Het meisje dat voor me staat, Glynn Simonis, draait zich om. "Echt bizar dit. Onterecht vooral. Niemand begrijpt waarom jullie niet uitverkoren zijn."
Ik corrigeer haar maar niet. Natuurlijk heb ik een vermoeden waarom ik er niet bij zit. En Arthur heeft vast ook een eigen verklaring voor zijn afwezigheid bij het groepje uitverkorenen, of hij nu een spion is of niet. Niets gebeurt zonder reden, zelfs niet in dit land. Misschien juist niet in dit land. Ik reageer dan ook niet op de opmerking van Glynn, maar staar strak voor me uit.
"Let maar niet op haar," hoor ik Arthur zeggen. "Deia is volgens mij een beetje van slag."
Woest draai ik me om. "Bemoei je niet met mij! Jij bent hier trouwens de enige die totaal niet van slag lijkt te zijn. Heb je je vader soms gevráágd of hij je wil vermoorden?"
"Natuurlijk niet." Het is in zijn ogen te zien dat ik hem gekwetst heb. Jammer dan. Moet hij zich maar niet zo belachelijk gedragen. "Om je de waarheid te vertellen, Deianeira Holborn, heb ik hem juist gevraagd of hij jou alsjeblieft zou willen sparen."
Verbluft staar ik hem aan. Honderden vragen schieten door mijn hoofd, op zoek naar een antwoord dat ze daar niet zullen vinden. Mij sparen? Waarom dan? Waarom zou Arthur uitgerekend mij willen sparen en waarom zou Nestor daar wel of geen gehoor aan geven? "Dat had je niet hoeven doen."
"Het had niet gehoeven, maar ik heb het toch gedaan."
Voor me wordt Glynn uit de rij meegenomen naar de doucheruimte. Als ik nog informatie uit Arthur wil ontfutselen, zal ik dat snel moeten doen. "Waarom?"
Het duurt even voordat hij antwoord geeft. Is hij zijn woorden aan het afwegen of is hij gewoon zo achterlijk dat hij niet weet hoe je een uitleg moet geven? "Omdat ik vind dat jij er meer recht op hebt dan Arachne."
Ik rol met mijn ogen. "Hele goede reden, hoor. Alsof zij en ik iets gemeen hebben."
"Dat hebben jullie niet en dat is precies wat ik zo leuk vind aan jou."
Wat? Ik wil vragen wat hij daarmee bedoelt, maar die kans krijg ik niet. Ik word namelijk bij mijn pols gegrepen en meegesleurd naar de ruimte waarvoor we staan te wachten.
Als eerste krijg ik twee speciale armbanden om. De eerste is een geval van metaal die iedereen krijgt. Door middel van deze armbanden kan de spelleider zien wie er dood is en wie niet. Ze zorgen er tevens voor dat wij zestienjarigen het wel uit ons hoofd laten om een ontsnappingspoging te ondernemen. De armband ontploft namelijk zodra je je buiten de arena begeeft voordat het spel is afgelopen. Dan ben je dus sowieso dood.
De andere armband is van een stevige stof en heeft een felrode kleur. Hij wordt zodanig aan mijn pols bevestigd dat ik hem alleen maar af zou kunnen krijgen door een schaar te gebruiken. Deze armband geeft aan in welk team ik zit. Er zijn er drie, elk met een eigen kleur. Naast het rode team zijn er ook een geel en een blauw team.
Als de armbanden eenmaal stevig om mijn pols zitten, is het tijd voor de douche. Ik krijg exact twee minuten de tijd om mezelf zo goed mogelijk te wassen.
Stiekem had ik altijd gehoopt dat het douchen hier heerlijk zou zijn. Dat er hoe dan ook warm water uit de kraan zou stromen en je er zo lang als je wilde onder kon blijven staan. Dat je de stralen lekker op je huid kon laten kletteren terwijl je ondertussen nadacht over de beste strategie om de arena weer uit te komen. Maar zo glamoureus blijkt het allemaal niet te zijn. Er is dan misschien wel warm water, maar het zijn maar twee minuten en daarin moet ik ook nog eens mijn haren wassen. Toch zijn de douches beter dan thuis, waar het water vaak ijskoud is en regelmatig de druk valt waardoor je het moet doen met een heel lullig straaltje.
Voor het eerst in mijn leven wens ik dat ik kort haar had. Of gewoon kaal was. Dan zou ik mijn haren niet hoeven wassen en kon ik even genieten van deze weinig voorkomende luxe. Ik bedoel maar, er is een bijzonder grote kans dat ik bijna doodga, mag ik dan niet nog een klein beetje luxe ervaren? Nee. Beesten zijn we en zo zullen de consuls ons ook behandelen.
JE LEEST
(Uitverkoren) - De hoofdprijs (Wattys 2016 winnaar)
Science FictionIn het land waar Deia woont, moeten alle zestienjarigen in een gruwelijk spel tegen elkaar strijden om te bewijzen dat ze hun positie als inwoner van het land verdienen. Er is maar één manier om er zeker van te zijn dat je het overleeft: uitverkoren...