Marat brandde. Het vuur greep om zich heen en verslindde de beeltenis van Marat als minotaurus op de pamflet die ik gisterenmiddag van Jehanne had gekregen. Het deed me een genoegen om dat te zien.
'Wie zal de Theseus worden die ons van Marat zal verlossen?' mompelde ik afwezig tegen de vlammen.
'Laten we hopen dat de revolutionairen dat wel weten. Zij kennen Marat persoonlijk.'
Marie stak de pook in het vuur waardoor het pamflet, of in elk geval wat er nog van over was, in kleine zwarte brokjes uit elkaar viel, alsof het nooit had bestaan.
Het was voor onze eigen veiligheid dat ik het pamflet verbrandde. Natuurlijk zou ik alle pamfletten het liefst willen bewaren, maar dat zou mijn hele familie in gevaar kunnen brengen. Zeker sinds de val van de Girondijnse factie in Parijs, nu ongeveer twee weken geleden.
'Zal er ooit een einde komen aan al dat bloedvergieten in Parijs?' zuchtte ik. Marie haalde onwetend haar schouders op. In tegenstelling tot mij had Marie niet de diepgaande interesse voor politiek die ik wel koesterde. Dit soort zaken kon ik beter bespreken met Jehanne.
'Daarvoor moet je bij de revolutionairen zijn Charlotte,' reageerde ze. Peinzend staarde ik in de vlammen van het haardvuur. De Girondijnen hadden zich laten inspireren door de grote filosofen, zoals Rousseau en Voltaire. Al hun werken stonden in mijn boekenkast en ik herlas ze met regelmaat. Het riep bij mij slechts één alles overkoepelende vraag op; wat zou er nodig moeten zijn om de wereld vooruit te helpen? Laatst hoorde ik tijdens een bezoek aan de bakker inwoners van Caen een discussie voeren over dat Brissot had gepleit voor een menslievender recht systeem voor Frankrijk gedurende een bijeenkomst van de Nationale Conventie, door het voorstel in te dienen om martelen af te schaffen. Hoewel de meeste mensen het hiermee eens waren, zaten er ook een aantal tussen die martelen wel degelijk rechtvaardig vonden omdat dit strafprocessen in veel gevallen bespoedigde. Toch vond ik alleen al het feit dat politici de opvattingen van zulke grote filosofen toepasten in hun beleid een stap in de goede richting. Maar als er iemand roet in het eten gooide was dat Marat, de leider van de Jakobijnen. Deze partij maakte zich schuldig aan de belemmering van vooruitgang op humanitair terrein, een monsterlijke democratie in plaats van een vreedzame democratie! Vrede was de sleutel en het antwoord op mijn vraag om de maatschappij vooruit te helpen. Maar hoe kon dit worden bereikt?
Men zei dat de Jakobijnse partij verantwoordelijk werd gehouden voor de dood van ruim twaalfduizend mannen, vrouwen, kinderen en zelfs priesters vorig jaar, in de eerste week van september. Volgens de geruchten waren alleen de prostituees vrijgelaten. Hoewel iedereen wist dat de Jakobijnen achter deze actie zaten, werd later alsnog geprobeerd om hun naam te zuiveren. Brissot, de leider van de Girondijnse partij, was de enige die Robespiere, Danton en Marat openlijk beschuldigde in zijn krant.
Ik liet me wat verder wegzakken in kussens van de stoel, sloot mijn ogen en dacht na over mijn aandeel in de revolutie. Welke betekenis had ik? Kon ik wel een betekenis hebben? Uiteraard buiten het vullen van de magen van Brissot, Barbaroux en andere revolutionairen, dacht ik grimmig.
'Je bent een vrouw Charlotte,' had mijn vader wel eens gezegd. 'Je kunt geen aandeel leveren in deze revolutie zolang mannen het voor het zeggen hebben.'
Ik luisterde niet naar hem omdat ik hem niet wilde geloven, maar nu realiseerde ik me dat hij gelijk had. Zo lang mannen het voor het zeggen hadden zou er niks veranderen voor vrouwen. Als het zo door zou gaan zou het nog eeuwen duren voordat vrouwen op het gebied van politiek een betekenis konden geven aan hun leven! De enige manier om als vrouw invloed uit te kunnen oefenen op politiek was door te trouwen met een politici, zoals madame Roland had gedaan. Madame Roland was een vrouw van goede komaf die was getrouwd met Jean-Marie Roland, een vooraanstaand politicus uit Lyon en Girondijns aanhanger, die zich een paar jaar geleden in Parijs had gevestigd. Naar verluid heeft madame Roland haar man geholpen tijdens het schrijven van werken van politieke aard, zodat zij haar invloed op die manier kon laten gelden. Daarnaast deed haar salon in Parijs dienst als ontmoetingsplek voor belangrijke Girondijnse revolutionairen. Helaas was een toekomst in de politiek niet voor elke vrouw vanzelfsprekend, dacht ik mistroostig, denkend aan het succes van madame Roland.
Even schoot het door me heen dat ik me als man zou kunnen verkleden zodat ik me in Parijs aan zou kunnen sluiten bij de revolutionairen om op die manier een stap omhoog te doen op de sociale ladder. Echter verwierp ik deze gedachte snel, want dat zou me toch nooit lukken. Ik glimlachte onwillekeurig bij de gedachte. Dan zou ik nog beter kunnen trouwen met de eerste beste revolutionair die ik tegen het lijf zou lopen.
Mijn blik dwaalde door de woonkamer en bleef hangen bij een paar familieportretten die keurig op een rijtje naast elkaar hingen. De strenge blikken in de ogen van mijn voorouders waren gericht op het sobere interieur van de woonkamer waar Marie ondertussen was begonnen met het water geven van de planten. Mijn gedachten gingen uit naar de Jakobijnen. Hoewel elke vezel in mijn lichaam Marat haatte, had ik geen flauw idee hoe hij eruit zag. Zou ik dat überhaupt willen weten? Marat, het monster, de minotaurus in een labyrint! Ik stelde me een plompe bloeddorstige man met een hart zo koud als steen en hard als graniet. Weliswaar een man met een vlotte pen, maar een duister brein, van waaruit hij alle namen van onschuldig veroordeelden op perkament schreef zodat zij later veroordeeld konden worden tot de doodstraf. Dankzij hem! Als een soort patroon dat zich steeds herhaalde. Wat zou er moeten gebeuren om dat patroon voor eens en voor altijd te verbreken? Ik balde mijn vuisten. Mijn nagels lieten kleine ovaalvormige lijntjes achter op mijn handpalm. Op die vraag was slechts één antwoord mogelijk: de dood.
'Marie,' zei ik kalm. 'Zou je aan tante door kunnen geven dat ik nu naar Jehanne ga? Tegen het avondeten ben ik weer thuis.'
Ik rees mezelf overeind uit de stoel en en pakte mijn mantel.
'Is goed, maar zorg ervoor dat je geëscorteerd wordt door een bediende als het te donker wordt! Je weet dat tante het niet goed vindt als je alleen over straat gaat als het donker is,' riep ze me na.'Waarom wil je dat weten Charlotte?' Jehanne wierp me een vreemde blik toe, waarna ze een handdoek uitwrong en deze aan de waslijn bevestigde. Ik volgde haar voorbeeld om haar te helpen, zodat ze sneller klaar zou zijn.
'Gewoon, dat vroeg ik me af,' zei ik ontwijkend. 'Je kent me.'
De zon stond nog redelijk hoog aan de hemel, dus er was nog voldoende tijd om de was uit te hangen volgens madame Picquet, de moeder van Jehanne. Vlak voordat ik arriveerde had ze de opdracht gekregen om de was buiten te hangen. In de beschutting van bomen en struiken had ik de vraag gesteld of ze wist of er een portret van Marat bestond.
'Daarnaast, waarom zou je een portret van een monster als Marat willen zien?' grinnikte ze. 'Is het een wonder als je niet spontaan dood valt?'
Ik schoot in de lach. 'Het zal niet veel schelen.. Voor Girondijnen tenminste. De Jakobijnen zien het eerder als een devotiestuk.'
'Maar serieus Charlotte,' grinnikte Jehanne. 'Waarom wil je weten hoe Marat eruit ziet?'
Ik wist dat ik dingen niet lang voor Jehanne achter kon houden. Toen we elkaar dagelijks zagen in het klooster grapte ze wel eens dat ik net een open boek was. Iemand die mij kende zou volgens Jehanne in staat moeten zijn om mijn gedachten tot op de regel nauwkeurig te kunnen lezen. Ik had erom gelachen, maar diep in mijn hart wist ik dat het waar was, zoals zo meteen zou blijken als ik nu mijn mond niet snel open trok.
'Het was maar een stom en onbenullig idee,' mompelde ik zacht. 'Maar wat als Marat dood zou zijn? Er zouden zoveel levens bespaard kunnen worden..' Mijn stem stierf weg toen ik de verbijsterde blik van Jehanne zag. Ze legde haar vinger precies op de zere plek.
'Je wilt toch niet zeggen dat je een aanslag zou willen plegen op Marat? We hebben het daar gisteren over gehad! Als je dat doet gooi je je leven weg!' viel ze me in de reden.
'Natuurlijk niet!' Ik schudde driftig mijn hoofd om haar gerust te stellen. 'Maar zou dat geen stap dichter zijn om de vrede in Frankrijk te herstellen?'
Het patroon zou worden verbroken en er zou nooit meer iemand onder de guillotine eindigen door toedoen van Marat. Het beeld van een monster die namen opschreef van onschuldige Girondijnen ten dode schreef op een smetteloos wit vel perkament bleef me achtervolgen. Dat moest worden verbroken. Het bloed van Marat zou moeten vloeien in plaats van dat van onschuldige burgers!
Jehanne haalde weifelend haar schouders op. 'Daar ben ik het mee eens. Maar dat vuile werkje ga ik niet opknappen. Laat dat maar aan Barbaroux, Brissot en andere revolutionairen over. Ik heb hier een toekomst en die ga ik me niet laten ontnemen.'
Opnieuw moest ik denken aan het voorval van gisterenmiddag. Ik keek om me heen en ik zag dat er niemand in de buurt was, dus als Jehanne iets achter hield, zou ze dat nu kunnen vertellen.
'Weet je al of je vanavond naar de vergadering komt?' vroeg ik nieuwsgierig.
Ze aarzelde en in eerste instantie dacht ik dat ze niks los zou laten over het geheim dat ze met zich meedroeg.
Ze hing de laatste handdoek aan de drooglijn en keek me recht aan. 'Er is iets wat ik je moet vertellen. Gisteren had ik daar helaas niet de kans voor.'
Haar blik stond dromerig en haar ogen glansden. 'Mijn vader is een huwelijk voor me aan het regelen,' zei ze zacht, 'met de zoon van een van zijn zakenpartners in Le Havre. We kennen elkaar al van kleins af aan en bovendien betekent een verbinding met die familie dat we ons meer luxeproducten uit Engeland kunnen veroorloven.'
Een steek van pijn ging gepaard met blijdschap. Uiteraard was ik blij voor Jehanne, want ze was al jaren mijn beste vriendin en vrienden zie je maar al te graag graag gelukkig.
'Dat is geweldig Jehanne! Dit is zo ontzettend leuk voor je!' riep ik uit. 'Vanavond ga je zeker naar hem toe met je ouders?' voegde ik daar glimlachend aan toe.
Een blos verscheen op haar gezicht terwijl ze heftig knikte. 'Het is nog niet helemaal zeker, maar het ziet er naar uit dat ik vanavond niet aanwezig ben. Charles, ik bedoel mijn verloofde,' glimlachte ze stralend, 'laat in de namiddag weten of we vanavond kunnen komen.'
Zo had ik Jehanne nog maar zelden meegemaakt. Het deed me denken aan de optimistische manier waarop mijn zusje Marie de afgelopen dagen door het huis op een roze wolkje leek te zweven.
Nadat ik afscheid had genomen van Jehanne werd ik in het rijtuig terug gebracht naar huis. Het goede humeur van Maria werkte aanstekelijk, want ik was de revolutie voor een moment helemaal vergeten. Breed glimlachend keek ik uit het raampje van de koets naar het prachtige landschap en de oranje stralen van de ondergaande zon. Ik was niet in staat om verder te kijken dan het geluk van Maria, want ik was ontzettend blij voor haar. Nu begreep ik ook wat ze bedoelde met dat sommige inwoners van Caen hier een gelukkig leven wilden leiden in plaats van hun leven opofferen door een aanslag te beramen op Marat. Toeval, of in sommige gevallen een gunstige samenloop van omstandigheden, was vaak de sleutel tot een gelukkig leven en niet iedereen was daarmee gezegend. Soms duurde het gewoon wat langer voordat geluk gevonden kon worden. Ik was al vierentwintig en ik had de hoop al bijna opgegeven. Geluk zit in een klein hoekje, zei men wel eens, maar schijnbaar zocht ik in de verkeerde hoek.
JE LEEST
Het Corday Complot
Fiksi SejarahWat als een vrouw ten tijde van de Franse revolutie zich bemoeid met politiek? Politiek was immers niets voor vrouwen. Wat als zij denkt dat ze in haar eentje de maatschappij kan verbeteren als dit wellicht ten koste zou kunnen gaan van haar eigen l...