De Strijd Begint

489 54 35
                                    

"Stop!" schreeuwt Elsa terwijl ze slippend de hoek om rent. In de verte ziet ze Gothel, Pitch en Rapunzel staan die zich alle drie tegelijkertijd omdraaien, om te zien waar het geroep vandaan was gekomen.

"Jij," sist Gothel tussen haar opeengeklemde tanden door. Snel overbrugt Elsa de afstand met de anderen op haar hielen. Gothel reikt naar iets, maar Rapunzel is sneller.

"Expelliarmus!" schreeuwt ze, maar Bezweringen is nooit haar beste vak geweest. De toverstok in Gothel's hand wiebelt een beetje, maar vliegt niet weg. Gothel lacht vals, maar dan ziet Elsa vanuit haar ooghoek een rode straal schieten in de richting van Gothel.

"Paralitis," zei Astrid met een harde stem. Met een minachtende blik spreekt Gothel een beschermspreuk over haarzelf uit en de rode straal kaatst weg. Inmiddels staan ze nu pal voor Gothel's neus en Elsa vraagt zich af waar Gothel op wacht. Waarom heeft ze hun nog niet aangevallen? Waarschijnlijk speelt ze gewoon met hun zoals een kat doet met een muis.

"Waag het niet om Rapunzel iets aan te doen," waarschuwt Elsa met een furieuze blik in haar ogen. Ze heft haar handen en staat klaar om haar krachten los te laten. Ze voelt de kou onder haar huid verspreiden, tintelend om vrij gelaten te worden.

"Of anders wat?" vraagt Gothel met een stem waar de minachting vanaf druipt. Even twijfelt Elsa, zou ze het durven om Gothel iets aan te doen? Iemand vervloeken is heel iets anders dan doodleuk spreuken uitspreken in een klaslokaal. Gothel verschuift haar grijze ogen naar iets achter haar en Elsa grijnst, de anderen zijn er.

"Geef je over, Gothel. Je kan het nooit opnemen tegen ons allemaal," dreigt ze. Gothel's ogen spuwen vuur.

"We zijn hier om het kasteel terug te veroveren," voegt Astrid toe met een grijns. Elsa werpt een korte blik over haar schouder en ziet dat de hele Grote Hal volstaat met allemaal leerlingen, hun toverstok op Gothel wijzend.

"Jullie vergeten wie ik ben," begint Gothel en ze spreidt haar armen. Een gifgroene gloed verschijnt om haar heen en ze richt haar blik op Pitch. Snel vliegen Elsa's ogen ook naar hem, ze heeft helemaal geen aandacht meer aan hem besteedt! Maar haar zorgen zijn voor niets, Pitch slaat Gothel gade met een opgetrokken wenkbrauw en zijn armen gekruist.

"Pitch...?" vraagt Gothel van haar stuk gebracht, en Pitch grijnst kwaadaardig naar haar. Elsa is in de war, staat Pitch dan toch aan hun kant?

"Sorry, schat. Deze keer niet," zegt hij en dan klikt het in Elsa's hoofd. Pitch en Gothel zijn, of waren, een stelletje? Haar ogen schieten tussen de twee heen en weer en voor een klein moment staat Gothel's gezichtsuitdrukking verdrietig, maar dat verandert in een flits naar een furieuze. De gifgroene gloed wordt feller en met een bonkend hart slaat Elsa haar gade.

"Lafaard!" schreeuwt Gothel ziedend en ze doet een paar passen achteruit. Heftig zwaaiend met haar toverstok en allerlei stralen vliegen eruit. Met een gil duiken de leerlingen aan de kant en Elsa voelt hoe een spreuk zich net over haar hoofd heen scheert. Dat was op het nippertje.

Elsa vliegt weer overeind, maar op dat moment komt Pitch ook in actie. Hij springt voor de leerlingen en met een grijns heft hij zijn toverstok naar Gothel op.

Gothel opent haar mond om een spreuk uit te spreken, maar dan opeens wordt haar voet onder haar vandaan getrokken door iets. Ze verliest haar evenwicht en plots vliegt haar toverstok uit haar hand, alsof het weggeslagen werd. Rapunzel gooit lachend haar hoofd in haar nek en werpt dan een blik opzij.

"Ha! Dat is een goeie," zegt ze, maar Elsa staart haar verbaasd aan. Er staat niemand naast haar.

Gothel ligt versuft met haar rug op de grond en staart naar het plafond, in het niets. Pitch grinnikt en spreekt een spreuk over haar uit. Ze zweeft de lucht in en tralies verschijnen om haar heen. Haar eigen persoonlijke gevangenis. "In Azkaban staat al een cel voor je klaar, schat," zegt Pitch met een knipoog en Gothel knarst woedend met haar tanden. Ze slaat haar handen om de spijlen, maar zonder haar toverstok kan ze niets beginnen tegen de magie van Pitch.

Pitch draait zich om naar de leerlingen achter hem en het zwarte gewaad klappert om hem heen. "Ik zei toch dat ik bij jullie hoorde?"

Elsa laat twijfelend haar handen zakken. Heeft ze Pitch dan verkeerd ingeschat? Hij schudt zijn hoofd bij het zien van al die verbaasde gezichten. Hij sluit zijn ogen en mompelt iets onverstaanbaars terwijl hij een ingewikkelde beweging maakt met zijn toverstok. Professor Anderling en alle andere professors verschijnen uit het niets en knipperen een paar verbaasd met hun ogen, de omgeving in zich opnemend.

"Professor!" roept Elsa opgelucht uit als ze Anderling in het oog krijgt. Misschien is Pitch toch zo slecht nog niet, al zou er bij haar altijd een sprankje argwaan jegens hem aanwezig blijven.

"Elsa. Je had gelijk over Gothel, het spijt me dat ik aan je twijfelde," verontschuldigt Anderling zich, maar Elsa wuift het weg. Ze is blij dat alles nu in ieder geval weer goed is, of nou ja.... Bijna, corrigeert ze zichzelf terwijl er weer een steek door haar hart heen trekt. Jack is nog steeds dood...

"Wat is er precies gebeurd, professor?" vraagt Hiccup die met een schuin oog nog steeds Gothel in haar gevangenis in de gaten houdt, maar zijn zorgen zijn niet nodig. Gothel kan nergens heen.

"Gothel heeft me in de val geleidt, en ik gok dat ze dat bij alle professors heeft gedaan," legt professor Anderling uit met een boze ondertoon in haar stem. Ze werpt een strenge blik over haar ronde brilletje naar Gothel, die terug staart zonder haar ogen neer te slaan. "Wat dacht je wel niet, Gothel? Je had nooit zoveel leerlingen onder controle kunnen houden zonder hulp." Gothel grijnst vals en de haartjes in Elsa's nek gaan overeind staan. Ze heeft het gevoel dat Gothel iets achterhoudt. Professor Anderling schudt zuchtend met haar hoofd alsof ze diep teleurgesteld is in haar.

"De Schouwers zijn op weg hiernaartoe, Schoolhoofd," deelt Pitch haar mee en Anderling knikt bedachtzaam.

Juist op dat moment hoort Elsa de Grote Deur achter haar opengaan en ze vindt het allemaal wel heel toevallig dat juist als Pitch het zegt, de Schouwers komen. Maar dan bereikt gegil haar oren en vliegensvlug draait ze zich om in de richting van de Deur, net zoals de rest. Een meisje die het dichtst bij de Deur stond valt slap op de grond neer. Elsa's ogen worden groot, is ze dood..?

Tientallen in het zwart geklede gedaantes lopen de deuropening door en groene stralen vliegen elke kant uit. Snel duikt Elsa weg als een paarse straal met een luide knal in de richting van Gothel's gevangenis vliegt, rakelings langs haar heen. Ze beschermt haar hoofd met haar handen als de ijzeren spijlen uit elkaar knallen en meters door de lucht heen vliegen. Binnen enkele seconden is de Grote Hal ondergedompeld in chaos en Gothel's valse lach schalt over al het rumoer heen.

"Hulp was onderweg, Anderling!" roept ze triomfantelijk en een ijskoud gevoel besluipt Elsa. De strijd was toenstraks nog geeneens begonnen...

-

A/N: Ja... 't Is slecht hè? Ik kan echt geen gevechten beschrijven, maar ik ga m'n best doen volgend hoofdstuk! :)




𝐄𝐋𝐒𝐀 𝐀𝐑𝐄𝐍𝐃𝐄𝐋𝐋𝐄 𝐎𝐏 𝐙𝐖𝐄𝐈𝐍𝐒𝐓𝐄𝐈𝐍 ✯ 𝑓𝑎𝑛𝑓𝑖𝑐𝑡𝑖𝑒 ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu