Deel 5

741 21 4
                                    

In het bos begon de zon al wat te zakken waardoor de lucht een oranje gloed kreeg. langzaam opende Carla haar ogen. Ze voelde zich licht in haar hoofd. Wat was er gebeurd? Al haar gedachten waren 1 grote vlek vol beelden waar ze geen touw aan vast kon knopen. Wist ze wie ze was? Ja dat wist ze. Hoe oud? Ja. Waar ze was? Nee dat niet. Ze had een stekende pijn in haar hand. Ze keek naar haar hand. In haar hand zaten 2 naalden onder een witte plijster. De naalden liepen met slangetjes naar 2 infusen. Ze wist dat ze gister nog in het ziekenhuis lag maar, lag ze daar nu nog? Ze keek om zich heen. Ze lag in een groot bed met witte beddengoed. De kamer was helemaal wit en er was geen raam te bekennen. Alleen een groot dakraam in het hoge plafond. Een steek van angst raasde door haar maag. Ze wilde om hulp roepen. waar was Frits? Of Menno en Fenna? Ze probeerde te roepen maar er kwam geen geluid uit haar stembanden wat haar angst alleen nog maar groter maakte. langzaam maar zeker kreeg ze door dat er iets niet goed was. Was ze hier alleen? Ja, wel in deze kamer. Haar hart ging wild te keer. Ze probeerde haar hartslag onder controle te krijgen door aan wat leuks te denken, hoe moeilijk dat ook was. Ze dacht aan Frits. Ze lag tegen hem aan op de bank een film te kijken. Hij streelde door haar haar en fluisterde soms lieve woordjes in haar oor. Een traan liep over Carla's wang. Ze wilde hier weg. Ze probeerde omhoog te komen maar werd plots heel duizelig. Ze liet zich weer naar beneden vallen. Ze keek omhoog, door het dakraam, de lucht in. Er waren al vaag een paar sterren te zien. Carla verbeet het stemmetje in haar hoofd dat zei dat ze hier niet meer weg ging komen, Dat ze hier vast zat, en dat ze hier zou gaan sterven. Misschien wel aan wat er via de infusen in haar bloed werd gepompt. Ze bedacht zich dat als haar team nu bij haar op bezoek zou komen in het ziekenhuis, ze een leeg bed zouden aantreffen. Zouden ze haar al aan het zoeken zijn? Of zouden ze misschien denken dat ze..nee dat zou haar team niet geloven en daarbij, de dokters hadden haar toch niet dood verklaart...toch? Hoelang had ze eigenlijk geslapen? Een paar uur? Een paar dagen? Ze wist het niet en misschien wilde ze het ook wel helemaal niet weten. Opeens hoorde ze het geluid van een sleutel die in het slot werd gestoken. De klink ging omlaag en de deur ging open. In de deuropening stond een man. Hij had een witte dokters jas aan. Hij zag wel dat Carla wakker was maar negeerde het en nam plaats op een stoel in de hoek van de kamer. Hij legde zijn benen over elkaar en bleef Carla even aankijken. Zijn gezicht was niet zichtbaar door de schaduw die er net overheen viel. Hij stond op en liep naar de infusen. Uit de zak van de jas haalde hij een klein flesje met een rood goetje. Hij goot het goetje in 1 van de infusen. "wat doet u?" Vroeg Carla bibberend maar de persoon gaf geen antwoord. Het water in het infuus kleurde rood. Carla voelde meteen al dat ze slapjes werd. De man verdween weer. Langzaam zakte Carla weg.

Moordvrouw: angstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu