Merida

681 81 58
                                    

"Argh, we hadden nu zwetend in de zon moeten lopen, maar nee... We ploegen door de sneeuw," zeurt Merida geërgerd.

"Ja, Mer... We weten het," antwoordt Hiccup die gek wordt van het geklaag.

"Had ze geen tropische krachten kunnen hebben?" verzucht ze, Hiccup negerend. Ze wist niet dat ze al zo snel de warmte zou missen. Er ligt buiten een enorme laag sneeuw,maar gelukkig was het vannacht eindelijk gestopt met sneeuwen. Stipt om half 7 waren ze met z'n drieën de Grote Hal uitgelopen, richting het Zwarte Meer waar Jack Elsa voor het laatst had gezien. Het meer was helemaal bevroren geweest en op hun hoede hadden ze voorzichtig het meer overgestoken, in de richting van de bergen. Hopelijk zou Elsa daar te vinden zijn.

Ondertussen is het al een paar uur later en de lessen zijn vast al begonnen. Helaas hebben ze nog steeds geen spoor van Elsa ontdekt.

Een paar minuten lopen ze verder in stilte. Het enige geluid is hun zwoegende ademhaling en het knerpen van de sneeuw onder hun schoenen. Jack loopt voorop, met daarachter Merida en als laatste Hiccup. De helling waar ze tegen op lopen wordt steeds steiler en ze komen steeds minder snel vooruit.

"Even pauze?" puft Hiccup vragend als iedereen steunend met de handen op de knieën blijft staan. Jack en Merida draaien zich om en knikken instemmend.

Opeens ziet Merida iets glinsteren in haar ooghoeken.

"Wat is dat?" vraagt ze terwijl ze met haar hand in die richting wijst. Jack en Hiccup richten hun blik in de verte. Allebei tegelijkertijd halen ze hun schouders op.

"Geen idee," is hun unanieme antwoord.

"Het kan geen kwaad om erheen te lopen, toch?" vraagt ze voor de zekerheid. Beide schudden hun hoofd en als ze weer een beetje op adem zijn, beginnen ze in een gestaag tempo verder te lopen.

De glinstering wordt steeds feller naarmate ze dichterbij komen en als de zon even achter de wolken verdwijnt, kunnen ze eindelijk onderscheiden waar ze naar kijken. Het laat Merida's mond van verwondering openvallen.

"Heeft Elsa dit gemaakt?" vraagt ze verbaasd maar ook Jack en Hiccup staan zwijgend en met grote ogen naast haar. Voor hun, tegen de zijde van de berg aangebouwd, is een gigantisch ijspaleis die schittert in de zon. Bijna zo fel dat als de zon achter de wolken vandaan komt, ze hun ogen moeten beschermen tegen de schittering.

"Jazeker!" hoort ze opeens een vreemde stem achter haar zeggen en haar hart slaat een slag over. Geschrokken draaien ze zich alle drie om en tot hun verbazing staat daar een levende sneeuwpop. Hij zwaait en giechelt naar hun.

"Nou, die zag ik niet aankomen," mompelt Jack en zenuwachtig lachen de anderen.

"Ik ben Olaf!" gaat de sneeuwpop duidelijk enthousiast verder. "En ik hou van warme knuffels."

"Uh, oké?" antwoordt Merida en ze haalt haar schouders naar de anderen op. Wat moesten ze hier nu mee?

"Is Elsa daar?" vraagt Jack aan de sneeuwman terwijl hij naar het paleis wijst. Olaf knikt heftig met zijn hoofd en waggelt verder in die richting.

Snel lopen ze achter hem aan en hoe dichterbij ze komen, hoe meer ze moeten erkennen dat er een klein probleempje is. Tussen hun en de berg zit een diep ravijn. Merida ziet echter dat bovenaan de top de twee bergen bij elkaar komen, maar dat betekent wel dat ze de steile wand moeten beklimmen. Vastbesloten pakt ze een aantal uitstekende rotsen vast en trekt zichzelf omhoog. Het is zwaarder dan gedacht, beseft ze als haar handen moeite hebben om grip te vinden op de bevroren stenen.

"Doe je wel voorzichtig?" vraagt Hiccup bezorgd en Merida werpt een blik terug naar beneden. Helaas is ze nog niet zo hoog als gedacht en gefrustreerd slaakt ze een zucht. Maar dan krijgt ze opeens een idee, waarom dacht ze daar niet eerder aan? Wat doen ze moeilijk, ze zijn tenslotte tovenaars!

"Vang me!" roept ze terwijl ze zich laat vallen en geschrokken houdt Hiccup zijn armen uit en met een plof valt ze erin. "Bedankt," zegt ze met een glimlach en terwijl Hiccup haar nog steeds met een geschokte uitdrukking aankijkt, springt ze op de grond. Snel haalt ze haar toverstaf tevoorschijn en loopt in de richting van de rand van de afgrond als Jack en Olaf weer terug de hoek om komen lopen.

"We hoeven niet moeilijk te doen," zegt Jack met een half oog op Merida die al in de aanslag staat om een spreuk uit te roepen. "Even verderop is een trap," gaat hij verder terwijl hij met zijn duim over zijn schouder heen naar achteren wijst.

"Oh oké," antwoordt Merida teleurgesteld. Ze had juist net zo'n goed idee om aan de overkant te komen... Maar een trap was ook goed. Ze bergt haar staf weer op en volgt samen met Hiccup de sneeuwman en Jack.

Verderop aan de rand van de afgrond is inderdaad een trap die zo te zien ook door Elsa is gemaakt. Het is helemaal van ijs maar is erg sierlijk. Merida vindt het knap hoe Elsa dat voor elkaar heeft gekregen, daar is een flink staaltje fantasie voor nodig geweest. Voorzichtig om niet uit te glijden, lopen ze de trap op en voor de grote ijsdeuren blijven ze staan. Zenuwachtig laat Jack zijn adem ontsnappen en heft zijn vuist om een keer op de deur te bonken. Ze horen hoe het geluid door de ruimte heen achter de deur echoot en nerveus wachten ze af...

-

A/N: Whiej, nieuw hoofdstuk!! :D

En bijna 4 K views :O Jullie zijn ge-wel-dig!

Reageer of stem, ik vind het allemaal leuk! :)

𝐄𝐋𝐒𝐀 𝐀𝐑𝐄𝐍𝐃𝐄𝐋𝐋𝐄 𝐎𝐏 𝐙𝐖𝐄𝐈𝐍𝐒𝐓𝐄𝐈𝐍 ✯ 𝑓𝑎𝑛𝑓𝑖𝑐𝑡𝑖𝑒 ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu