H21: Monsieur Depoix

97 13 0
                                    

'Morgen zal de rechter een uitspraak doen over uw lot,' zei de man die mijn nieuwe advocaat bleek te zijn op een deftige toon. Hij had zich voorgesteld als monsieur Depoix.
'Er was geen enkele reden om hem te arresteren,' viel ik hem boos in de rede. 'Het was helemaal niet nodig, want ik was hartstikke tevreden met mijn vorige advocaat!'
Monsieur Depoix wuifde geïrriteerd met zijn gemanicuurde hand terwijl hij zijn scheef gezakte pruik recht zette. 'Daar heeft u weinig over te zeggen, madame,' reageerde hij koeltjes.
Boos wendde ik mijn blik van hem af.

Zojuist had ik te horen gekregen dat mijn vorige advocaat was gearresteerd jegens verdenking op Girondijnse sympathiën. Mijn nieuwe advocaat was een man van rond de veertig. Hij had erg dikke lippen, ver vooruitstaande scheve tanden en enigzinds schuin staande ogen, waardoor hij iets weg had van een paard.
'Ik ga voor u pleiten door tegenover de rechters en openbaar aanklager te stellen dat u ontoerekeningsvatbaar bent mademoiselle.'

Het was niet benauwd in mijn cel, want de felle zon, die Parijs al dagen terroriseerde, kon deze cel onmogelijk bereiken dankzij het zwaar ogende gesteente van de dikke muur. Het was eerder koud en kil in het Concierge, in combinatie met de vieze stank van uitwerpselen en zweet.
Desondanks kreeg ik het toch benauwd. Misschien kreeg ik niet de doodstraf, schoot het door me heen. Een mogelijkheid waar ik nog niet over na had gedacht. Ze konden me net zo goed naar het gekkenhuis sturen, dacht ik angstig.
De rest van mijn leven zou ik door moeten brengen in een kleine smerige cel, in een dwangbuis, tussen krijsende mannen en vrouwen die een regelrecht gevaar vormden voor de maatschappij.
Ik zag mezelf al zitten, weggestopt in een smerige cel, zonder ramen, in een dwangbuis en onder de rode bulten van de vlooienbeten, tussen schreeuwende mensen, het uitschot van de samenleving.

'Nee monsieur,' zei ik met een benepen stem. 'U weet net zo goed als ik dat dit niet de juiste optie is.'

'Het is de enige optie die voor uw verdediging van toepassing is mademoiselle,' zei hij simpelweg, weliswaar met ingehouden frustratie, waarna hij zich ligt voorover boog en in zijn nek krabte, waardoor een rand zwart haar zichtbaar werd onder zijn hoge witte pruik.

De gedachte kwam in me op dat monsieur Depoix luizen zou kunnen hebben. Wederom zakte zijn pruik schuin naar links.

'Ik wil niet naar een gekkenhuis monsieur,' benadrukte ik. 'Als uw cliënt mag ik aannemen dat ik bepaal op welke terreinen ik verdedigd dien te worden. Mijn mentale gesteldheid dient in dit geval buiten beschouwing gelaten te worden,' reageerde ik scherp.

Monsieur Depoix kneep zijn ogen tot spleetjes. 'Als uw advocaat wil ik u erop wijzen dat ik weet wat het beste voor uw verdediging is om een doodstraf te ontlopen.' 
'In dit geval wilt u mij verdedigen door mij weg te stoppen in een gekkenhuis zodat ik geen bedreiging meer kan vormen voor andere Jalobijnen,' zei ik resoluut. 'Of zijn het zijn Danton en Robespiere die daarop aandringen? Als dit niet het geval is, verwacht ik van u dat u pleit voor de doodstraf, als dat niet te veel gevraagd is,' voegde ik daar op een wrange toon aan toe.

'Mademoiselle!' riep hij ontzet.

'Bent u mijn advocaat of mijn rechter monsieur Depoix?' vroeg ik toonloos.

Monsieur Depoix plaatste zijn ellebogen op het ruwe oppervlak van de tafel in mijn cel en legde zijn hoofd tussen zijn handen. Met zijn vingertoppen masseerde hij  zijn slapen, alsof hij opeens intensieve hoofdpijn kreeg. De wallen onder zijn ogen werden nog dieper toen hij zijn ogen tot spleetjes kneep.
Ik sloeg met mijn vuist op het tafeloppervlak.
'Begrijpt u niet waar het mij om te doen is?' vroeg ik met lichte verbazing. 'Ik heb geschiedenis gemaakt door Frankrijk te verlossen van een tiran!' Mijn stem sloeg bijna over. 'Ik wil worden herdacht als een heldin! Niet als een gekkin die de rest van haar leven is opgesloten in een gekkenhuis!'
Monsieur Depoix opende langzaam zijn ogen en keek me een moment ondoorgrondelijk aan met zijn donkerbruine ogen.
'U begrijpt het niet mademoiselle,' zei hij hoofdschuddend. 'Monsieur Marat zal worden herdacht als een held en u als de duivelin die hem zijn leven heeft ontnomen. Danton en Robespiere hebben erop gestaan dat zijn lijk de komende dagen vol lof door Parijs gedragen zal worden om hem te eren. Hij zal worden begraven in het Pantheon.' Mijn advocaat slaagde er niet in om een zweem van trots te verbergen, waardoor ik wist waar zijn politieke sympathieën lagen. Monsieur Depoix glimlachte, waardoor het leek alsof zijn overbeet nog groter was.
'Niemand zal zich u als een martelares herinneren mademoiselle en daarom maakt het niet uit of u beland in het gekkenhuis of onder de guillotine.'

De gehele periode in Caen die ik had besteed aan het uitdenken van mijn complot om Marat te vermoorden had ik er geen moment bij stil gestaan dat ze vraagtekens zouden kunnen gaan plaatsen bij mijn mentale gesteldheid. Uiteraard was daar niks mis mee, maar blijkbaar dacht monsieur Depoix daar anders over.
'Ik eis om niet op deze manier berecht te worden monsieur,' herhaalde ik nadrukkelijk.
Monsieur Depoix zuchtte diep. 'Ik zal mijn best doen mademoiselle Corday, maar in het gerecht zijn het niet de aangeklaagden die hun lot kunnen bepalen, onthoud dat goed.'
Na deze woorden uitgesproken te hebben verliet hij mijn cel.

Een moedeloze zucht ontsnapte door mijn lippen. Als ik naar het gekkenhuis gestuurd zou worden zou ik me daar bij neer moeten leggen, maar ik was me er maar al te goed van bewust dat ik dan de geschiedenis in zou gaan als een gekkin, in plaats van een heldin. Een wereld van verschil.

Opnieuw werd er op de deur van mijn cel geklopt. Deze vloog open en niemand minder dan abbé Fauchet stond in de deuropening.
'Abbé Fauchet,' zei ik verrast.
Hij reageerde niet en nam plaats op de gammelige kruk waarvan mijn nieuwe advocaat net nog had gezeten.
'De situatie is ernstig mademoiselle Corday. Het ziet er naar uit dat ze de doodstraf gaan eisen, maar dat neemt niet weg dat ik u een moedige vrouw vindt.'
'Hoe reageerden ze?' vroeg ik met ingehouden adem, doelend op de revolutionairen, maar gedeeltelijk ook mijn familie.
De oude man glimlachte.
'Geschokt,' zei hij slechts. 'In eerste instantie dacht iedereen dat het een vals gerucht was, maar na mijn arrestatie wist iedereen dat het echt waar was.'

Ik werd overvallen door een gevoel van trots. Ze wisten dat ik het had gedaan!
'Maar Charlotte, als ik vragen mag. Waarom heb je het gedaan?' onderbrak abbé Fauchet mijn gedachten.
Ik wierp hem een verbaasde blik toe. 'Juist u zou moeten weten waarom,' zei ik koeltjes.  
'Het collectieve belang zie ik er zeker wel van in,' zei hij vriendelijk. 'Maar ik ben erg benieuwd naar jouw persoonlijke baat hierbij.'

Mijn persoonlijke baat, dacht ik dromerig, denkend aan het verhaal van Judith en Holofernes. 'Ik wilde mijn eigen leven een betekenis geven,' reageerde ik schouderophalend. 'In Caen had ik geen vooruitzichten, geen rechten en om die reden kon ik het niet laten om in te grijpen. Ik kon niet stil zitten en toekijken hoe Frankrijk zich in het verderf stortte door toedoen van Marat. Ik wilde geschiedenis maken.' De laatste paar woorden sprak ik nadrukkelijk uit.

Abbé Fauchet knikte langzaam. 'Zover ik hem vernomen is het een grote chaos in de Nationale Conventie,' zei hij afwezig in de verte turend, alsof hij daar een glimp opving van een herinnering.
De oude man richtte zijn blik op mij en keek me recht aan. 'Heeft u ooit gehoord van mythevorming mademoiselle?' vroeg hij opeens.
Mythevorming, dacht ik peinzend, terwijl een aantal verhalen van Griekse mythen door mijn gedachten gingen.
'Een bepaald verhaal of mythe rondom een plek... Of persoon.' Mijn adem stokte.
Ik dacht aan de woorden van mijn nieuwe advocaat. Volgens hem zouden de Fransen mij herdenken als een gekkin of moordenares.
'U beweert toch niet dat er rondom mij een mythe zal ontstaan als moordenares?' vroeg ik geschokt.
'Dat geloof ik niet mademoiselle,' zei hij aarzelend. 'Maar hetgeen waar ik u op wil wijzen is dat het mogelijk is om daar invloed op uit te oefenen?'

'Hoe kan ik daar dan invloed op uitoefenen?' vroeg ik fronsend.

Abbé Fauchet glimlachte breed, waardoor alle rimpels in zijn gezicht van plek leken te veranderen. 'Door zelf geschiedenis te maken. Een edeldame als u heeft het privilege om eisen te stellen. Ik stel voor dat u een verzoek indient voor een portret.'
Een portret, dacht ik verbaasd. Mezelf laten vereeuwigen voordat anderen de kans krijgen om dat te doen.
Op dat moment werd er hard op mijn celdeur gebonkt. De deur vloog open en abbé Fauchet werd bevolen door een aantal gardisten om mee te gaan.
'Het ga u goed mademoiselle Corday,' waren zijn laatste woorden. De deur viel met een klap dicht en de plotselinge stilte overviel me. Ik hoorde alleen mijn eigen ademhaling.

Vandaag zouden de rechters een uitspraak doen, dus dat betekende dat ik veel kans binnen een dag, rond dit tijdstip al dood zou kunnen zijn. Of ik zou me bevinden in een afgesloten rijtuig naar een gekkenhuis, maar over die optie dacht ik liever niet na.
Al zouden de autoriteiten besluiten om me naar een gekkenhuis te sturen, dan zou ik een herinnering achter kunnen laten aan het nageslacht.
Zonder te aarzelen pakte ik een stuk perkament van mijn bureau en schreef haastig een korte brief, gericht aan mijn advocaat met het verzoek om deze door te geven aan de rechters.
Ik verzegelde de brief en gaf deze aan een gardist die de wacht hield voor mijn celdeur.
Met een diepe tevreden zucht liet ik mezelf vallen op het stromatras. Morgen was het zo ver. De rechters zouden een uitspraak doen. Mijn taak op Aarde zat er bijna op en reikhalzend probeerde ik me een voorstelling te maken over de wereld die hierop volgde.

Het Corday ComplotWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu