Vandaag is niemand van plan zichzelf op te hangen en dus sluiten de bewakers ons na het avondeten allemaal op in onze cellen. Het zou ook niet logisch zijn om nog zelfmoord te plegen als je al zeker bent van een plek in de finale.
Het betekent wel dat de finale een waar bloedbad zal worden. Nog tweeëntwintig van de resterende zesenveertig zestienjarigen zullen het veld moeten ruimen, wat betekent dat er een kans van ongeveer vijftig procent is dat ik het overleef. Dat geeft enigszins hoop.
Omdat het nog vroeg is, probeer ik meteen in slaap te vallen, maar natuurlijk lukt dat niet. Het is niet omdat ik nog moe ben van de vorige nacht dat ik nu zomaar ineens zonder problemen in slaap zal kunnen vallen.
Ik lig wat naar het plafond te staren, draai me dan weer op mijn zij, nestel me tegen de muur zoals ik ook altijd deed toen Arthur er nog was, maar het helpt allemaal niets. De slaap wil maar niet komen. Het donker daarentegen is des te beangstigender. Rusteloos woelend word ik steeds wanhopiger. Ik moet uitgerust zijn voor morgen.
Ik lig voor ongeveer de vijf miljoenste keer deze nacht de gebeurtenissen van de afgelopen dagen te overdenken als ik een vreemd geluid hoor. Meteen zijn mijn oren gespitst. Wat was dat? Is Hera nog wakker en heeft zij besloten om ook buikspieroefeningen te doen?
Als het geluid een tweede keer klinkt, herken ik het als het zachte geklop tegen hout. Er moet iemand op mijn deur staan kloppen. Wat nogal idioot is als je bedenkt dat ik die niet open kan maken.
"Deia?"
Ik vlieg overeind. "Arthur?" Haastig zoeken mijn vingers naar de sluiting van het luikje dat door de bewakers gebruikt wordt om me eten te geven. Al snel heb ik het gevonden en het luikje schuift open.
Een paar ogen staart me vanaf de gang aan. De blauwe ogen van Arthur, al kan ik in het donker natuurlijk niet zien dat ze blauw zijn.
"Arthur!" Tranen springen in mijn ogen, zo blij ben ik om hem te zien. "Hoe kom je hier? Zitten jullie kamers niet op slot?"
"Officieel wel, maar ik heb misbruik weten te maken van het feit dat mijn vader hier de boel draaiende houdt. Het was helemaal niet moeilijk om de bewaker ervan te overtuigen mijn deur open te laten. En het is toch niet alsof ik ergens heen ga. Ik zou mezelf niet willen opblazen."
"Nee, dat zou stom zijn." Al zou het tegelijk een fantastische manier zijn om te sterven. Het is de enige manier waarop je de consuls zou kunnen laten zien dat je niet van plan bent dit spel op hun manier te spelen.
"Hoe is het met je?"
"Arthur, ik moet je iets vertellen." Ik bijt op mijn lip. In de praktijk is dit misschien allemaal toch niet zo makkelijk als dat het in gedachten lijkt. Zelfs in het donker, waarin ik hem de afgelopen dagen alles durfde te vertellen, weet ik niet zo goed hoe ik dit moet brengen.
"Wat is er, Deia?"
"Ik wou dat je me een knuffel kon geven." Of een schop onder mijn kont, dat zou beter zijn. Waarom kan ik het niet gewoon zeggen?
"Dat gaat helaas niet door dit luik. We zouden hoogstens- Nee, laat maar."
"Kunnen zoenen? Dat is wat je bedoelde, toch? Nou, misschien wil ik dat wel."
Zelfs in het donker kan ik zien hoe zijn ogen oplichten. "Serieus, Deia? Je zou het alleen nog doen als je het echt meende, dat heb je beloofd. Meen je dit?"
"In zekere zin wel, ja."
Hij fronst. "Wat bedoel je daarmee?"
"Dat ik de rest van mijn leven met je door wil brengen?' Het was niet mijn bedoeling om het als een vraag te laten klinken, maar ik realiseer me ineens dat het niet alleen mijn beslissing is. De hele tijd ging ik ervan uit dat hij wel met mij samen wilde zijn. Nu ben ik daar ineens niet meer zo zeker van. Wat als hij liever een nephuwelijk aangaat met een meisje als Arachne dan een nephuwelijk met mij?
JE LEEST
(Uitverkoren) - De hoofdprijs (Wattys 2016 winnaar)
Science FictionIn het land waar Deia woont, moeten alle zestienjarigen in een gruwelijk spel tegen elkaar strijden om te bewijzen dat ze hun positie als inwoner van het land verdienen. Er is maar één manier om er zeker van te zijn dat je het overleeft: uitverkoren...