Minachtend kijk ik op de groene stof neer. "Zeker ook een afdankertje?"
Arthur knikt. "Van mijn moeder."
Oh fantastisch, ik draag een afdankertje van Calypso Corcoran. Mijn dag kan niet meer stuk. Ik heb het niet zo op haar en zij niet op mij. Dat weet ik maar al te goed omdat ze lerares is en ik haar dus elke dag op school zie. Ze kijkt me altijd aan alsof ik de één of andere crimineel ben, met die kleine kraaloogjes van haar.
"Het was altijd mijn favoriete jurk van haar. Vroeger glipte ik soms stiekem de slaapkamer van mijn ouders in om aan de stof te voelen." Aarzelend steekt Arthur zijn hand uit en legt die op mijn schoudert. "Het voelt nog beter nu jij hem draagt."
"Slijmbal."
Bodine geeft me een por. "De meeste mensen zeggen dankjewel als ze een complimentje krijgen."
Ik negeer haar. Dit is geen compliment. Dit is een slappe poging om ervoor te zorgen dat ik hem aardig ga vinden. Al snap ik niet helemaal waarom. Als hij geen spion is van zijn vader, wat wil hij dan van me? Wil hij soms dat we bondgenoten worden omdat we allebei niet uitverkoren zijn terwijl het volk dat wel verwacht had? In dat geval kan ik hem vertellen dat dat totaal zinloos is. In dit spel is het ieder voor zich. Al heb je twintig bondgenoten, dan zul je nog zelf alle proeven moeten doorstaan. Bovendien zul je in die situatie hoe dan ook een aantal bondgenoten verliezen. Het heeft dus absoluut geen zin om nu nog vriendjes te worden met andere deelnemers.
Alleen weet Arthur dat waarschijnlijk niet omdat hij er altijd vanuit is gegaan dat hij toch wel uitverkoren zou worden. Dus probeert hij nu het spel van zijn vader te winnen door met mij aan te pappen. Wat al helemaal geen goede zet is, maar dat kan hij natuurlijk niet weten.
"Fijn Bodine, dat tenminste iemand nog weet te waarderen wat ik zeg."
"Oh Arthur, hier ben je." Het is Arachne die ons weer eens lastig komt vallen. Ze draagt een lange jurk in dezelfde azuurblauwe kleur als de zee op een zonnige zomerdag heeft. Haar lange blonde haren zijn in een ingewikkeld kapsel vervlochten. Natuurlijk. Zij is uitverkoren, dus aan haar uiterlijk besteden ze nog meer aandacht dan aan dat van de rest van ons. Van mijn haar worden slechts een paar plukken achterop mijn hoofd bij elkaar gehouden door een klem, verder hangt het gewoon los over mijn schouders.
"Arachne." Het is een constatering die Arthur doet, geen enthousiaste begroeting. Het begint me op te vallen dat hij haar helemaal niet zo leuk vindt als ik altijd gedacht heb. Ik dacht dat die twee een stelletje waren, maar volgens mij is dat meer een fantasie van Arachne en Nestor dan iets dat werkelijk zo is. Of hoort dit bij zijn spionage-act?
"Ga je mee iets te eten halen?" Arachne knippert verleidelijk met haar zwaar opgemaakte ogen terwijl ze dit voorstel doet. Ondertussen plukt ze met haar vingers opzichtig aan de groene armband die alle uitverkorenen krijgen. Op die manier hoopt ze natuurlijk dat hij alsnog als een blok voor haar valt.
Als reactie houdt Arthur zijn bordje omhoog. "Zoals je ziet ben ik al voorzien, maar ik kan je de worteltaart van harte aanbevelen."
Ik zucht geërgerd. Waarom is hij zo aardig? Als Arachne om mij heen hing terwijl ik haar niet zag zitten, had ik haar het smerigste gerecht uit deze hele ruimte aanbevolen. Als er tenminste smerige gerechten zijn.
Aan de blik in Arachnes ogen is te zien dat zij ook niet zo blij is met het antwoord van Arthur, maar dan om een andere reden. Geïrriteerd draait ze zich om en beent naar de tafels vol eten. Daar kwakt ze willekeurig wat dingen op een bord, duidelijk niet in de stemming voor een uitvoerige innige discussie met zichzelf over aan welke lekkernij ze zichzelf vanavond eens tegoed zal doen.
"Staren is onbeleefd," klinkt het fluisterend in mijn oor, maar als ik me omdraai zie ik Arthur zelf ook geamuseerd naar zijn aanbidster staan kijken. Zo te zien geniet hij ervan dat hij haar kwaad heeft gemaakt. En dat allemaal alleen maar omdat hij niet met haar mee naar het buffet wilde lopen. Wat een drama. Zoiets hysterisch kan zelfs Bodine niet verzinnen.
JE LEEST
(Uitverkoren) - De hoofdprijs (Wattys 2016 winnaar)
Science FictionIn het land waar Deia woont, moeten alle zestienjarigen in een gruwelijk spel tegen elkaar strijden om te bewijzen dat ze hun positie als inwoner van het land verdienen. Er is maar één manier om er zeker van te zijn dat je het overleeft: uitverkoren...