarin ik vooral veel met Julia had gepraat. Ze was een mooi meisje en was heel iets groter dan ik. Ze had blond krullend haar, een lichte blos op haar wangen en mooie vlinderachtige blauwe vleugels.

Het verbaasde me hoeveel behoefte ik had aan een gesprek met een meisje. Als een vriendin. Na zo'n vier uur achter elkaar doorgelopen te hebben namen we eindelijk een pauze. Ik ging op een grote steen zitten en direct kwam Skymory op mijn schoot liggen. Zullen we alstjeblieft een spelletje doen Esmée? Ik verveel me dood!

'Ehm.. welk spelletje wil je doen dan?' Vroeg ik nog goed wetend hoe dat vorige "spelletje" was geëindigd. In het feeëndorp had Skymory mij ook gevraagd of ik een spelletje wou doen, en dat spelletje bleek dus zijn oefening te zijn. Voor zijn drakenkrachten.

Hij met zijn element lucht kon dus geen vuur spuwen, nee hij kon een soort elektrische ballen afvuren. Ze waren nog niet zo heel groot, maar als zo'n ding keihard in je maag kwam deed dat zeker pijn.

Nou.. misschien kunnen we overgooien ofzo? 'Waarmee wil je overgooien dan?' Gewoon met een appel, wat denk je zelf. Zei Skymory terwijl hij de tassen al door ging opzoek naar een appel.

Niet veel later gooiden we de appel heen en weer. Jace en Tom hadden ook besloten mee te doen en op de een of andere manier waren ze veel beter dan ik. Maar Skymory was toch echt het best. Hij ving elke bal en gooide hem dan drie keer zo hard weer terug.

'Hé ik wil jullie leuke spelletje niet verpesten ma-' 'Nou doe dat dan ook niet.' Onderbrak Tom Ethan onbeschoft. 'Nah Tom, doe niet zo vervelend. Ethan heeft gelijk, we moeten nu echt verder.' Zei ik terwijl ik Tom en Jace beide bij de arm mee trok. 'Kom jij ook mee Skymory?' Jaja ik kom er al aan.

Het begon al te schemeren toen we in de verte eindelijk wat licht begonnen te zien. 'Dat is een dorpje. Als ik het goed heb heet het dorpje Kobbegem.' Zei Julia met haar melodieuze stem. 'Zouden ze daar iets van een slaapplek hebben?' Vroeg Jace. 'Vast wel.'

We liepen stug door en kwamen uiteindelijk nog net voor het donker aan in het dorpje. We liepen de smalle straten door zonder al te veel mensen tegen te komen. De mensen die we wel tegen kwamen knikten ons vriendelijk toe. Uiteindelijk kwamen we uit bij een oude maar gezellige herberg.

Er zaten veel mensen maar we konden gelukkig allemaal nog een kamer krijgen. De jongens deelden met zijn drieën een kamer en ik sliep met Julia en Skymory. De pegahorns Snow-white en Skye en de pegasus Quince hadden een plek in de stal van de herberg toegewezen gekregen waar ze geborsteld en gevoerd werden.

Onze kamer was nog best gezellig. Twee eenpersoons bedden, een grote kledingkast, een wasbak en zelfs een klein balkon. Na nog veel gekletst te hebben met Julia een Skymory werd Skymory het meisjes gebabbel zat en viel aan mijn voeteneinde in slaap. Niet veel later vielen Julia en ik ook in slaap.

ChangesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu