Mijn plicht

29 3 1
                                    

De wekker loopt af en meteen sta ik rechtop. Zondag! Vandaag wordt het een lekker rustdagje. Wat ik heb gehoord is dat het lekker weer wordt, dus dat betekent; zwemmen met Roos! Ik loop naar de deur van Roos en klop aan. Geen antwoord.
,,Roosje! Wordt wakker!" nog steeds geen antwoord.
Ik begin in paniek te raken. Dat doe ik altijd. Ik moet het alleen niet doen omdat ik dan altijd zowat gek wordt.
Ik blijf kloppen. Er komt geen antwoord. Ik besluit de deur open te doen.
Roos ligt nog in haar bed. Ik loop naar haar toe en schud haar voorzichtig wakker. Geen antwoord. Ik voel haar pols. Ik schrik op. "Roos?" Ik blijf voelen, en schud haar lichaam.
Ik voel helemaal niks meer.
Ik gooi gauw haar deken weg en blijf nog steeds aan haar pols voelen. Ik begin met reanimeren. Ik ren gauw naar mijn telefoon en bel 112.
5 minuten later komt de ambulance aan. De artsen rennen haastig naar binnen.
,, Jij kan maar beter uit de kamer gaan jochie," zegt een van de artsen tegen me.
Met tranen in mijn ogen loop ik naar buiten.
Ze blijven maar bezig. Wat is er gebeurt? Zou het hart al lang gestopt zijn en valt er niks meer te redden? Ik moet er niet aan denken, dan heb ik echt niemand meer.
Een arts komt naar me toe lopen vanuit de kamer.
,,Het spijt me Rens, we hebben je zusje niet kunnen redden." Zegt hij moeilijk.
Mijn wereld zakt in. Mama weet van niks dat Roosje dood is. Hoe moet het dan met de kamer, de spullen en de crematie? Ik moet dat allemaal alleen regelen.
Ik lig op de grond uit te huilen. Terwijl de arts mij troost, belt de andere arts mijn moeder, in de hoop dat ze oppakt.
Even later komt er een lijkenwagen. Ik haat die wagens. Mijn oma, opa en tante hebben er al ingelegen. Nare herinneringen. Nu ook nog Roosje erbij...
De mensen die uitstappen halen een grijze, zware kist uit de wagen. Ze lopen ermee de trap op. Ik kijk vanuit Roos' kamer toe. Ik moet bij Roosje blijven. Dat is mijn plicht.
Ze leggen Roos er even later voorzichtig in. Mooi in pyjama. Ik kijk verbluffend, en tegelijkertijd verdrietig naar Roos en de lijkenkist. Dat gaan we nog anders doen...

Ik zit boven naast Roosje als ik de deur hoor opengaan. Het is mama. Ik stamp naar beneden en blijf halverwege met tranen in de ogen staan.
,,Mama, waar ben je geweest? We hebben je de hele dag gebeld."
,, We? Rens, heb jij een vriendinnetje soms?"
,, NEE MAM, WE ZIJN IK, DE BEGRAFENISONDERNEMERS EN DE AMBULANCE!!" Schreeuw ik uit.
,,Rens, wat is er aan de hand?"
,,Roos is dood, dat is wat er aan de hand is en jij was te druk om je telefoon op te nemen, en hier gewoon naartoe te komen!" Ik barst in tranen uit.
Mama troost me. Helaas heb ik daar niks aan. ,,Donder op! Jouw getroost helpt niet! Als jij een betere moeder zou zijn geweest was dit misschien niet eens gebeurd!"
Ik ren terug naar boven. Ik ga weer bij Roosje zitten. Haar ogen zijn dicht. Morgen komt er iemand die mij gaat helpen met roosje en de crematie regelen. Ik ben benieuwd of mama er ook bij zou zijn...

Recht uit mijn hart (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu